Dictee 3

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Dictee 3

Pak je dicteeschrift voor

Wat gaan we doen?

• Pakken van het dicteeschrift
• Zinnen ontleden en woordsoorten benoemen. (5 min)
• Dictee (5 min): woorden + zinnen.
• Gezamenlijk nakijken
• Instructie groep 6 (5 min).
• Instructie groep 7 (5 min).
• Zelfstandig werken: opdrachten maken uit het werkboek (10 min).
• Klaar? afmaken van de weektaak.

Meester heeft met een oranje bal gegooid.

Schrijf op je wisbordje:

1. Haal het bijvoeglijk naamwoord uit de zin.
2. Haal de persoonsvorm uit de zin.

Jan Modaal heeft een grote auto gekocht om ermee naar zijn werk te reizen.

Schrijf op je wisbordje:

1. Haal het bijvoeglijk naamwoord uit de zin.
2. Haal de persoonsvorm uit de zin.

Dictee woorden groep 6:

1. golfslag
2. onstuimig
3. ik waarschuw
4. het fotootje 

De dictee woorden groep 7:

1. astma-aanval 
2. de hygiëne
3. de infectie. 

De zinnen:

1. Hat kwalletje belandt weer in het water, omdat het tinnen emmertje omvalt.
   
   
   
2. Dit experiment is belangrijk, omdat er naar een nieuwe medicijn wordt gezocht. 

Zelfstandig werken

• Groep 6: opdr. 1 t/m 3 (blz. 6)
  Klaar? maken opdr. 4
• Groep 7: opdr.  1 + 3 (blz. 6)
  Klaar? maken opdr. 4

Groep 7 gaat (eerst) aan het werk

Hoe herken je het bijvoeglijk naamwoord?

Tom stampt op de betonnen grond want hij is boos.

In de houten kast rinkelen de porseleinen kopjes.

Groep 6 gaan zelfstandig werken

Hoe kan ik de persoonsvorm uit een zin halen?

Lisa heeft haar huiswerk gemaakt en is daarna buiten gaan spelen.

Wij zullen morgen naar de dierentuin gaan en daar veel dieren zien.

Zelfstandig werken

• Groep 6: opdr. 1 t/m 3 (blz. 6)
  Klaar? maken opdr. 4
• Groep 7: opdr.  1 + 3 (blz. 6)
  Klaar? maken opdr. 4