Hoofdstuk 6: Verlichting en revoluties

Verlichting en revoluties
 Hoofdstuk 6
18e eeuw
1 / 77
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 77 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Verlichting en revoluties
 Hoofdstuk 6
18e eeuw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


6.1 De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio-> rationalisme)
  • Door de Verlichting krijgen mensen meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel. --> Revolutie!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Belangrijkste aspecten
  1. Alleen logisch nadenken (rationalisme) en waarneming (empirisme) leiden tot kennis.
  2.  Kritisch nadenken en discussie
  3. Onderwijs en opvoeding om samenleving te verbeteren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voltaire
  • God heeft de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeit zich niet meer actief met de wereld 

  • Mechanistisch wereldbeeld

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

John Locke
- Volgens Locke zijn alle mensen als gelijke geboren. Alleen de opvoeding maakt tot wie jij bent.
- We hebben dezelfde natuurlijke rechten zoals het recht op vrijheid en het recht op bezit.
- Koningen mogen een land regeren als zij rekening houden met de belangen van het volk. Sociaal contract

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 Rousseau:
  • Jean- Jacques Rousseau (1712-1778)
  • landen moeten rechtstreeks bestuurd worden door het volk  (= directe democratie)
  • volkssoevereiniteit: 
Het idee dat de hoogste macht in de staat bij het volk ligt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten
(Trias Politica)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Waarom?
Als de drie machten verdeeld zijn en elkaar controleren is de kans op machtsmisbruik het kleinst. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Aantekeningen Verlichting op orde!
3, 4, 6, 7, 8, 9 van MEMO maken
Quiz in Classroom

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Noem een verschil en een overeenkomst tussen de ideeën van Locke en Rousseau?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Waar haalden 'verlichte' denkers hun kennis vandaan?
A
Uit de bijbel
B
Uit de klassieke literatuur
C
adel en geestelijken
D
Rationele argumenten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen idee van John Locke
A
Alle mensen zijn gelijk geboren.
B
Koningen mogen een land regeren als ze de belangen van het volk tegemoet komen
C
De macht moest verdeeld worden over drie machten.
D
Iedereen heeft dezelfde grondrechten.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

6.2 Vorsten en Verlichte ideeën
- In Frankrijk kwam het volk in contact met de ideeën door:
- brieven, publicaties (tijdschriften, boeken), discussies in koffiehuizen en vooral in salons

Salons
Een literaire salon is een sociaal-literaire bijeenkomst waarbij verschillende schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars elkaar regelmatig ontmoeten om zaken op het gebied van literatuur, poëzie, filosofie en soms nog andere kunsten en politiek te bespreken. Deze bijeenkomsten werden met name georganiseerd door de edelen.
De Encyclopedie van Diderot werd het boegbeeld van de Verlichting in Frankrijk in de 18e eeuw. De eerste 28 delen zijn in Frankrijk gepubliceerd tussen 1751 en 1772.

In de encylopedie staan allerlei gebieden van kennis op wetenschappelijk bescheven. Bijvoorbeeld planten, voertuigen ect.
Publieke opinie: een verzameling van meningen als gevolg van discussie onder de burgers

Slide 21 - Slide

Gaston van Orleans (1608-1660); broer van koning Lodewijk XIII; wilde meer macht en streed tegen koning en adviseurs

Lodewijk XIII (1601-1643); 

kardinaal Richelieu (1585-1642): adviseur van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV

kardinaal Mazarin (1602-1661): adviseur van Lodewijk XIV
Kenmerkend aspect

Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor
absolute vorsten. Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
C
De koning is absoluut vorst
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zag de samenleving er uit in de 18e eeuw? 
Absolutisme:

De koning heeft alle(absolute) macht. 

Ancien régime:

Samenleving zoals het altijd geweest was --> 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verlichting


Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren .

( oftewel denk logisch na en luister  niet te veel naar de kerk en vorst) 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verlicht absolutisme
Sommige absolute vorsten in Europa gaan het verlichte denken overnemen. 


  • oude gewoonten en privileges afschaffen
  • geloofsvrijheid
  • onderwijs voor het volk
  • grondwet (mensenrechten)


Wel zorgden ze ervoor dat ze het alleenrecht bleven houden: geen inspraak voor de burgers en de vorst kon niet afgezet worden.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Verlicht absolutisme 
regeringsvorm waarbij absolute vorsten bereid waren om een aantal ideeën van de Verlichting uit te voeren

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Verlicht absolutisme
Een vorst die alleen heerst, maar in het koningschap verlichte ideeën doorvoert. 

Zoals Frederik de Grote, koning van Pruisen. 
- Scholen/Universiteiten
- Infrastructuur 
- Religieuze vrijheid

Toch bleven de hervormingen van een verlicht vorst beperkt: de fundamenten van zijn eigen koningschap kon hij niet ondermijnen.
Ik ben geen dienaar van god, maar eerste dienaar van de staat.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Frankrijk
Bakermat voor de verlichting.
Toch kende het geen verlicht absolutisme als bestuursvorm. 

Zo was er bijvoorbeeld: Censuur

Ancien Regime bleef bestaan.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Alles voor het volk,
maar niets door het volk past bij...
A
verlicht absolute vorst
B
democratische revolutie
C
abolitionisme
D
rationeel optimisme

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit dat de Verlichting en het geloof niet altijd samen gingen.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

6.3 Burgers aan de macht
Verlichte ideeën in de praktijk: democratische revoluties eind 18e eeuw
- Amerikaanse Revolutie (grondwet 1787)
- Mislukte revolutie in de Republiek  (kritische burgers --> patriotten 1787)
- Franse Revolutie (1789)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 34 - Slide

This item has no instructions


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 36 - Video

This item has no instructions


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: geestelijken, adel, derde stand (burgers & boeren)

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hoe zag de samenleving er uit in de 18e eeuw? 
Absolutisme:

De koning heeft alle(absolute) macht. 

Ancien régime:

Samenleving zoals het altijd (tot de Franse Revolutie) geweest was --> 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Verlichting
vanaf 1700


Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren .

( oftewel denk logisch na en luister  niet te veel naar de kerk en vorst) 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions


Frankrijk gaat failliet
mei 1789


  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op.
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions




  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 42 - Slide

This item has no instructions




De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting of afschaffing van de privilieges. 
Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 43 - Slide

This item has no instructions


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.

Lodewijk had nog wel aan een adviseur gevraagd of het een 'opstand' was.
Deze gaf aan: "Het is geen opstand, het is een revolutie."
Lodewijk begreep er niets van: "Waarom?"

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Verklaring van de rechten 
van de mens en de burger
augustus 1789



  • In dit document wordt duidelijk gemaakt dat ieder mens vrij én met gelijke rechten wordt geboren.
  • Deze verklaring is gebruikt als voorbeeld voor Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions


Van Versailles naar Parijs...
oktober 1789



  • Het Franse volk eist dat de koning in Parijs gaat wonen, en niet ver weg in Versailles. De menigte was als vrouwen verkleed in de hoop dat er niet op hen werd geschoten. 
  • Met succes: de koninklijke familie verhuisde naar het Tuilerieënpaleis. 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions


De koning is gevlucht!
juni 1791



  • Het is wel duidelijk dat de koning nog maar weinig macht heeft en dat zijn positie in gevaar is.
  • De koninklijke familie besluit te vluchten, maar worden in het noorden van Frankrijk betrapt en teruggebracht naar het Tuilerieënpaleis in Parijs.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions


Een nieuwe grondwet
september 1791



  • In de nieuwe grondwet is er plek voor de koning, al is zijn macht erg klein geworden.
  • Ondertussen zoekt de koning in het geheim steun bij de koningen en keizers van andere landen: "Kom mij helpen!"

