Les 5 - Gesprekstechnieken en herhaling

Programma 
  • Start gesprekstechnieken
     (2 opdrachten)  
  • Herhaling methodieken
      (op aanvraag)  
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programma 
  • Start gesprekstechnieken
     (2 opdrachten)  
  • Herhaling methodieken
      (op aanvraag)  

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
  • Je hebt geoefend met
     doorvragen  
  • Je hebt geoefend met
     oplossingsgerichte gespreks-
     technieken 

Slide 2 - Slide

Opdracht 
  • Doorvragen 
  • 4 W's 
  • 1 H 

(voorbeelden in chat) 


Slide 3 - Slide

Opdracht 
  • Klein probleem
  • Doorvragen, doorvragen, 
     doorvragen, doorvragen 
  • Open vragen, open vragen 
  • Motiveer de ander om tot een
     oplossing te komen

Slide 4 - Slide

Oplossingsgericht werken 

"Het doel van oplossingsgericht werken is jongeren  in staat te stellen hun problemen zelfstandig of samen met mensen uit hun omgeving op te lossen. De hulpverlener gaat op methodische en gestructureerde manier met de cliënt in gesprek, waarmee de cliënt zijn autonomie versterkt."


Slide 5 - Slide

Kort gezegd: oplossingsgericht werken is... 
 een methodische en gestructureerde manier van bevragen van de cliënt zodat deze in staat is om:
  1. te bepalen wat zijn probleem is en een andere kijk daarop te ontwikkelen
  2. zich bewust te worden van zijn interne en externe hulpbronnen
  3. zijn doelen concreet en in detail te formuleren
  4. hoop en vertrouwen te ontwikkelen
  5. zelfbedachte stappen te zetten om de situatie te verbeteren
  6. zelf te bepalen wanneer hij zonder professionele hulp verder kan.

Slide 6 - Slide

Subdoelen (hoofddoel in stukjes)
1. de cliënt weet wat hij wil.
2. de cliënt weet hoe hij op eigen wijze kan bereiken wat hij wil.
3. de cliënt heeft hoop dat hij kan bereiken wat hij wil.
4. de cliënt onderneemt zelfgekozen stappen om te bereiken wat hij wil.

Resultaat: het oplossend vermogen is hersteld. Jongere is in staat om op eigen wijze (samen met mensen uit hun sociale context) hun probleem om te zetten naar een meer gewenste situatie.

Slide 7 - Slide

Solution talk 

Gesprekken om zicht te krijgen op de eigen kracht van de jongere. Je bespreekt: 
  • wat er goed gaat
  • wat hij al succesvol gedaan heeft
  • wat hij zich als nabije toekomst wenst
  • welke doelen hij daarvoor kan stellen
  • welke (kleine) stappen hij kan gaan nemen   
Praktijk (hoe pas je dit toe) 

  • Schaalvraag
  • Wondervraag 
  • Wat is lastig?
  • Wat is de wens?
  • Wat gaat er goed?
  • Hoe ziet de volgende stap eruit?
  • Wat is er nodig om de volgende stap te maken?

Slide 8 - Slide

Competentie
model 
"Ontwikkelingstaken zijn vaardigheden die je in een bepaalde fase van je leven leert." 

Voorbeeld: rekening houden met anderen, aankleden, omgaan met emoties. 

Om een ontwikkelingstaak te kunnen volbrengen, moet je beschikken over vaardigheden. Voorbeeld: om vrienden te kunnen maken moet je beschikken over sociale vaardigheden. 

Slide 9 - Slide

Balans 
De samenwerking tussen vaardigheden en ontwikkelingstaken geven we weer in een balans. Als een kind over voldoende vaardigheden beschikt, is de balans in evenwicht.


Slide 10 - Slide

Competentie 
"Competentie is  de balans tussen taken en vaardigheden. Wanneer je de juiste vaardigheden bezit om taken goed uit te voeren staat de balans in evenwicht."

Hoe ziet dat er in de praktijk uit? 


Slide 11 - Slide

Disbalans 
Er zijn echter ook kinderen die niet genoeg vaardigheden hebben om de taken te volbrengen. Hun balans is niet goed. Door het ontbreken van die vaardigheden kunnen zij bijvoorbeeld gedragsproblemen laten zien.

  • Psychopathologie (ADHD)
  • Stressoren (thuissituatie, omgeving, gebeurtenissen)

Slide 12 - Slide

Verminderen probleemgedrag
  • Het vergroten van de vaardigheden en
      taken. 
  • Het versterken van de protectieve factoren.
  • Het verminderen van de (invloed
      van) stressoren en psychopathologie.

Slide 13 - Slide

Begeleiden 
  1. Negeren van ongewenst gedrag;
  2. Positieve feedback geven en een waarom;
  3. Een gedragsinstructie geven (voor het ongewenste gedrag);
  4. Het twee kolommen gesprek.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld aanspreken 
Je wilt feedback geven op een ingeleverd verslag. Je maakt eerst contact met een kind door het bij zijn naam te noemen of door oogcontact met hem te maken. Vervolgens ga eerst de positieve punten benoemen. Dan geef je een suggestie voor verbetering. Bijvoorbeeld: ‘Je bent al een heel eind op de goede weg. In je volgende verslag zou ik deze puntjes ook nog meenemen, dan heb je een geweldig verslag.’ Dit is een goede suggestie voor verbetering. Je praat niet over wat niet goed gaat en wat allemaal ontbreekt. 

Slide 15 - Slide

Cognitief gedragsmatige benadering 
Inzicht krijgen in gedachtes en hoe dit invloed heeft op gedrag. 

De 5 G's staan centraal. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Systeemgericht werken 
"Bij systeemgericht werken kijk je niet naar de jongere als individu, maar naar de jongere en zijn gehele systeem" 

Een systeem is een verzameling van mensen die bij elkaar betrokken zijn. Bijv: gezin, hele familie, klas. 

Slide 18 - Slide

Visie systeemtheorie 
Je kunt problemen pas begrijpen en oplossen als je het systeem van de jongere betrekt. Gedrag staat niet op zichzelf, iedereen gedraagt zich anders in andere situaties (systemen). Om het gedrag te begrijpen en op te lossen, betrek je de belangrijke personen in het systeem om gezamenlijk de problemen aan te pakken. 

Bijv: probleemgedrag thuis, niet op school. Interactie in het systeem (thuis). Gezamenlijke oplossing. Gedrag - interactie - relaties. 

Slide 19 - Slide