‹Return to search

Week 4 2 HAVO

1 / 65
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 65 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programm
Rückblick
  • TEA-Test
    Lernziele
    Zugspitze Buch 2!
    Be Berlin
    • Kurzgeschichte
    • Wissenwertes
    • Aufgaben





          Slide 2 - Slide

          Rückblick
          TEA-Test
          • etwas Positives
          • etwas Negatives





          Slide 3 - Slide

          Lernziele 2H
          Ik weet de meeste belangrijke feiten over Berlijn

          Slide 4 - Slide

          Zugspitze Buch 2
          Ab jetzt benutzen wir Buch 2 
          Buch 1 bitte noch verbrennen! 
          • vielleicht brauchst du es noch zum Wiederholen/Nachschreiben

          Slide 5 - Slide

          Berlin
          Wer ist einmal in Berlin gewesen?


          Slide 6 - Slide

          Berlin

          Slide 7 - Mind map

          Geschichte
          Vroeger bestond Berlijn uit 2 steden: Berlin + Cölln

          Vanaf 1871 hoofdstad van Keizerrijk Duitsland

          WOII hoofdstad van Nazi-Duitsland

          Vanaf 1949 hoofdstad van Oost- Duitsland

          Vanaf 1991 hoofdstad van Bondsrepubliek Duitsland


          Slide 8 - Slide

          BRD vs. DDR
          Na WOII werd Duitsland en ook Berlijn onder de geallieerden verdeeld in 4 sectoren.

          • Frans deel
          • Brits deel
          • Amerikaans deel
          • Sovjet deel


          Slide 9 - Slide

          BRD vs. DDR
          Kapitalisme
          Bundesrepublik Deutschland = West- Duitsland
          Vrije markt


          Communisme
          Deutsche Demokratische Republik = Oost- Duitsland
          Planeconomie

          Slide 10 - Slide

          BRD vs. DDR
          Reizen tussen beide landen?

          • van BRD naar DDR mogelijk, met strenge regels

          • van DDR naar BRD bijna onmogelijk

          • Transitautobahn

          Slide 11 - Slide

          BRD vs. DDR -> BRD
          Na de val van de muur (1989) was er veel werk aan de winkel.

          Waarom denk jij?
          • na meer dan 40 jaar scheiding waren er écht twee aparte landen onstaan, deze moesten snel weer 1 worden

          Zijn er op dit moment nog veel verschillen merkbaar van de toenmalige deling?
          • je kunt aan de bouw en aan bijvoorbeeld de stoplichten het verschil zien

          Slide 12 - Slide

          Ampelmann

          Slide 13 - Slide

          Berlin heute

          Slide 14 - Slide

          Aufgaben Be Berlin
          ab Seite 4 

          Aufgabe 1
          Aufgabe 2*
          Aufgabe 3
          Aufgabe 4
          Aufgabe 5 
          Aufgabe 6

          Slide 15 - Slide

          Slide 16 - Slide

          Programm
          Rückblick
              Lernziele
              Zugspitze Buch 2!!!
              Grammatik
              • m / v / o / mv?
              Schritt 18
              • Sprechen





                    Slide 17 - Slide

                    Rückblick
                    • Was habt ihr letztes Mal gelernt?







                    Slide 18 - Slide

                    Lernziele 2H
                    Ik kan de lidwoorden in het Duits gebruiken en gebruik daarbij de geleerde regels

                    Ik kan een gesprekje voeren in een kledingwinkel. Ik gebruik de woorden voor kledingstukken en de bijpassende kleuren

                    Slide 19 - Slide

                    der      /   die     /   das     /     die
                    ... Mann
                    ... Vater
                    ... Stier
                    ... Lehrer
                    .... Polizist
                    ... Frau
                    ... Mutter
                    ... Kuh
                    ... Lehrerin
                    .... Polizistin
                    ... Kind
                    ... Mädchen
                    ... Herz
                    ... Baby
                    .... Handy
                    ... Kinder
                    ... Mädchen
                    ... Herzen
                    ... Männer
                    .... Handys

                    Slide 20 - Slide

                    Welke regels ken je voor de verschillen tussen der/die/das/die?

                    Slide 21 - Open question

                    Geslacht: der, die of das? 

