Les 49. Formuleren c6p3 verwijswoorden

O1M2 Welkom!
Hopelijk heb je een fijne vakantie gehad.
Telefoon = weg
Ga direct op je eigen plaats zitten
Laptops dicht op je tafel leggen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

O1M2 Welkom!
Hopelijk heb je een fijne vakantie gehad.
Telefoon = weg
Ga direct op je eigen plaats zitten
Laptops dicht op je tafel leggen

Slide 1 - Slide

Planning
- Verwijswoorden
pauze
- Meer dan lezen - deelonderwerpen

- Toets bespreken? Inplannen met wie wil.

Slide 2 - Slide

Verwijswoorden
?????????????

Slide 3 - Slide

Doel
Je leert de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Slide 4 - Slide

Video
Samen bekijken

Slide 5 - Slide

Verwijswoorden
Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd is. 

Naar de-woorden wijs je terug met deze en die
naar het-woorden met dit en dat.

Slide 6 - Slide

Rob kocht een nieuwe kano, die (→ kano) hij op internet had gezien.
Bedankt voor het mooie cadeau. Dat (→ cadeau) wilde ik graag hebben.
Hier zijn de gympen die (→ gympen) je zocht.





Slide 7 - Slide

Let op
Met het woord dat kun je ook naar een hele zin verwijzen:
Er loopt een losgebroken stier op de snelweg. Dat is erg gevaarlijk.

Weet het verschil!!








Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Ik heb een nieuwe fiets en dat vind ik heel leuk.
Ik heb een nieuwe fiets en die vind ik heel leuk.

Verschil?








Slide 9 - Slide

Oefenen
Zie jij de jongen _____ daar loopt?
Ik vroeg iets aan ____ meisje in de klas.
Mag ik iets proeven van _____ stukje taart? (dichtbij)
Dit is de enige les _____ hierover gaat.
Wil je _____ tasje even pakken? (ver weg)








Slide 10 - Slide

Aan het werk!
Cursus 6 - Formuleren - Paragraaf 3 Verwijswoorden
opdrachten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Klaar?      
Maak huiswerk van een ander vak of steek je vinger op
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Pauze
Tot zo

Slide 12 - Slide