Hoofdstuk 1 - HAVO/VWO 1

Hoofdstuk 1
1 / 40
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Voorkennis
- Herhaling basisschool / nieuwe begrippen
- Je leert hoe je je wiskunde huiswerk moet maken.

Slide 2 - Slide

Ruimtefiguren

Slide 3 - Slide

Hoe maak je wiskunde huiswerk?

- Huiswerkoverzicht
- Samen opdracht maken + samen opdracht nakijken


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 1.1
- Je leert wat ruimtefiguren, grensvlakken, ribben en hoekpunten zijn.

Slide 8 - Slide

Ruimtefiguren

Slide 9 - Slide

Ruimtefiguren

Bij ruimtefiguren horen een aantal begrippen:
- Hoekpunten
- Grensvlakken
- Ribben
Oefenen

Slide 10 - Slide

Ruimtefiguren

Bij ruimtefiguren horen een aantal begrippen:
- Hoekpunten
- Grensvlakken
- Ribben
Oefenen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Draadmodel

Bij een draadmodel kun je alle hoekpunten en ribben zien.

Bij een tekening van een draadmodel hoef je geen ribben te stippelen.

Slide 13 - Slide

Stap 1: Eerste 10 minuten (stil)

Stap 2: Na 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buurman/ buurvrouw

Stap 3: Klaar met huiswerk? Ga nakijken, kijk je werk na met het antwoordmodel. Verbeter direct je fouten

Stap 4: Klaar? Meld je bij de docent. Vraag wat je daarna mag doen. Niet uit jezelf iets anders gaan doen


Huiswerk maken:
Maak 1.1

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 1.2
- Je leert hoe je een uitslag van een ruimtefiguur herkent en tekent.

Slide 15 - Slide

Op ware grote?


Slide 16 - Slide

Op ware grote?

In een tekening van een ruimtefiguur worden niet alle ribben op ware grootte getekend.  (zie ribbe BC)

Slide 17 - Slide

Uitslag

In een bouwplaat van een ruimtefiguur worden alle grensvlakken wel op ware grootte getekend.

In de wiskunde noem je een bouwplaat ook wel een uitslag.

Slide 18 - Slide

Uitslag

In een bouwplaat van een ruimtefiguur worden alle grensvlakken wel op ware grootte getekend.

In de wiskunde noem je een bouwplaat ook wel een uitslag.
Oefenen

Slide 19 - Slide

Uitslag tekenen

Let goed op de vorm en de afmetingen van de grensvlakken. Kijk goed welke grensvlakken aan elkaar vast zitten. 

Bij het tekenen van een uitslag, begin bij de onderkant en daarna de zijkanten.

Slide 20 - Slide

Uitslag tekenen

Let goed op de vorm en de afmetingen van de grensvlakken. Kijk goed welke grensvlakken aan elkaar vast zitten. 

Bij het tekenen van een uitslag, begin bij de onderkant en daarna de zijkanten.

Oefenen


Slide 21 - Slide

Stap 1: Eerste 10 minuten (stil)

Stap 2: Na 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buurman/ buurvrouw

Stap 3: Klaar met huiswerk? Ga nakijken, kijk je werk na met het antwoordmodel. Verbeter direct je fouten

Stap 4: Klaar? Meld je bij de docent. Vraag wat je daarna mag doen. Niet uit jezelf iets anders gaan doen


Huiswerk maken:
Maak 1.2

Slide 22 - Slide

Leerdoelen 1.3
- Je leert hoe je een bovenaanzicht van een ruimtefiguur herkent en tekent.

Slide 23 - Slide

Herhaling

Schrijf in je schrift op:
1. Welk ruimtefiguur is dit?
2. Hoeveel hoekpunten?
3. Hoeveel ribben?
4. Hoeveel grensvlakken?
5. Noem 2 ribben op ware grootte.
6. Noem 2 ribben die niet op ware grootte zijn. 

