Paragraaf 5,5 Deel 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Unit 5: Alaska

• Open Lessonup 
• Open boek 3 

What are we going to do today?

• Woordvolgorde --> Uitleg bijwoorden (frequentie, plaats, tijd)
• Zelfstandig werken

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Er zijn in het Engels verschillende soorten bijwoorden, en die hebben hun eigen plaats in de zin.

We leren er vandaag drie: frequentie, plaats, tijd

5.5 Woordvolgorde

Bijwoorden

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Bijwoorden van frequentie zijn bijwoorden die iets zeggen over hoe vaak iets gebeurt.

Voorbeelden zijn: always, never, often, usually 

5.5 Bijwoorden

Frequentie

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Bijwoorden van frequentie zet je vóór het hoofdwerkwoord (het hoofdwerkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin):

Zet in de juist volgorde:
sent - Kim - never - I - messages

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Bijwoorden van plaats = bijwoorden die iets zeggen over waar of waarheen

Deze bijwoorden staan meestal aan het eind van een zin

5.5 Bijwoorden

Plaats

Zet in de juist volgorde:
is sitting - in the classroom - the student

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

(bijwoorden van tijd = Bijwoorden die iets zeggen over wanneer 

 

5.5 Bijwoorden

Tijd

Imperative (Gebiedende wijs)

You want to tell someone they have to do something.

Sit down!

Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

5.5 Bijwoorden

Tijd

Bijwoorden die aangeven wanneer iets gebeurt, staan meestal aan het eind van een zin.

Als je de tijd extra wilt benadrukken, kun je ze ook vooraan in een zin zetten.

Zet in de juist volgorde:
two days ago - slept - we - very long

Zelfstandig werken Boek 3

Paragraaf 5,5 Opdracht 1 t/m 5

Klaar? --> Werkkaart