                    Hoe kun je weten of een woord der, die of das is? 
                    mannelijk: der 
                    vrouwelijk: die 
                    onzijdig: das

                    Slide 22 - Slide

                    mannelijk = der
                    dieren van het mannelijke geslacht 
                    • bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn 

                    de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen 
                    • bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

                    Slide 23 - Slide

                    vrouwelijk = die
                    dieren/personen van het vrouwelijk geslacht 
                    • bijv. die Kuh = de koe, die Lehrerin = de lerares

                    woorden, die eindigen op: 
                    • -schaft, -ei, -heit, -ung, -keit, -ion, -ität 

                    De meeste woorden die op een -e eindigen zijn vrouwelijk, dus die


                    Slide 24 - Slide

                    onzijdig = das
                    hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden 
                    • bijv. das Hoffen, das Denken, das Essen, das Lesen

                    woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje) 
                    • bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje 

                    De meeste woorden waar je "het" voor staat, zijn in het Duits das

                    Slide 25 - Slide

                    Slide 26 - Slide

                    Slide 27 - Slide

                    Slide 28 - Slide

                    Slide 29 - Slide

                    Slide 30 - Slide

                    ein     /   eine    /   ein     /   -
                    ... Mann
                    ... Vater
                    ... Stier
                    ... Lehrer
                    .... Polizist
                    ... Frau
                    ... Mutter
                    ... Kuh
                    ... Lehrerin
                    .... Polizistin
                    ... Kind
                    ... Mädchen
                    ... Herz
                    ... Baby
                    .... Handy
                    ... Kinder
                    ... Mädchen
                    ... Herzen
                    ... Männer
                    .... Handys

                    Slide 31 - Slide

                    Welke regels ken je voor het verschil tussen ein en eine?

                    Slide 32 - Open question

                    ein / eine / ein / -
                    ... Metzgerei
                    ... Apotheke
                    ... Leidenschaft
                    ... Monat
                    ... Freitag
                    ... Tag
                    ... Schüler(mv)
                    ... Schule
                    ... Heizung
                    ... Ding
                    ... Buch

                    Slide 33 - Slide

                    kein   /   keine   /   kein    / keine
                    ... Mann
                    ... Vater
                    ... Stier
                    ... Lehrer
                    .... Polizist
                    ... Frau
                    ... Mutter
                    ... Kuh
                    ... Lehrerin
                    .... Polizistin
                    ... Kind
                    ... Mädchen
                    ... Herz
                    ... Baby
                    .... Handy
                    ... Kinder
                    ... Mädchen
                    ... Herzen
                    ... Männer
                    .... Handys

                    Slide 34 - Slide

                    kein / keine / kein /keine
                    ... Bäckerei
                    ... Kneipe
                    ... Freundschaft
                    ... März
                    ... Sonntag
                    ... Buch
                    ... Bücher(mv)
                    ... Lampe
                    ... Kreuzung
                    ... Ding
                    ... Banane

                    Slide 35 - Slide

                    Jonas ist ein / eine Kind.
                    A
                    ein
                    B
                    eine

                    Slide 36 - Quiz

                    Losser ist ein / eine Dorf
                    A
                    ein
                    B
                    eine

                    Slide 37 - Quiz

                    Jan und Max sind kein / keine Freunde.
                    A
                    kein
                    B
                    keine

                    Slide 38 - Quiz

                    Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
                    A
                    kein
                    B
                    keine

                    Slide 39 - Quiz

                    Schritt 17 ab Seite 13
                    Haben Sie auch eine Nummer größer?

                    Um welches Thema handelt es in diesem Kapitel?
                    • Welche Wörter gehören zum Thema, glaubst du?
                    • Welche Fertigkeit werden wir heute trainen?

                    Slide 40 - Slide

                    Aufgaben
                    Aufgabe 1
                    • Du hörst und liest mit
                    • zu zweit macht ihr Aufgabe 1 (benutze den Text auf Seite 13)
                    Aufgabe 2
                    • du hört die Redemittel und liest mit
                    • zusammen macht ihr Aufgabe 2
                    Aufgabe 3
                    • nach dem Erklären machst du zusammen die Aufgabe
                    Aufgabe Stempeln
                    • Gruppen (3 oder 4  Schüler)
                    • Zwei reden und 1 oder 2 beurteilen (ihr wechselt danach die Rollen)

                    Slide 41 - Slide

                    Beschreibe kurz, was du heute gelernt hast. (ich habe... gelernt)

                    Slide 42 - Open question

                    Slide 43 - Slide

                    Programm
                    Rückblick
                        Lernziele
                        Grammatik
                        • Wiederholung Verben
                        Schritt 18
                        • Lesen





                              Slide 44 - Slide

                              Rückblick
                              • Was habt ihr letztes Mal gelernt?