Slide 24 - Slide

Bovenaanzicht

Als je recht van boven op een ruimtefiguur kijkt, dan zie je een bovenaanzicht.
Voorbeeld


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Stap 1: Eerste 10 minuten (stil)

Stap 2: Na 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buurman/ buurvrouw

Stap 3: Klaar met huiswerk? Ga nakijken, kijk je werk na met het antwoordmodel. Verbeter direct je fouten

Stap 4: Klaar? Meld je bij de docent. Vraag wat je daarna mag doen. Niet uit jezelf iets anders gaan doen


Huiswerk maken:
Maak 1.3

Slide 27 - Slide

Leerdoelen 1.4
- Je leert hoe je aanzichten van een ruimtefiguur herkent en tekent.

Slide 28 - Slide

Aanzichten

Je hebt verschillende aanzichten:
- Vooraanzicht
- Zijaanzicht
- Bovenaanzicht
Oefenen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Aanzichten

Om duidelijk te maken hoe een bouwsel eruit ziet, maken we gebruik van nummers in de aanzichten.

Als je in een bovenaanzicht aangeeft hoeveel kubusjes er op elkaar staan, dan weet je ook precies hoe het kubusbouwsel eruit ziet.
Voorbeeld


Slide 31 - Slide

Stap 1: Eerste 10 minuten (stil)

Stap 2: Na 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buurman/ buurvrouw

Stap 3: Klaar met huiswerk? Ga nakijken, kijk je werk na met het antwoordmodel. Verbeter direct je fouten

Stap 4: Klaar? Meld je bij de docent. Vraag wat je daarna mag doen. Niet uit jezelf iets anders gaan doen


Huiswerk maken:
Maak 1.4

Slide 32 - Slide

Leerdoelen 1.5
- je leert hoe je met kijklijnen werkt.

Slide 33 - Slide

Kijklijnen




Voorbeeld

Kan Tim de boom zien?

Slide 34 - Slide

Kijklijnen


De lijn waarlangs je kijkt, noem je een kijklijn.

Om vast te stellen of iemand een voorwerp kan zien, trek je in een plattegrond een lijn van die persoon naar het voorwerp.

Voorbeeld

Kan Tim de boom zien?

Slide 35 - Slide

Kijklijnen

De lijn waarlangs je kijkt, noem je een kijklijn

Om vast te stellen of iemand een voorwerp kan zien, trek je in een plattegrond een lijn van die persoon naar het voorwerp.
Oefenen

Hoeveel kippen ziet Tim?

Slide 36 - Slide

Stap 1: Eerste 10 minuten (stil)

Stap 2: Na 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buurman/ buurvrouw

Stap 3: Klaar met huiswerk? Ga nakijken, kijk je werk na met het antwoordmodel. Verbeter direct je fouten

Stap 4: Klaar? Meld je bij de docent. Vraag wat je daarna mag doen. Niet uit jezelf iets anders gaan doen


Huiswerk maken:
Maak 1.5

Slide 37 - Slide

Oefentoets

Slide 38 - Slide

Leerdoelen Oefentoets
- Je leert hoe je een toets maakt.
- Je leert hoe je op een toets de antwoorden op schrijft.
- Je leert waar je staat. (of je meer moet leren voor wiskunde of op een andere manier moet leren).

Slide 39 - Slide

Oefentoets
1. Je bent volledig stil, geen overleg.
2. Zelfstandig maken, geen hulp van docent, klasgenoten of boek.
3. Niet op de toets schrijven, gebruik het ruitjespapier.
4. Schrijf duidelijk en leesbaar.
5. Controleer je werk als je klaar bent.


Tafels natuurlijk uit elkaar. 
Je hebt 20 minuten de tijd. Dyslecten 25 minuten.

Klaar? Lever je oefentoets in bij docent. Pak daarna je boek en maak 2.1.

Slide 40 - Slide