KT2A ma 3-3: grammar meervoud

1 / 16

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome

Welcome
Grammar: meervoud
Work on weektask

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Toets Engels: 7 maart

vocabulary p. 48 (EN-NL, NL-EN)
stone 10 p. 50 (NL-EN)
grammar: meervoud p. 27

+ reading opdracht

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Meervoud: -s

Meestal komt er -s achter het woord om meervoud te maken:

one street two streets

one cat two cats

one book two books

Slide 7 - Slide

Meervoud: -es

Als het woord eindigt op een s-klank (s/x/sh/ch/z) komt er -es achter het woord om meervoud te maken:

one dress two dresses

one box two boxes

one wish two wishes

Slide 8 - Slide

Meervoud: -y > -ies

Als het woord eindigt op -y maak je er -ies van

one baby two babies

one party two parties

Slide 9 - Slide

Meervoud: -f/fe > -ves

Als het woord eindigt op -f of -fe maak je er -ves van

one wolf two wolves

one knife two knives

Slide 10 - Slide

Meervoud: eigen vorm

Een aantal woorden hebben een eigen vorm

mouse - mice woman - women

child - children man - men

tooth - teeth foot - feet

person - people goose - geese

Slide 11 - Slide

Meervoud: hetzelfde

Een aantal woorden blijven hetzelfde in meervoud

fish - fish

sheep - sheep

deer - deer

Slide 12 - Slide

Weektask week 9+ 10

week 9

week 10

Slide 13 - Slide

Check answers grammar ex 28, 29, 30 on p. 26

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide