Voortplanting bij planten en dieren: 6.1 Bloemen

Voortplanting bij planten en dieren: 6.1 Bloemen,  6.2 Bestuiving en 6.3 Bevruchting
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voortplanting bij planten en dieren: 6.1 Bloemen,  6.2 Bestuiving en 6.3 Bevruchting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Introductie voortplanting bij planten en dieren
- Uitleg 6.1 Bloemen
- Aan het werk
- Uitleg 6.2 en 6.3 in komende lessen
- Buitenopdracht
- Filmpje
- Huiswerk-leerwerk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Cijfers thema 6
2 cijfers
cijfer 1: Toets thema 6: voorplanting bij planten en dieren
cijfer 2: Praktische opdracht

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting bij platen en dieren
Waar denk jij aan ? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

6.1 Bloemen
Leerdoelen
Je kunt de delen van een bloem benoemen.
Je kunt de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem.

Begrippen: bloemkelk, bloemkroon, meeldraden, stamper, kelkbladeren, kroonbladeren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=LjCzPp-MK48

Wat zie je als je GOED naar een bloem kijkt? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen van een bloem tekenen.

Pak een potlood en een blaadje en teken mee!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Lees eerst de lesstof van 6.1 blz 120 beginnen
Maak daarna:
opdr. 1 t/m 7 en 9
Tijd: eind van de les klaar mee zijn
Extra opdrachten
Test jezelf maken
Leren blz 129



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht 1 tm 7 blz 149 tm 152 basisstof 6.1 bloemen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk
blad
Stamper

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.2 bestuiving

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De functie van bloemen is voortplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen van een plant?
A
de meeldraden
B
de stamper
C
de kelkbladeren
D
de kroonbladeren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De stempel is een deel van de stamper.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de kelkbladeren van de bloem?
A
het aanlokken van insecten
B
het vormen van stuifmeelkorrels
C
het vormen van eicellen
D
het beschermen van de bloem in de knop

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

leerdoelen 6.2 Bestuiving
Aan het einde van de les:
- kun je omschrijven wat bestuiving is
- kun je de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Veel bloemen hebben grote en opvallend gekleurde kroonbladeren.
Daarmee lokken ze insecten.

Insecten komen ook af op de geur en op de nectar.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

6.2 Bestuiving
Veel bloemen bevatten nectar.
Nectar is een zoet sap dat insecten aantrekt.
Bijen verzamelen nectar en maken er honing van.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Op de afbeelding links zie je een bij die op een bloem is geland.
De bij zit onder het stuifmeel.

Als de bij naar een andere bloem vliegt, neemt hij het stuifmeel mee. Zo komt het stuifmeel op een andere bloem terecht.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

6.2 Bestuiving
Als stuifmeelkorrels terechtkomen op de stempel van een bloem van dezelfde soort, vindt bestuiving plaats.

Komt stuifmeel op de stempel van een bloem van de andere soort, dan is dat geen bestuiving.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

6.2 Bestuiving
Verschillende soorten bestuiving:
- insectenbestuiving (insectenbloemen)
- windbestuiving (windbloemen)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

6.2 Bestuiving
insectenbloemen:
- bestuiving door insecten
- grote, opvallend gekleurde kroonbladeren om insecten aan te trekken
- nectar om insecten aan te trekken
- stuifmeelkorrels blijven aan het insect vastplakken als deze naar nectar zoekt


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

6.2 Bestuiving
Bij windbloemen blaast de wind het stuifmeel weg.
Het stuifmeel kan dan bij toeval op een stempel van een bloem van dezelfde plantensoort terechtkomen.
Die kans is klein.

Windbloemen maken dan ook veel stuifmeel in verhouding tot insectenbloemen.



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Windbloemen zijn vaak klein en onopvallend gekleurd.
De kroonbladeren zijn meestal groen.

De helmknoppen hangen vaak buiten de bloem.
Daardoor kan de wind het stuifmeel gemakkelijk wegblazen. .

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De stempels zijn groot en vertakt.
Ze steken meestal buiten de bloem uit.

Daardoor is de kans groter dat er stuifmeel op komt

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

belangrijk!!!!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Bestuiving of geen bestuiving?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

6.3 Bevruchting


  • Verloop van bevruchting 
  •  Na bevruchting

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting
Het samensmelten van de celkernen heet bevruchting

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting

Na bevruchting:


Eicel --> kiem


Zaadbeginsel --> zaad

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting
Na de bevruchting beginnen de bevruchte eicel en het zaadbeginsel te groeien.  Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. Elk zaad bevat een kiem. 

Er kunnen meerdere bevruchte eicellen ontstaan in het vruchtbeginsel.



Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Na bevruchting

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Lees de lesstof van 6.1, 6.2 en 6.3
Maak:
6.1 opdr. 1 t/m 5
6.2 opdr. 1 t/m 6
6.3 opdr. 1 t/m 7


Slide 47 - Slide

This item has no instructions