6.4 De macht van vorsten

H.6 §.4  'De macht van vorsten'
* Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten machtig worden
* Hoe vorsten samenwerken met de drie standen
* Hoe het proces Staatsvorming & Centralisatie werkt
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H.6 §.4  'De macht van vorsten'
* Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten machtig worden
* Hoe vorsten samenwerken met de drie standen
* Hoe het proces Staatsvorming & Centralisatie werkt

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...

  • hoe Duitse koningen minder machtig worden
  • hoe Engelse en Franse vorsten meer macht krijgen
  • hoe vorsten samenwerken met de drie standen


Slide 2 - Slide

Graaf Willem II
In 1247 wordt graaf Willem II op negentienjarige leeftijd door Duitse adel en bisschoppen gekozen tot koning van het Duitse rijk.

Slide 3 - Slide

Graaf Willem II
Als een Duitse koning wordt verkozen, moet hij volgens 'ongeschreven regel' naar Rome om zich door de paus tot koning te laten kronen.

Slide 4 - Slide

Graaf Willem II
Maar nog voordat Willem de reis naar Rome maakt, wordt hij tijdens een veldtocht vermoord door Friezen (zij zagen het niet zo zitten dat hij hun macht zou afpakken). 

Slide 5 - Slide

Het bestuur
  • De koning staat aan het hoofd, maar . . . 

  • Van oudsher worden gewesten door hertogen, graven en bisschoppen bestuurd

  • De koning wordt door vier hoge edelen en drie bisschoppen  gekozen (keurvorsten)

Slide 6 - Slide

Het Bestuur
Omdat de koning wordt gekozen, was het Duitse koningschap niet erfelijk.

Hierdoor is de Duitse koning heel erg afhankelijk van de lagere machthebbers (bijv. hoge edelen) en moet hij hen goed te vriend houden.

Slide 7 - Slide

Investituur strijd
Vanaf de 10e eeuw willen de Duitse koningen hun macht vergroten en meer directe invloed hebben.
Na de dood van een bisschop kiest en benoemt de koning de nieuwe bisschop = investituur

Slide 8 - Slide

Investituurstrijd
De pausen waren tegen de benoeming van bisschoppen door koningen omdat zij van mening zijn dat dit door hen (de Kerk) moet gebeuren en door niemand anders.
In 1075 maakt de paus bekend dat alleen bisschoppen door pausen benoemd mochten worden !
Er ontstond een ruzie tussen kerk (paus) en staat (koning) = Investituurstrijd

Slide 9 - Slide

Investituurstrijd
De Investituurstrijd wordt in 1122 gewonnen door de paus. Vanaf nu is afgesproken dat alleen de paus bisschoppen benoemt.
Hierdoor verliest de Duitse koning veel macht. Het Duitse rijk blijft weliswaar bestaan uit een groot aantal zelfstandige steden, hertogdommen, graafschappen en bisdommen.

Slide 10 - Slide

Drie vorsten
Ook de Engelse en Franse koningen willen meer macht in hun land. De koningen gaan hun land steeds meer als eenheid besturen = staatsvorming
De koningen doen dit door het invoeren van wetten en koninklijke rechtbanken voor het hele land.

Slide 11 - Slide

Drie vorsten
De koningen gaan hun staat ook meer besturen vanuit één centrale plek = centralisatie
In hun hoofdstad hebben koningen een mooi paleis met een uitgebreide huishouding en bedienden = hofhouding
De macht van de koningen wordt groter terwijl die van de 'lagere' edelen kleiner en kleiner werd.

Slide 12 - Slide

De hertogen van Bourgondië
In de Nederlanden hebben de hertogen van Bourgondië veel macht. 

Door huwelijken, erfenissen en oorlogen kregen zij steeds meer gebieden onder hun heerschappij.

Slide 13 - Slide

Filips de Goede
Vanaf 1419 is een bekende Bourgondische hertog Filips de Goede de hertog (of 'graaf') van negen gewesten in de Nederlanden.

Slide 14 - Slide

Filips de Goede
Filips bevordert staatsvorming en centralisatie door de instelling van één rechtbank voor alle gewesten en de invoering van belasting die betaald moest worden aan de centrale regering.  

Slide 15 - Slide

Drie standen
Burgers betalen vorsten voor stadsrechten, maar ze willen meer. Ze willen inspraak: hun mening mogen geven als een besluit werd genomen. In de praktijk betekent dit dat een Landheer rekening moet houden met gevoeligheden van de lagere adel en goed naar hen moet luisteren.
Dus niet in zijn eentje mag bepalen wat hij wil.

Slide 16 - Slide

Drie standen
Vorsten gingen de burgerij behandelen als derde stand om aan de wens te voldoen.

Eerste stand: De geestelijken
Tweede stand: De adel
Derde stand: De burgers



Slide 17 - Slide

Drie standen
Als vorsten geld of advies nodig hadden, riepen zij vertegenwoordigers van de drie standen bijeen.

Engeland: parlement
Nederland en Frankrijk: Staten-Generaal

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten 1 t/m 8. Stel vragen als je iets niet begrijpt.
Klaar: studerend lezen -> § 6.4 in het lesboek -> maak een samenvatting !

Slide 19 - Slide