Slide 52 - Slide

This item has no instructions


Bestorming van de Tuilerieën
september 1792



  • De koning en koningin worden gearresteerd en gevangen gezet.
  • Het koningschap wordt afgeschaft: Frankrijk is een republiek

Slide 53 - Slide

This item has no instructions


De Terreur
1793-1794



  • De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale Jakobijnen.
  • Tijdens het Schrikbewind worden tienduizenden 'tegenstanders' van de Revolutie opgepakt en terechtgesteld.
  • De leider van de Jakobijnen is Robespierre.

Slide 54 - Slide

This item has no instructions


Lodewijk wordt onthoofd
januari 1793



  • De revolutionairen ontdekken de geheime briefwisseling tussen Lodewijk en de Oostenrijkse keizer, en oordelen: "Hoogveraad!"
  • De koning wordt ter dood veroordeeld en terechtgesteld in Parijs.
  • In oktober volgt ook de koningin, Marie Antoinette.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions






Marie Antoinette werd door het volk enorm gehaat. 
Dit kwam vooral door haar luxe levensstijl en de 
grote hoeveelheden geld die ze uitgaf aan
haar hofhouding, kleding en sieraden.

Slide 56 - Slide

This item has no instructions





Marat was één van de leiders van De Terreur.
Vanwege een huidziekte bracht hij een groot deel van de dag door in bad. Daar ontving hij ook zijn bezoek. Eén van deze bezoekers, Charlotte Corday, een tegenstandster, stak hem tijdens zo'n bezoek dood: "Het is volbracht; het monster is dood"

Helaas werden als reactie op de moord, duizenden tegenstanders vermoord.

Slide 57 - Slide

This item has no instructions


Einde aan De Terreur
zomer 1794



  • Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794 wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

  • De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 58 - Slide

This item has no instructions


Einde aan De Terreur
zomer 1794



Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794
wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 59 - Slide

This item has no instructions


Einde aan De Terreur
zomer 1794



Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794
wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 60 - Slide

This item has no instructions


De Directoire
1795-1799



  • Na De Terreur, en een korte burgeroorlog, willen de Fransen rust.
  • De regering, de Directoire ('Directie'), van 5 directeuren heeft echter vooral te maken met economische tegenslagen en is erg zwak.
  • Eigenlijk hopen veel Fransen dat één man het land gaat redden...

Slide 61 - Slide

This item has no instructions


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Video

This item has no instructions

Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.

Slide 64 - Drag question

This item has no instructions

Slide 65 - Video

This item has no instructions

Wat is een verschil en wat is een overeenkomst tussen de FR en de revolutie in Nederland?

Slide 66 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je nog over democratische revoluties?

Slide 67 - Mind map

This item has no instructions

6.4 Vrijheid, ook voor de slaven?
- Trans-Atlantische slavenhandel
- Abolitionisme

Periode: 1500-1865

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Plantages en slavernij

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Trans-atlantische slavenhandel

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Abolitionisme
  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'

  • Slavernij past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig. 
  • Adam Smith: mensen worden door loon meer geprikkeld om te werken = economisch liberalisme
  • Hoe? Pamfletten, boeken en politieke vertegenwoordigers








Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft abolitionisme te maken met de Verlichting?

Slide 72 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn plantages?
A
Plantages zijn grote landbouwbedrijven waar één product wordt verbouwd.
B
Plantages zijn grote landbouwbedrijven in Europa waar meerdere producten worden verbouwd.
C
Plantages zijn velden waar suiker, cacao en aardappelen wordt verbouwd.
D
Plantages zijn altijd slavenbedrijven.

Slide 73 - Quiz

This item has no instructions

Slide 74 - Video

This item has no instructions

Filmvragen opdr 7 (slavernij)  bespreken
Classroom

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Slide 76 - Video

This item has no instructions

Slide 77 - Link

This item has no instructions