Les 5 Angststoornissen

1 / 54
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Toets
Leerdoel
Herhalen theorie vorige les
Theorie over angststoornis
Uitzetten opdracht
Leerdoel checken
Volgende week

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhalen vorige les
PTSS

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat is PTSS

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Noem een paar gevolgen voor iemand met PTSS

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Noem een paar oorzaken van PTSS

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Noem een paar symptomen van PTSS

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Leerdoel
  • Je legt het verschil uit tussen vrees en angst
  • Je maakt onderscheid tussen de verschillende angststoornissen uit de DSM 5
  • Je benoemt de oorzaken en de behandeling van Gegeneraliseerde angststoornis, Paniekstoornis, Specifieke fobie, Agorafobie en Sociale angststoornis

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat maakt jouw angstig of vrees je? Wat voel je dan als je angstig bent?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

welke angsten kennen jullie

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00
Je word regelmatig overvallen door een korte, hevige angst
Je hebt angst voor een bepaald ding of situatie.
Zorgen en angsten bepalen je leven. 
Je durft niet goed naar buiten
Je bent bang voor kritiek van een ander en/ of bang voor je eigen reactie op een situatie.
Paniekstoornis
specifieke fobie
Gegeneraliseerde  angststoornis
Agorafobie
Sociale angststoornis

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bij een fobie bestaat een intense angst of paniek voor een bepaalde situatie, voorwerp, plaats en persoon

Vraag:
Hoe kan je zien dat iemand een fobie heeft?
timer
2:00

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat was het leerdoel
  • Je legt het verschil uit tussen vrees en angst
  • Je maakt onderscheid tussen de verschillende angststoornissen uit de DSM 5
  • Je benoemt de oorzaken en de behandeling van Gegeneraliseerde angststoornis, Paniekstoornis, Specifieke fobie, Agorafobie en Sociale angststoornis

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vragen & Afsluiting

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions


Gegeneraliseerde angststoornis:
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis zijn overmatig en bezorgd over dagelijkse dingen.

Vraag:
Waar piekeren mensen over met deze angststoornis?
timer
2:00

Slide 36 - Open question

Antwoord:
Gezondheid, relaties, geld, dat er iets naars gaat gebeuren.
Oorzaak:
Geen duidelijke oorzaak. Deel is erfelijk. Ingrijpende gebeurtenissen zoals een sterfgeval.

Sociale angststoornis:
Angst voor sociale contacten en sociale situaties met andere mensen.

Vraag:
Welke voorbeelden van angsten kan je vinden als het gaat om sociale angst?
timer
2:00

Slide 37 - Open question

Antwoord:
angst om iemand te ontmoeten
angst om te telefoneren
angst om in het openbaar te spreken
angst om in een restaurant te eten
bang om te gaan blozen.
Oorzaken:
Ómgevingsfactoren zoals overbeschermende opvoeding.
Erfelijk bepaalde kwetsbaarheid
Paniekstoornis:
Iemand met een paniekstoornis heeft regelmatig paniekaanvallen. Tijdens een paniekaanval wordt hij of zij onverwacht overvallen door een plotselinge golf van intense angst of intens onbehagen.

Vraag:
Welke stressfactor of ingrijpende gebeurtenis kan een paniek stoornis veroorzaken denk je?
timer
2:00

Slide 38 - Open question

Antwoord:
een lichamelijke ziekte, een bevalling, een verhuizing, stress op het werk, of het verlies van een dierbaar persoon.
Oorzaken:
Erfelijke aanleg.
Ingrijpende gebeurtenissen
Stress.
Verschil: Angst en Vrees
Bij vrees is duidelijk waarvoor iemand bang is bijv. hoogtevrees, watervrees, etc.

Bij angst is vaak niet duidelijk waarvoor iemand bang is. Je kunt je erg angstig voelen zonder te weten waarom.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Alle psychiatrische patiënten kennen angst
We weten allemaal wat angst is. We hebben daar een bepaalde beleving of voorstelling van.

Veel van ons gedrag is erop gericht angst uit de weg te gaan of te voorkomen. We zijn dan geneigd ons overdreven aan te passen i.p.v. het conflict aan te gaan. 

Als de angst zo groot is dat het in denken, voelen en handelen op de voorgrond staat


Dan spreken we van een Angststoornis

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

DSM- 5
De DSM-5 onderscheidt verschillende type Angststoornissen:

  1. Gegeneraliseerde angststoornis
  2. Paniekstoornis
  3. Specifieke fobie
  4. Agorafobie
  5. Sociale angststoornis
  6. Angststoornis door middel/medicatie
  7. Angststoornis door somatische aandoening

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Gegeneraliseerde angststoornis
Symptomen:
Een overmatige angst en bezorgdheid over veel verschillende dingen in het dagelijks leven zoals:


Perfectionistisch
Conformistisch
Onzeker over zichzelf
Ontevreden over hun prestaties
Taken steeds opnieuw en beter willen doen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

De angst of bezorgdheid gaat samen met ten minste drie van de volgende lichamelijke klachten:

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Gegeneraliseerde angststoornis
Oorzaak:
Voor een derde deel is de aandoening erfelijk
Maar of je het ook daadwerkelijk krijgt wanneer erfelijk belast bent, hangt van meer dingen af:
- Over bezorgdheid van ouders
- Negatieve gebeurtenissen tijdens de kinderjaren
- Stressvolle gebeurtenissen in je leven, zoals een sterfgeval



Behandelen:
Cognitieve gedragstherapie
Medicatie (antidepressiva)

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Paniekstoornis

  • Paniek is een verlammende angst; je kunt letterlijk en figuurlijk niets meer
  • Bij een paniekstoornis is er sprake van paniekaanvallen. Deze kunnen enkele minuten tot enkele uren duren
  • Ze komen onverwachts, met een hevig opkomende angst die gepaard gaat met een intens onbehaaglijk gevoel van onheil
  • Meestal denkt men de eerst keer aan een lichamelijke ziekte



Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Paniekstoornis
Oorzaken:
  • Men denkt dat er meerdere genen een rol spelen
  • Er is een verband tussen ademhalingsstoornissen (astma) en paniekstoornis
  • Geven aan dat er sprake is geweest van stressvolle gebeurtenissen tijdens de maanden voor hun eerste paniekaanval


Behandeling:
  • Zelfhulp en online hulp
  • Psychologische paniekmanagement
  • Medicijnen, antidepressiva 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Fobie
Een fobie is wanneer iemand heel erg bang is voor een bepaald;
 voorwerp, persoon, plaats of situatie


Bij een fobie is dus altijd sprake van een fobische situatie of fobische stimuli. Wordt de patiënt aan die situatie blootgesteld dan treedt angst of paniek op


Onderverdelen in specifieke -en agorafobie (DSM-5)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Specifieke Fobie
Intense angst voor een bepaald ding, dier of situatie.
  • Je weet eigenlijk wel dat de angst die je hebt overdreven is.
  • Toch doe je je best om datgene waar je angstig van wordt, te vermijden

Angst voor:
honden, katten, spinnen, slangen, bloed, kleine afgesloten ruimtes, hoogtes en voor vliegen
  • Er ontstaan lichamelijke reacties, zoals zweten, hartkloppingen of een hijgende ademhaling. Je kunt ook een paniek aanval krijgen
  • Als de patiënten blootgesteld worden aan deze situaties treedt direct angst op.


Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Specifieke Fobie
Oorzaken:
  • Ontstaat soms na een gebeurtenis die traumatisch of beangstigend voor je is of;

  • dat je een specifieke fobie ontwikkelt na getuige bent geweest of het zien van een ingrijpende gebeurtenis die een ánder overkomt

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Agorafobie 
Vermijden (bepaalde) situaties buitenshuis
De persoon vermijdt plekken vanuit angst dat ontsnappen moeilijk zal zijn of omdat er in deze situaties geen hulp beschikbaar is als hij of zij in paniek raakt
Bijv. Pleinvrees
Ernstige vorm van agorafobie kunnen mensen aan huis gebonden raken doordat zij echt niet meer naar buiten durven


Oorzaken:
Agorafobie is voor ruim 60% erfelijk
Verband tussen negatieve of stressvolle gebeurtenissen tijdens de kinderjaren

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Agorafobie 
Behandeling:
Cognitieve gedragstherapie
Medicijnen, antidepressiva
Paniekmanagement

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Sociale Angststoornis
  • Sociale angststoornis noemen we ook wel Sociale Fobie


  • Je bent bang dat anderen je vreemd of raar vinden, en komt verlegen over
 

  • Het kan ook zijn dat je bang bent voor je eigen reacties op de situatie
Bijvoorbeeld bang dat je gaat blozen of trillen


  • Probeert de door jou zo gevreesde sociale situatie te vermijden


  • Een sociale-angststoornis kan betrekking hebben op één specifieke situatie of op een groot aantal situaties

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Sociale Angststoornis
Oorzaken:
Er spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan


Behandeling:
Cognitieve gedragstherapie gekozen
Medicijnen

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

welke angststoornissen zijn besproken?

Slide 54 - Mind map

This item has no instructions