Herhalingsles inflatie 5BO

• Economie
• Secundair onderwijs

Herhaling level 3 

Wat betekent 'inflatie' volgens de cursus?

1. Een algemene daling van de prijzen
2. Een stijging het algemene prijspeil
3. Een verandering in de waarde van geld
4. Een vermeerdering van de koopkracht

Wat betekent ‘gewogen gemiddelde’ in de context van inflatie?

1. Dat niet alle producten even zwaar doorwegen
2. Dat alle producten even zwaar doorwegen
3. Dat de prijzen van alle producten gelijk blijven
4. Dat producten met een lagere prijs belangrijker zijn

Welke producten wegen zwaarder in de berekening van inflatie?

1. Producten zoals suiker
2. Producten zoals elektriciteit en andere vaste kosten
3. Niet-essentiële diensten
4. Producten zoals frisdrank

Hoe vaak voert de FOD Economie een huishoudbudgetonderzoek uit?

1. Elk jaar
2. Een keer per twee jaar
3. Twee keer per jaar
4. drie keer per jaar

Wat gebruikt de FOD
Economie om de inflatie
te meten?

Wanneer is er sprake van een negatieve inflatie?

1. Als prijzen stijgen met meer dan 2%
2. Als prijzen stijgen tot 2%

Wat gebeurt er met de lonen
in België wanneer een hoge inflatie
een tijdje aanhoudt?

Wat is het verschil tussen consumptieprijsindex en gezondheidsindex?

Wat zijn de oorzaken van inflatie?

Welke oorzaak is dit?

Welke oorzaak is dit?
Waaraan zie je dat?

Welke oorzaak is dit?

Welke oorzaak is dit?
Waaraan zie je dat?

Geef een voorbeeld van een vraaginflatie:

Geef een voorbeeld van een kosteninflatie:

Wat was weer de formule om de hoeveelheid producten te berekenen?