H2 S1 stadsrechten

Late middeleeuwen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolGroep 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Late middeleeuwen

Slide 1 - Slide

Tijdvak 4: steden en staten
1000-1500

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat was de Hanze?

Slide 4 - Open question

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. In 1402 werd Nijmegen officieel een Hanzestad.

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 5 - Slide

Hanze

Slide 6 - Slide

In de late middeleeuwen waren gilden verenigingen van mensen met hetzelfde beroep, zoals bakkers, smeden of schoenmakers. Een gilde zorgde ervoor dat iedereen in dat beroep goed werk leverde en zich aan bepaalde regels hield. Zo wisten klanten dat ze goede producten kregen.

Een belangrijk voordeel van een gilde was dat het zijn leden beschermde. Als je bijvoorbeeld ziek werd of geen werk had, hielp het gilde je soms met geld of eten. Ook zorgde het gilde ervoor dat er niet te veel mensen hetzelfde beroep uitoefenden in een stad, zodat iedereen genoeg kon verdienen.
Om bij een gilde te horen, moest je meestal eerst leerling worden bij een vakman. Daarna werd je gezel, en als je genoeg ervaring had en een meesterproef deed, kon je meester worden en je eigen werkplaats beginnen. Pas dan mocht je echt lid worden van het gilde.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

We hebben het gehad over gilden in een stad en wat de Hanze waren. Ook is besproken hoe door het drieslagstelsel, arabische jukhals, ijzeren ploeg en ontginnen de voedselproductie omhoog schoot. Hierdoor hoefde niet iedereen meer boer te zijn en ontstonden er meer ambachten, handel en steden.

Nu zoomen we wat meer in op het bestuur van een middeleeuwse stad!

Slide 9 - Slide

Stadsrechten

Slide 10 - Slide

Wanneer is iets een dorp en wanneer een stad?

Slide 11 - Slide

Welk recht heeft een stad wel en een dorp niet?

Slide 12 - Slide

H2: Ik kan de structuur van de Middeleeuwse steden beschrijven en uitleggen.
S2.1 Ik kan uitleggen hoe en waarom steden stadsrechten kreeg.  
S2.2 Ik kan de verschillende taken in het bestuur van een Middeleeuwse stad uitleggen. 
S2.3 Ik kan uitleggen hoe een Middeleeuwse stad eruitzag en daarbij de verschillende onderdelen in een stad aanwijzen. 



Slide 13 - Slide

De eerst nog kleine handelsnederzettingen groeiden langzaam uit tot steden. De handelaren mochten deze niet zomaar zelf besturen. De steden lagen namelijk in een domein van adel of geestelijkheid die alles in hun gebied zelf bepaalden.

De handelaren waren ontevreden met deze situatie. Hun heren hadden vaak geen verstand van handel. Ook zetten de heren de stedelingen op één lijn met hun horige boeren, zodat ook kooplieden verplicht waren tot herendiensten. De kooplieden in de steden gingen daarom onderhandelen om speciale rechten, de privileges, te krijgen. Alle privileges samen vormden het stadsrecht. Inwoners van de stad waarop het verleende stadsrecht betrekking had, kregen dan zelfbestuur en eigen rechtspraak. Daarmee waren stadsbewoners voortaan burgers. In ruil voor stadsrecht betaalden de stedelingen belastingen en moesten de stedelingen hun heer steunen in tijd van oorlog.

Slide 14 - Slide

Tegenover deze twee nadelen stonden veel voordelen. De burgers mochten een stadsmuur of wal laten aanleggen. Zo konden de stedelingen de stad verdedigen, desnoods tegen hun eigen heer. Voor hun zelfbestuur kozen de burgers uit hun eigen midden schepenen. Hun besluiten werden gecontroleerd door twee burgemeesters, die de stadsraad voorzaten. De schepenen bestuurden de stad samen met een schout, de plaatsvervanger van de heer in de stad, die het bestuur van de stad voorzat. De schepenen waren ook nog lid van de rechtbank en spraken daar vonnissen uit. In de Middeleeuwen moest je je als inwoner van de stad houden aan strenge regels of keuren. Deed je dat niet, dan kon je zwaar bestraft worden met lijfstraffen of boetes. Maar ja: goede en goed nagekomen regels waren belangrijk voor de handel. En zonder handel, geen stad!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Stadsrechten van de stad Coevorden

Voorbeelden van stadsrechten
Stadsrechten Coevorden

Slide 17 - Slide

Stadsrechten

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

S2.1 Ik kan uitleggen hoe en waarom steden stadsrechten kreeg.  
S1: Ik kan uitleggen hoe en waarom steden stadsrechten kreeg.



