• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

V5 H17-H18

Welke stelling is goed of fout?
I. Aandelen en obligaties zijn eigendomsbewijzen: dit betekent dat de bezitter ervan voor een deel(tje) eigenaar is van de NV.
II. De waarde die op een obligatie gedrukt staat noemen we de nominale waarde.
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welke stelling is goed of fout?
I. Aandelen en obligaties zijn eigendomsbewijzen: dit betekent dat de bezitter ervan voor een deel(tje) eigenaar is van de NV.
II. De waarde die op een obligatie gedrukt staat noemen we de nominale waarde.
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 1 - Quiz

Wat is een aandeel?
A
Lening aan bedrijf
B
Bewijs van deelname aan kapitaal van bedrijf
C
Lening aan overheid
D
Bewijs v/ deelname aan kapitaal van overheid

Slide 2 - Quiz

NV Bora heeft een maatschappelijk aandelenvermogen van € 2.000.000 verdeeld in 400.000 aandelen. 60% van de aandelen is geplaatst tegen een koers van 6,-.
De agioreserve bedraagt
A
€ 1,-
B
€ 1.440.000,-
C
€ 5,-
D
€ 240.000

Slide 3 - Quiz

Winst per aandeel €1.03 Koers per jaarultimo €22.48 Dividend per aandeel €0.87. 500 aandelen voor €22.50 per stuk. Hij verkocht ze voor €21.30 per aandeel na dividend gekregen te hebben.
A
Dividendrendement: 3%
B
Dividendrendement: 3.87%
C
Dividendrendement: 38%
D
Dividendrendement: 38.7%

Slide 4 - Quiz

Welke reele rente ontvang je?
Nominaal is 2% en inflatie is 3%?
A
-0.97%
B
-1%
C
0.97%
D
1%

Slide 5 - Quiz

Een obligatielening wordt uitgegeven voor de koers van 98%.
Er ontstaat
A
agio
B
tantiemes
C
dividend
D
disagio

Slide 6 - Quiz

Niau NV heeft een 3,5% converteerbare obligatielening uitstaan. De conversievoorwaarden zijn: 8 obligaties (nominaal €40) met bijbetaling van €250 levert 5 aandelen (nominaal €100) op. De conversieprijs is €114. Hoeveel agio ontstaat er bij deze conversie?
A
€14
B
€570
C
€112
D
€70

Slide 7 - Quiz

Een obligatielening wordt uitgegeven voor de koers van 98%.
Het interestpercentage van de obligatielening ligt:
A
hoger dan die van vergelijkbare obligaties
B
lager dan die van vergelijkbare obligaties
C
gelijk aan die van vergelijkbare obligaties

Slide 8 - Quiz

Wat is een voordeel van de terugverdientijd methode?
A
Houdt rekening met het moment van de cashflows
B
Houdt rekening met interestkosten
C
Het is de eenvoudigste methode
D
Het is de meest precieze methode

Slide 9 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen de bv/nv en de stichting/vereniging?
A
De nv/bv zijn rechtspersonen
B
De bv/nv heeft bestuurders
C
De bv/nv zijn op winst gericht
D
De bv/nv moet per notariele akte worden opgericht

Slide 10 - Quiz

Wat is de kortste terugverdientijd?
Beide projecten kosten 100.000 euro
Cashflow p1: j1=50.000 j2=40.000 j3=30.000
Cashflow p2: j1=40.000 j2= 40.000 j3=30.000
Cashflows worden gelijkmatig over het jaar ontvangen.
A
2 jaar en 8 maanden
B
2 jaar en 9 maanden
C
2 jaar en 4 maanden
D
2 jaar en 3 maanden

Slide 11 - Quiz

Opdracht
Jansen NV heeft een maatschappelijk aandelenkapitaal van €2000.000 waarvan € 1.500.000 is geplaatst. Alle aandelen hebben een nominale waarde van €25. Jansen NV besluit voor nominaal €200.000 aandelen te plaatsen tegen een koers van €85,-. 
Verwerk de plaatsing van de aandelen op de balans. Welke balansposten nemen toe en met hoeveel? 

Slide 12 - Slide

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 13 - Quiz

Dit is iemand die met een eigen onderneming zijn inkomen verdient.

Slide 14 - Open question

Met behulp van dit schema kun je zien hoe de taken en verantwoordelijkheden in een bedrijf zijn verdeeld.

Slide 15 - Open question

Een voordeel van een Vof is...
A
... dat je niet verantwoordelijk bent met je privévermogen
B
... dat het bedrijf doorgaat als één van de eigenaren ziek is
C
... dat je meestal minder vermogen kunt inbrengen dan bij een eenmanszaak
D
... dat je als enige de leiding hebt over het bedrijf

Slide 16 - Quiz

Het verschil tussen een zzp'er en iemand met een eenmanszaak is ...
A
... dat een zzp'er personeel kan hebben en een eenmanszaak niet
B
... dat een eenmanszaak personeel kan hebben en een zzp'er niet

Slide 17 - Quiz

Wat is het voordeel van een onderneming met rechtspersoonlijkheid?
A
Je betaalt minder belasting
B
Je bent zelf als ondernemer niet aansprakelijk voor schulden
C
Het is makkelijker om kapitaal te verdelen
D
Door de scheiding tussen kapitaal en bestuur gaat besluitvorming beter

Slide 18 - Quiz

More lessons like this

V6 h12-h13

December 2019 - Lesson with 23 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

H19 herhaling §1 t/m §6

October 2023 - Lesson with 10 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

G5M&O - 17 juni 2019

June 2019 - Lesson with 12 slides
Management en organisatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Les 2 Herhaling Beleggen en H19 en convertaarbare lening

November 2024 - Lesson with 32 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

H19.4

October 2021 - Lesson with 20 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

H41.3

April 2021 - Lesson with 26 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Les 4 Herhaling Beleggen en H19 en convertaarbare lening

March 2024 - Lesson with 46 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Les 7 Toets (OPENBAAR) Beco hoofdstuk 18 t/m 23

April 2023 - Lesson with 26 slides
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings