MH1/H1 - Schrijven H5.6 - LES 2

H5.6 Schrijven
MH1/H1 

Les 2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.6 Schrijven
MH1/H1 

Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken
  • Klassikale opdracht
  • Theorie 'signaalwoorden'
  • Aan de slag met opdrachten
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
In de komende twee weken kun je...

• een betoog schrijven;
•  signaalwoorden gebruiken;
•  je tekst indelen in inleiding, kern en slot;
• overtuigen met argumenten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ga naar H5.6 in Talent Online
We bespreken nu het gemaakte huiswerk.
Ga op je Chromebook naar H5.6 Schrijven van Talent Online en pak opdracht 1 t/m 3+ 5 erbij. Kijk je werk goed na. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klassikale opdracht
De docent geeft een stelling. Je denkt na of je het eens bent met deze stelling of niet en bedenkt daar ook een argument bij.
De docent geeft iemand een beurt en deze persoon vertelt zijn mening + het argument. De docent geeft vervolgens iemand anders de beurt om hierop te reageren. Zo komen er een aantal stellingen aan bod.

Slide 5 - Slide

Dit is eigenlijk opdracht 4 in Talent:
Kies een onderwerp waarover jij een duidelijke mening hebt.
Als je geen onderwerp weet, kies dan uit: mobieltjes in de klas – huiswerkcontrole – game-regels thuis – snoepverbod – muziek in de kantine – zakgeld – bemoeizuchtige ouders – verplicht op sport.
Wat is een signaalwoord?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welk signaalwoord hoort niet bij een betogende tekst?
A
want
B
omdat
C
namelijk
D
daarentegen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is een betoog meestal opgebouwd?
A
Het is een tweedeling (inleiding, kern)
B
Het is een driedeling (inleiding, kern en slot)

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Signaalwoorden 
Met signaalwoorden leg je als schrijver verbanden tussen zinnen en alinea's. Hierdoor versterk je de samenhang in je tekst.

Signaalwoorden die horen bij een betogende tekst zijn: 
want, omdat, daarom, immers, namelijk. Je geeft je mening en geeft daar argumenten (redenen) bij.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
We maken klassikaal opdracht 6 in Talent Online.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Ga nu aan de slag met opdracht 7 en 8 van H5.6 Schrijven.
Als je hiermee klaar bent, ga je naar Google Classroom en begin je aan de opdracht 'Schrijftaak H5.6'.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions