Herhalingsles, lidwoorden +ezelsbruggetjes, klas 2.

Programm
    Rückblick und Lernziele
    • Was haben wir letztes Mal gemacht? + Was werden wir heute lernen?
    Grammatik Verben (stam op d/t of stam op s/ß/z)
    Wiederholung
      Grammatik
      • Lidwoorden + ezelsbruggetjes
      Evaluation






            1 / 45
            next
            Slide 1: Slide
            DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

            This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

            time-iconLesson duration is: 30 min

            Items in this lesson

            Programm
              Rückblick und Lernziele
              • Was haben wir letztes Mal gemacht? + Was werden wir heute lernen?
              Grammatik Verben (stam op d/t of stam op s/ß/z)
              Wiederholung
                Grammatik
                • Lidwoorden + ezelsbruggetjes
                Evaluation






                      Slide 1 - Slide

                      Rückblick
                      • Was machten wir letztes Mal?

                      Slide 2 - Slide

                      Vertaal:
                      jij danst (tanzen)

                      Slide 3 - Open question

                      Vertaal:
                      jij meldt (melden)

                      Slide 4 - Open question

                      Vertaal:
                      Jullie antwoorden (antworten)

                      Slide 5 - Open question

                      Lernziel
                      • Je kunt de regels toepassen rondom de Duitse lidwoorden (A1)

                      Slide 6 - Slide




                      Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

                      Slide 7 - Slide

                      Aantekening: schrijf mee in je schrift!
                      Mannelijke woorden:
                      • alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer
                      • alle dagen van de week: der Montag
                      • alle seizoenen: der Sommer
                      • alle maanden: der Oktober
                      der Kater

                      Slide 8 - Slide

                      Vrouwelijke woorden:
                      • alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma
                      • de meeste woorden op -e: die Adresse
                      • alle woorden op -ung: die Zeitung
                      • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
                      • alle woorden op -heit: die Freiheit
                      • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
                      • alle woorden op  -ion die Edition 
                      die Katze

                      Slide 9 - Slide

                      Onzijdige woorden:
                      • alle woorden op -chen: das Kaninchen
                      • de meeste het-woorden: das Dorf 
                      das Buch

                      Slide 10 - Slide

                      Bestellung
                      1/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 11 - Quiz

                      Freundin
                      2/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 12 - Quiz

                      Meerschweinchen
                      3/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 13 - Quiz

                      Gesundheit
                      4/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 14 - Quiz

                      Pilot
                      5/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 15 - Quiz

                      Aufgabe
                      6/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 16 - Quiz

                      Fenster
                      7/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 17 - Quiz

                      Frühling
                      8/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 18 - Quiz

                      Ken je alle ezelsbruggetjes? Neem ze nog één keer goed door en maak de volgende 8 quizvragen. Succes!

                      Slide 19 - Slide

                      -chen
                      1/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 20 - Quiz

                      seizoen
                      2/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 21 - Quiz

                      -schaft
                      3/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 22 - Quiz

                      biologisch geslacht
                      4/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 23 - Quiz

                      -e
                      5/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 24 - Quiz


                      6/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 25 - Quiz

                      -ung
                      7/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 26 - Quiz

                      het
                      8/8
                      A
                      der (m)
                      B
                      die (v)
                      C
                      das (o)

                      Slide 27 - Quiz

                      En nu kijken we of het je lukt de regels op woorden toe te passen. Weet jij welk ezelsbruggetje op het woord van toepassing is? Zet 'm op! Je krijgt weer 8 vragen.

                      Slide 28 - Slide

                      Ausländer
                      1/8
                      vertaling
                      A
                      biologisch man/vrouw
                      B
                      verkleinwoord
                      C
                      dag/maand/seizoen
                      D
                      vrouwelijke uitgang

                      Slide 29 - Quiz

                      Panne
                      2/8
                      vertaling
                      A
                      verkleinwoord
                      B
                      dag/maand/seizoen
                      C
                      het-woord
                      D
                      vrouwelijke uitgang

                      Slide 30 - Quiz

                      Wasser
                      3/8
                      vertaling
                      A
                      vrouwelijke uitgang
                      B
                      het-woord
                      C
                      biologisch man/vrouw
                      D
                      dag/maand/seizoen

                      Slide 31 - Quiz

                      Männlichkeit
                      4/8
                      vertaling
                      A
                      het-woord
                      B
                      biologisch man/vrouw
                      C
                      vrouwelijke uitgang
                      D
                      verkleinwoord

                      Slide 32 - Quiz

                      Wochenende
                      5/8
                      vertaling
                      A
                      dag/maand/seizoen
                      B
                      vrouwelijke uitgang
                      C
                      het-woord
                      D
                      verkleinwoord

                      Slide 33 - Quiz

                      Polizistin
                      6/8
                      vertaling
                      A
                      verkleinwoord
                      B
                      biologisch man/vrouw
                      C
                      het-woord
                      D
                      dag/maand/seizoen

                      Slide 34 - Quiz

                      Mannschaft
                      7/8
                      vertaling
                      A
                      biologisch man/vrouw
                      B
                      verkleinwoord
                      C
                      vrouwelijke uitgang
                      D
                      het-woord

                      Slide 35 - Quiz

                      Mädchen
                      8/8
                      vertaling
                      A
                      het-woord
                      B
                      vrouwelijke uitgang
                      C
                      biologisch man/vrouw
                      D
                      verkleinwoord

                      Slide 36 - Quiz

                      Alles onder de knie?
                      Beantwoord de volgende 9 vragen in stilte
                      Kies snel je antwoord, je hebt 3 seconden per vraag!
                      Heb je alles goed?
                      Tot slot maken we de allereerste test nóg een keer. Heb je nu wel (bijna) alles goed? Zet 'm op!

                      Slide 37 - Slide

                      Freundin
                      2/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 38 - Quiz

                      Meerschweinchen
                      3/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 39 - Quiz

                      Gesundheit
                      4/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 40 - Quiz

                      Pilot
                      5/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 41 - Quiz

                      Aufgabe
                      6/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 42 - Quiz

                      Fenster
                      7/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 43 - Quiz

                      Frühling
                      8/8
                      A
                      der
                      B
                      die
                      C
                      das

                      Slide 44 - Quiz

                      Slide 45 - Slide