Leenmannen/heren die de eigenaar waren van een gebied waar een stad lag hadden vaak geen verstand van handel of wat de stedelingen graag wilde hebben. Inwoners van een stad kregen speciale rechten (= stadsrechten). Zo kregen recht op zelfbestuur, rechtspraak, verdedigingsmuur, recht om markten te organiseren en tol te bepalen. In ruil voor deze (stads)rechten betaalden ze de leenman/heer belasting en steun in tijd van oorlog.

Klaar? Paragraaf 7.3: het stadse leven.

Slide 20 - Slide

7.3 het stadse leven
Opdracht: 1 t/m 5

Slide 21 - Slide

Steden
https://schooltv.nl/video-item/welkom-in-de-middeleeuwen-de-steden-en-de-pest-afl-4

Slide 22 - Slide

Kreeg een plaats van de lokale heer stadsrechten, dan mocht ze een stadsmuur bouwen ter bescherming van de inwoners en hun rijkdom. Vóór 1000 werden producten nog met elkaar geruild, daarna begonnen mensen weer geld te gebruiken.

Slide 23 - Slide

H4. Ik kan uitleggen hoe de sociale verdeling in de middeleeuwen was door:
S5: Ik kan uitleggen hoe stadsrechten zijn ontstaan.




Doordat een leenheer rechten aan de stad en zijn burgers gaf. De leenheer kon de stad het recht geven een muur of markt te bouwen, dit werden dan stadsrechten. In ruil daarvoor kreeg de leenheer belasting (geld).

Slide 24 - Slide

H4: Steden en staten
H4.2 Platteland en stad
Opdrachten: alles

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

H2: Ik kan uitleggen hoe het leven van een Europeaan eruitzag tijdens de Middeleeuwen
S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 

S2: Ik kan uitleggen hoe het leven op een domein werkte. 

S3: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 27 - Slide

In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Kijk naar de foto, welke standen waren er denk je?

Slide 28 - Open question

Ridders 

Slide 29 - Slide

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 30 - Slide

H6: licht op de middeleeuwen.  

Paragraaf 6.3: horigen en ridders

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Een leenman bestuurde dus het gebied dat hij in leen had van de koning. Ergens in dat leen bewoonde de leenman zelf een versterkte boerderij of kasteel. Ook ridders hadden vaak een stuk grond. Op dat eigen landgoed of domein stond het huis van zo'n edelman. Op zijn domein mocht elke edelman zelf de regels bepalen. Voor de boeren was hij hun landheer. En bij zijn dood erfde zijn oudste kind. Hierover had de koning niets te zeggen.

Slide 34 - Slide

Op de grond van elke landheer werkten horigen (onvrije boeren). Zij kregen bescherming van hun landheer. 

Slide 35 - Slide

Horigen mochten niet zomaar op het land wonen en werken. In ruil voor bescherming moesten ze:
Oogst
Het land bewerken en een deel van de oogst aan hun heer geven. 
Herendiensten
Verplichte taken uitvoeren: hekken timmeren, eieren geven, wegen bijhouden, kleding repareren.
Huur
Huur betalen voor de landbouwgrond

Slide 36 - Slide

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is. (r)
1. landheer laat horigen (onvrije boeren) op zijn land leven en werken. Hij beschermt de horigen tegen invallen/dieven.
2. horigen zijn verplicht om huur, herendiensten (hekken bouwen, kleding repareren, deel van de oogst) af te staan. Ook mogen ze niet zomaar hun land verlaten.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 
Drieslagstelsel: Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken (akkers) verdeeld. Er werd ook nog een andere verdeling in drieën gemaakt, nl. in 3 jaren. Waarop het ene jaar zomergraan en het tweede jaar wintergraan werd verbouwd. Het derde jaar lieten de boeren de grond braak liggen, zodat de landbouwgrond zich kon herstellen.

Slide 39 - Slide

Verder: Tijd voor Geschiedenis
Hoofdstuk 6:  Licht op de middeleeuwen
6.2 Karel de Grote, vader van Europa

Slide 40 - Slide

S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i) 
Opdracht: subdoel 4
Kies 3 eigenschappen uit die je belangrijk vindt voor een leider. Geef per eigenlijk een argument waarom je dit eigenschap belangrijk vindt. Schrijf dit op in je schrift --> Subdoel 4

Klaar?
Hoofdstuk 3: monniken en ridders
Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel
Opdracht: allemaal

Slide 41 - Slide

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken
- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.

- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.

- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

Slide 42 - Slide

En toen kwam daar in 768......
Karel de Grote
Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Link

Het leenstelsel
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

S1: Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte. (r)
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide