§5.3 Fotosynthese Les 4

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planten Voeden zich

Leerdoelen

• Je kunt de stoffen opnoemen die een plant opneemt. (en waar)

• Je kunt fotosynthese beschrijven. (+ welke stoffen er ontstaan)

• Je weet en kunt toepassen in welke organellen fotosynthese plaatsvindt.

• Je weet welke andere soorten stoffen een plant van glucose kan maken.

• Je weet en kunt toepassen waar planten reservestoffen kunnen opslaan.

• Je kent de begrippen parasiet en gastheerplant en kunt dit toepassen.
  

Een plant neemt water en mineralen op uit de grond.

Mineralen:

kalk, ijzer, stikstof, fosfor in grondwater

Een plant neemt koolstofdioxide  (CO₂) op uit de lucht

Door de huidmondjes

 in bladeren

mineralen

In alle bladgroenkorrels

vindt fotosynthese plaats.

Zonne-energie wordt gebruikt om glucose te maken.

Glucose (druivensuiker) is een voedingsstof

glucose

fotosynthese

koolstofdioxide en water

worden door de bladgroenkorrels omgezet in

glucose  en zuurstof, hiervoor wordt zonne-energie gebruikt.

overdag is zuurstof een afvalstof

Knollen

dikke wortel of stengel onder de grond

aardappel, biet

Bollen

Dikke bladeren op elkaar

ui, tulp

Reserves opslaan

Voor fotosynthese heeft een plant ..... nodig

1. Water en zuurstof
2. Glucose en licht
3. Water, koolstofdioxide en licht
4. Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Welke organismen leven van het voedsel dat de bladeren van planten maken?

1. De planten zelf
2. Dieren
3. Planten en Dieren

Welke stof gebruikt een plant vooral voor de groei van de plant?

1. Eiwitten
2. Vetten
3. Zetmeel
4. Vitamines