This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Les 1
Slide 1 - Slide
LESDOELEN
Ik weet wat biomimicry is
Ik ken een toepassing van biomimicry
Ik weet wat pitchen is
Ik kan pitchen
Ik kan zelf een idee uit de natuur bedenken voor een probleem
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Ik kan uitleggen wat biomimicry is....
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Maak tweetallen
Slide 6 - Slide
Lees het artikel en bespreek wat er belangrijk is
timer
1:00
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
pitch je tekst in 2 minuten
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Wat is dan het verschil tussen leren over de natuur en leren van de natuur?
Slide 10 - Open question
Biomimicry werkt met een soort checklist van levensprincipes (zie afbeelding). De levensprincipes beantwoorden de vraag: Wat doet de natuur om meer leven te creëren? Met de levensprincipes kun je een ontwerp of innovatie evalueren en verbeteren.
Slide 11 - Slide
Life’s Principles
Gebruik levensvriendelijke chemie Wees goed afgestemd op je lokale omgeving Integreer ontwikkeling met groei Pas je aan veranderende omstandigheden aan Ga efficiënt om met grondstoffen Evolueer om te overleven
Slide 12 - Slide
Ik wil niet dat mijn reep wordt opgegeten!!!!
Slide 13 - Slide
Ga op zoek in de natuur hoe planten en dieren zichzelf beschermen
Bekijk planten en dieren: Kijk naar kleur, hoe ze voelen etc.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hoe kunnen we voorkomen dat mijn reep wordt opgegeten?
Slide 17 - Slide
Overleg in tweetallen welke toepassingen uit de natuur we zouden kunnen gebruiken.
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Vertel je idee aan de klas in max. 2 minuten
timer
2:00
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Les 1
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Taakverdeling
A
materialen baas
B
schrijver
C
tijd bewaker
D
taak kapitein
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Denk na over functie en context bij de gekozen onderzoeksvraag
Slide 27 - Mind map
timer
5:00
Slide 28 - Slide
Welk idee is het beste?
Maak een top 3 van de gevonden oplossingen
Beoordeel deze met elkaar.
Bedenk of er gebruik gemaakt gaat worden van alle drie de oplossingen of er één gekozen gaat worden