                              Slide 45 - Slide

                              Lernziele 2H A1
                              Ik kan de meeste belangrijke werkwoorden gebruiken in het Duits
                              Ik ken de woorden voor de kleren die ik draag
                              Ik kan de kleuren van de regenboog gebruiken 

                              Slide 46 - Slide

                              Verben?
                              HABEN 
                              SEIN

                              IDEWIS - ESTTENTEN


                              mal checken!

                              Slide 47 - Slide

                              Du ... ein neues Auto.
                              A
                              kaufet
                              B
                              kaufe
                              C
                              kaufen
                              D
                              kaufst

                              Slide 48 - Quiz

                              Ihr ... eure Hausaufgaben.
                              A
                              machen
                              B
                              machst
                              C
                              macht
                              D
                              machet

                              Slide 49 - Quiz


                              Du ... die Oma.
                              A
                              besucht
                              B
                              besuchst
                              C
                              besuchen
                              D
                              besuche

                              Slide 50 - Quiz


                              ... Sie gern Tennis?
                              A
                              spielt
                              B
                              spiele
                              C
                              spielen
                              D
                              spielst

                              Slide 51 - Quiz


                              Wir ... solche teuere Sachen.
                              A
                              kaufst
                              B
                              kaufen
                              C
                              kaufet
                              D
                              kauft

                              Slide 52 - Quiz


                              Meine Eltern ... heute zu mir.
                              A
                              kommen
                              B
                              kommt
                              C
                              bekommst
                              D
                              komme

                              Slide 53 - Quiz

                              Ich ... bei meiner Freundin.
                              A
                              spielt
                              B
                              spiele
                              C
                              spielen
                              D
                              gespielt

                              Slide 54 - Quiz

                              ............... du Zeit für mich?

                              Slide 55 - Open question

                              Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

                              Slide 56 - Open question

                              .................. du müde?

                              Slide 57 - Open question

                              Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

                              Slide 58 - Open question

                              Johann, wo...............du?

                              Slide 59 - Open question

                              .............. Sie schon wieder krank?

                              Slide 60 - Open question

                              Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.

                              Slide 61 - Open question

                              Verben?
                              Hoffentlich war alle deutlich! 

                              • Wenn nicht? Kann passieren, keinen Stress. Ich werde es noch einmal erklären!

                              Hast du fast alles richtig beim Test? Dann kannst du selbständig weiterarbeiten mit allen Aufgaben von Schritt 18

                              Slide 62 - Slide

                              Aufgaben Schritt 18 ab Seite 18
                              Aufgabe 1
                              • Lesen 
                              Aufgabe 2
                              • suche die richtigen Verbformen
                              Aufgabe 3
                              • notier den Buchstaben der Kleidung, die zur Beschreibung passt
                              Aufgabe 4
                              • Fragen beantworten mit oder ohne Wörterbuch?
                              Stempeln, bitte
                              • richtig oder falsch?

                              Slide 63 - Slide

                              BRD vs. DDR
                              Na WOII werd Duitsland en ook Berlijn onder de geallieerden verdeeld in 4 sectoren.

                              • Frans deel
                              • Brits deel
                              • Amerikaans deel
                              • Sovjet deel


                              Slide 64 - Slide

                              BRD vs. DDR
                              Kapitalisme
                              Bundesrepublik Deutschland = West- Duitsland
                              Vrije markt


                              Communisme
                              Deutsche Demokratische Republik = Oost- Duitsland
                              Planeconomie

                              Slide 65 - Slide

                              More lessons like this

                              Week 49 3V

                              - Lesson with 22 slides
                              DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

                              Gentiaan 2 TL week 4

                              - Lesson with 20 slides
                              DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

                              Grammatica: der/die/das + ein/eine kein/keine

                              - Lesson with 21 slides
                              DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

                              Week 49 H3

                              - Lesson with 35 slides
                              DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

                              Anne Frank, ihr kurzes Leben

                              - Lesson with 15 slides by Anne Frank House
                              HistoryPrimary EducationSecondary EducationAge 11-13
                              Anne Frank HouseAnne Frank House

                              Gentiaan 2H 7-12

                              - Lesson with 27 slides
                              DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

                              Unterrichtsreihe 'Ost- und West-Berlin' aus verschiedenen Perspektiven.

                              - Lesson with 10 slides
                              DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

                              ein/eine en kein/keine

                              - Lesson with 48 slides
                              Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerjaar 1