Week 50 3 H Duits

Programm
Rückschau
Planung
Sehen
Lesen
Aufgaben



1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programm
Rückschau
Planung
Sehen
Lesen
Aufgaben



Slide 1 - Slide

Rückschau
Was machten wir letztes Mal?

Slide 2 - Slide

Planung für heute
Korrigieren zum Schluss
          - Alle Aufgaben
Sehen
           - Aufgabe 36 auf Seite 103
Lesen
          - Aufgaben 37 + 38 ab Seite105
          -  Fertig?-> Aufgabe 35 Jugendliteratur auf Seite 101

       

Slide 3 - Slide

Korrigieren
Zum Schluss 1, 2, 3, 4

Slide 4 - Slide

Sehen Aufgabe 36 S. 103
Bekijk eerst de afbeelding op pagina 34 in TB
Lees de tekst en maak de opdrachten bij A
Je bekijkt straks een video-> lees d evragen bij B
Kijk de video
Bij C hoor je een interview-> geef aan welk woord je hoort
Beluister het interview
Beantwoord bij D de vraag

Slide 5 - Slide

Lesen Auf. 37+38 ab S. 105
37a-> gebruik blz. 35 TB-> geef antwoord
37bc-> lees de tekst-> beantwoord de vragen
37d-> gebruik het internet om antwoord te geven
38->blz. 108-> welk woord wordt bedoeld?

Fertig?-> Aufgabe 35 Jugendliteratur auf Seite 101

Slide 6 - Slide

Volgende les
Nakijken leesopdrachten
+
Uitleg Grammatik: voorzetsels + 4

Slide 7 - Slide

Programm
Rückschau
Planung
Korrigieren
Grammatik
Aufgaben



Slide 8 - Slide

Rückschau
Was machten wir letztes Mal?

Slide 9 - Slide

Planung für heute
Korrigieren Aufgaben Lesen
          - Aufgabe 35 + 37 + 38
Grammatik
           - Wiederholung
           -Erklärung
Aufgaben
          - Aufgaben 39 + 41 + 42 + 43 + 44 + 45 + 46


       

Slide 10 - Slide

Grammatik Erklärung
je leerde dat in Duitsland net als in Nederland je niet zegt:
  • voor ik/für ich -> maar-> voor mij/für mich

In het Duits doen ze ditzelfde trucje niet alleen bij persoonlijk voornaamwoorden--> ook bij lidwoorden
voor de man --> für den Mann -> ipv->  für der Mann

Slide 11 - Slide

Grammatik
Het is van belang dat je weet dat er na een voorzetsel vaak iets verandert. In het geval van de volgende voorzetsels verandert alleen de mannelijke vorm:

für, ohne, gegen, bis, um, durch

der -> den -------> der Mann------> für den Mann

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

oefenen
opdr. 39->blz. 109->  persoonlijk voornaamwoord na voorzetsels
opdr. 41->blz. 110-> beantwoord de vragen
opdr. 42-> blz. 111-> vul de juiste vorm aan
opdr. 43->blz. 111->  vertaal en vul de juiste vorm in
opdr. 44-> blz. 112-> vertaal en maak de juiste vorm
opdr. 45-> geef in hele zin antwoord
opdr. 46-> maak de juiste vorm-> 1e en 4e door elkaar

Slide 14 - Slide