Tijdreizen: De magie van zomertijd en wintertijd

Tijdreizen: De magie van zomertijd en wintertijd
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijdreizen: De magie van zomertijd en wintertijd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je begrijpen hoe de tijd verandert en ermee rekenen, zowel op analoge als digitale klokken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over zomertijd en wintertijd?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is zomertijd en wintertijd?
Zomertijd begint in maart en eindigt in oktober. De klok wordt een uur vooruit gezet. Wintertijd begint in oktober en eindigt in maart. De klok wordt een uur teruggezet.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Analoge klok
Een analoge klok heeft wijzers die de uren, minuten en seconden aangeven. De grote wijzer wijst naar de minuten en de kleine wijzer wijst naar de uren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Digitale klok
Een digitale klok toont de tijd in cijfers, zoals 13:45. Het eerste cijfer geeft de uren aan en het tweede cijfer de minuten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tijdrekenen met zomertijd en wintertijd
Bij de overgang naar zomertijd wordt de klok een uur vooruit gezet. Bij de overgang naar wintertijd wordt de klok een uur teruggezet.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Praktisch voorbeeld
Hoe lang kun ik nog slapen als vannacht de wintertijd ingaat? Bereken het verschil in tijd en pas dit toe op de huidige tijd.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tijdzones
Leg uit hoe tijdzones werken en hoe zomertijd en wintertijd van invloed zijn op verschillende landen en regio's.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in het dagelijks leven
Bespreking van hoe kennis over zomertijd en wintertijd kan helpen bij het plannen van activiteiten en het begrijpen van internationale communicatie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.