Oppervlakte

HOOFDSTUK 5
Oppervlakte berekenen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDSTUK 5
Oppervlakte berekenen

Slide 1 - Slide

Wat je al weet:
De oppervlakte berekenen van een vierkant en rechthoek:

  1. opp = lengte x breedte
  2. opp = 3 cm x 2 cm = 6 cm2

Slide 2 - Slide

Wat heb jij straks geleerd:

Hoe je de oppervlakte berekent van:
  • een driehoek   
  • een parallellogram
  • een vierhoek  
  • een cirkel                                         



Slide 3 - Slide

Voorbeelden van vlakke figuren

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

driehoek
  • De hoogtelijn hoort bij de zijde waar hij aan vast zit met het rechte hoek tekentje.
  • Dus de hoogtelijn zit vast aan zijde AB


Slide 6 - Slide

driehoek
  • De hoogtelijn hoort bij de zijde waar hij aan vast zit met het rechte hoek tekentje.
  • Dus de hoogtelijn zit vast aan zijde BC

Slide 7 - Slide

driehoek
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  1. opp = (zijde x hoogte):2
  2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm2

Slide 8 - Slide

inlijsten
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  1. opp = (zijde x hoogte):2
  2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm2

Slide 9 - Slide

driehoek
De oppervlakte van deze driehoek kan je berekenen op 2 manieren

  1. inlijsten
  2. (zijde x hoogte) : 2 

Slide 10 - Slide

driehoek inlijsten
  • Teken een rechthoek om de driehoek heen waar hij precies in past.

  • Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

  • Wat je over houdt is de oppervlakte van driehoek ABC

Slide 11 - Slide

inlijsten
  • opp rechthoek = lengte x breedte
  • opp = 6 x 3 = 18 cm2

  • opp driehoek = (zijde x hoogte) : 2
  • opp 1 = (3 x 3) : 2 = 4,5 cm2
  • opp 2 = (6 x 3) : 2 = 9 cm2

  • opp driehoek = totale opp - opp1 - opp2
  • opp driehoek ABC = 18 - 4,5 -9 = 4,5 cm2

Slide 12 - Slide

driehoek
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  • opp = (zijde x hoogte):2

  •  opp = (3 cm x 3 cm) : 2 = 4,5 cm2

Slide 13 - Slide

parallellogram
De oppervlakte van deze vierhoek kan je berekenen op 2 manieren:

  1. inlijsten
  2. zijde x hoogte

Slide 14 - Slide

parallellogram inlijsten
  • Teken een rechthoek om het parallellogram heen waar hij precies in past.

  • Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

  • Wat je over houdt is de oppervlakte van vierhoek ABCD

Slide 15 - Slide

inlijsten
  • opp totaal = L x B 
  • opp totaal = 6 cm x 3 cm 
  • = 18 cm2

  • opp1 = (2 x 3) : 2 
  • = 3 cm2
  • opp2= (2 x 3) : 2 
  • = 3  cm2

  • opp vierhoek ABCD = 18 - 3 - 3 = 12 cm2

Slide 16 - Slide

parallellogram
  • opp =  zijde x hoogte
  • opp = 4 cm x 3 cm 
  • = 12 cm2

Slide 17 - Slide

parallellogram
  • opp = zijde x hoogte

  • opp = 4 cm x 3 cm = 12 cm2

Slide 18 - Slide

Cirkel
De oppervlakte van een cirkel  bereken je met:

  • opp = pi x straal x straal

Slide 19 - Slide

Cirkel
opp = pi x straal x straal
  • pi is ongeveer 3,14  
  • (BL mag hier mee rekenen)
  • opp = 3,14 x 3 cm x 3 cm = 28,26 cm2
  • de opp van cirkel M is ongeveer 28,26 cm2

  • of op je rekenmachine

  • opp = pi x 3 x 3 = 28,274..
  • de opp van cirkel M is ongeveer 28, 27 cm2

Slide 20 - Slide

Heb je het doel gehaald?

Slide 21 - Slide

Bij welke zijde hoort de hoogtelijn?
A
AC
B
AB
C
BC
D
Weet ik niet

Slide 22 - Quiz

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC
A
3 cm2
B
12 cm2
C
weet ik niet
D
6 cm2

Slide 23 - Quiz

Wat is de oppervlakte van het parallellogram?
A
20 cm2
B
10 cm2
C
16 cm2
D
8 cm2

Slide 24 - Quiz

Wat is de straal van deze cirkel?
A
2,5
B
5
C
2
D
4

Slide 25 - Quiz

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
6 cm
B
18 cm
C
9 cm
D
3 cm

Slide 26 - Quiz

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?
A
12,5 cm2
B
13 cm2
C
12,56 cm2
D
12,57 cm2

Slide 27 - Quiz

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtlijn hoort?
A
3
B
6
C
12
D
weet ik niet

Slide 28 - Quiz

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
6
B
12
C
2
D
3

Slide 29 - Quiz

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
4
B
3
C
6
D
12

Slide 30 - Quiz

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtelijn hoort?
A
weet ik niet
B
6
C
4
D
3

Slide 31 - Quiz

opp = 

lengte x breedte
opp = 

(zijde x hoogte) : 2
inlijsten
opp =

pi x straal x straal
opp = 

zijde x hoogte

Slide 32 - Drag question