45-3: Persoonsvorm verleden tijd: zwakke werkwoorden

WELKOM!

LEG JE BOEK ALVAST OP HET HUISWERK.

1 / 11

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM!

LEG JE BOEK ALVAST OP HET HUISWERK.

Slide 1 - Slide

WELKOM!

LEG JE BOEK ALVAST OP BLZ. 254.

Lees de groene theorie.

Slide 2 - Slide

Blz 254: Pvvt

Lesdoel:

Je kunt de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct spellen.

Slide 3 - Slide

Zwakke werkwoorden

Veranderen niet van klank in de verleden tijd.

klop-klopte

ren-rende

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Hoe spel je de persoonsvorm in de verleden tijd
met zwakke werkwoorden?

Zwakke werkwoorden:

Enkelvoud-> stam + de: ik/jij/hij/zij/het gooide
Meervoud -> stam + den: wij/jullie/zij gooiden
Enkelvoud -> stam + te : ik/jij/hij/zij/het stopte
Meervoud -> stam + ten: wij/jullie/zij stopten

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Hoe spel je de persoonsvorm in de verleden tijd
met zwakke werkwoorden?

Hoe weet je of je in de vt –te(n) moet schrijven of juist – de(n)?

Schrijf stam + te(n) als de stam eindigt op een medeklinker uit eindigt op een medeklinker uit
’T (e)X-K(o)FSCH(i)P

Slide 6 - Slide

Zet het werkwoord in de verleden tijd.
De hond rent.

Slide 7 - Open question

Zet het werkwoord in de verleden tijd.
Het kind proeft het ijsje.

Slide 8 - Open question

Zet het werkwoord in de verleden tijd.
Zij zeilen met hun boot.

Slide 9 - Open question

Hoe goed kun je nu de pv in de vt spellen?

😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Maken=huiswerk

Blz. 254

Opdracht 1 t/m 5 en 7.

Klaar? Dan:

blz. 230: groene theorie bestuderen en

opdracht 1, 2, 3, 5.

In je boek:2 In je schrift: 1, 3, 5.

Slide 11 - Slide