Aristoteles

Aristoteles (384 -322 vC)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aristoteles (384 -322 vC)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat deze filosoof betekent voor de hedendaagse ethiek.
Je kunt uitleggen wat zijn ethiek inhoudt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Homo universalis
Hij was bekwaam in filosofie,
psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en
natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater etc..

Slide 4 - Slide

Weeskind
Opgevoed door zijn oom.

Op zeventienjarige leeftijd vertrok hij naar Athene en werd 
leerling
 aan Plato's Academie.

Daar bleef hij twintig jaar lang tot 347 v. Chr.





Slide 5 - Slide

privéleraar
  • werd hij in ca. 342 v.Chr.  van de toen veertienjarige Alexander
  • Later beter bekend als 'Alexander de Grote'. De koning van Macedonie.               

Slide 6 - Slide

collaborateur
(=iemand die samenwerkt met de vijand)
Als gevolg van een anti-Macedonische reactie na het
plotse overlijden van Alexander de Grote (in 323 v.Chr.) 
werd hij als collaborateur beschouwd en aangeklaagd wegens goddeloosheid (=gebrek aan geloof in een godheid). 

Slide 7 - Slide

De eerste overtreding tegen de filosofie werd begaan tegenover Socrates. Zoek op google hoe en waarom Socrates ter dood is gebracht.

Slide 8 - Open question

  • Hij verliet de stad, met als reden "dat hij de Atheners een tweede overtreding tegen de filosofie wilde besparen."
  • Hij week uit naar Chalkis, naar het landgoed van z'n moeder.
  • Daar stierf hij een jaar later  aan de gevolgen van een maagkwaal op eenenzestig jarige leeftijd.


Slide 9 - Slide

Ethiek
Doel: Gelukkig zijn!

Opgroeien tot een volwassen persoon die streeft naar geluk.

Slide 10 - Slide

Deugdethiek

  • De studie van de filosofie.
  • De phronesis. 
  • Genot. (hedonisme)


Aristoteles is de grondlegger van de deugdethiek.




Slide 11 - Slide

Wie is de grondlegger van het hedonisme?
A
Plato
B
Socrates
C
Kierkegaard
D
Epicurus

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de twee grootste angsten van mensen volgens het hedonisme?

Slide 13 - Open question

Leg uit waarom de angsten uit de vorige vraag onterecht zijn volgens het hedonisme.

Slide 14 - Open question

6

Slide 15 - Video

03:10
Waar beschikken (volgens Aristoteles) succesvolle mensen over?
A
bepaalde omstandigheden
B
bepaalde uiterlijke kenmerken
C
bepaalde deugden
D
bepaalde handelingen

Slide 16 - Quiz

04:47
Waar dient kunst voor?
A
Het laat ons de mooie kan van het leven zien waar we van kunnen genieten.
B
Het zorgt ervoor dat wij ervoor dat we geen schuldgevoel krijgen.
C
Het maakt dat we ons leven op de juiste manier leren waarderen.
D
Zo blijven bepaalde waarheden ins ons denken hangen.

Slide 17 - Quiz

05:47
Wat leert vriendschap ons?
A
Om trouw te zijn aan ons zelf.
B
Om jezelf belangrijk te vinden.
C
Dat we ons moeten open stellen voor andere mensen.
D
Wie we eigenlijk zouden moeten zijn.

Slide 18 - Quiz

05:47
Leg uit wat deugden zijn en hoe je deze kunt leren.

Slide 19 - Open question

04:47
Wat is de functie van tragedie in de kunst?
A
Het herinnert ons er aan dat het leven zo maar kan veranderen. We moeten dus omzien naar mensen die het minder hebben.
B
Het herinnert ons er aan dat wij een goed leven lijden en dat we dankbaar moeten zijn.
C
Het herinnert ons er aan dat hard werken altijd wordt beloont.
D
Het herinnert ons er aan dat er in de wereld altijd arme mensen zullen zijn. Zij zijn van de rijken afhankelijk.

Slide 20 - Quiz

03:10
Wat maakt een mens gelukkig?
A
Door in het midden te blijven tussen 2 excessen.
B
Door je zelf op de voorgrond te stellen.
C
Door je zelf op de achtergrond te stellen.
D
Door niet je zelf te laten zien aan anderen.

Slide 21 - Quiz

Goed kunnen spreken bij Aristoteles betekent
A
met veel woorden weinig zeggen
B
mensen naar de mond praten
C
mensen overtuigen van jouw standpunt
D
veel "bla bla" en weinig inhoud

Slide 22 - Quiz