NE 2K - Lv4, Ws 4, PF (les 8-10)

Welkom
Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

Nederlands
Lezen: Koning van Katoren, Jan Terlouw

Slide 2 - Slide

Nederlands
Start
Lesdoel 
  • Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen (leesvaardigheid).
  • Je weet wat achtervoegsels zijn en betekenen.
  • Je herhaalt de vaardigheden taalverzorging.

Controle huiswerk
  • Opdrachten H4 Lezen, Woordenschat, Taalverzorging (3x) af.

Toets H4: 29-04-2021 
  • Zie Magister.

Slide 3 - Slide

Nederlands
Start
Lesdoel 
  • Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen (leesvaardigheid).
  • Je weet wat achtervoegsels zijn en betekenen.
  • Je herhaalt de vaardigheden taalverzorging.

Lesprogramma
  • Woordenlijst H4 uitdelen.
  • Klassikaal herhalingsopdrachten maken.
  • Alle opdrachten afmaken.
  • Extra opdrachten maken.

Slide 4 - Slide

Nederlands
H4 Lezen: Feiten, meningen, argumenten
Leerdoel
  • Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen (leesvaardigheid).



Feiten, meningen, argumenten
Feit = wat zo is.
  • Controleerbaar: waar of niet waar.
  • Voorbeeld: De meeste mensen vinden rood een mooie kleur.
Mening (standpunt) = wat iemand vindt.
  • Eens of oneens.
  • Signalen: ik vind..., volgens mij....
  • Voorbeeld: Ik vind rood een mooie kleur.
Argument = waarom iemand iets vindt.
  • Signalen: want, omdat.
  • Voorbeeld: Ik vind rood een mooie kleur, omdat hij warmte uitstraalt.
  • Want/dus-proef (zie afbeelding).

Slide 5 - Slide

Nederlands
H4 Woordenschat: Achtervoegsels
Leerdoel
  • Je weet wat achtervoegsels zijn en betekenen.


Achtervoegsels
Een achtervoegsel zit achteraan een woord vast en geeft het woord een speciale betekenis.

  • -baar = iets kan > bruikbaar = iets kan gebruikt worden.
  • -loos = zonder > waardeloos = iets is zonder waarde.
  • -vol = met veel > stijlvol = met veel stijl.
  • -lijks = elke > dagelijks = elke dag.

Slide 6 - Slide

Nederlands
Herhaling
Leerdoel 
  • Je kunt zinsdelen benoemen.

Opdracht
  • Benoem de volgende zinsdelen: pv, gz, ow, lv, mv.




Slide 7 - Slide

Nederlands
Herhaling
Leerdoel 
  • Je kunt verwijswoorden juist gebruiken.

Opdracht: Maak de juiste keuzes.
  1. Me / Mijn shirt heeft dezelfde kleur als dat van jou / jouw.
  2. Wil je mij / mijn vertellen hoe jou / jouw vakantie was?
  3. Jou / Jouw piano maakt een mooier geluid dan de piano van mij / mijn.
  4. Die jas van jou / jouw ligt nog bij mij / mijn thuis.




Slide 8 - Slide

Nederlands
Herhaling
Leerdoel 
  • Je kunt verkleinwoorden juist spellen.

Opdracht: Schrijf het verkleinwoord op.
  • planning
  • brommer
  • dienblad
  • foto
  • glazen
  • jongen
  • geheim



Slide 9 - Slide

Nederlands
Poëzie en fictie
Leerdoelen
  • Je kunt je inleven in andere personen en situaties.

Opdracht
  • Neem onderdeel C Misdaad voor je.
  • Gezamenlijk werken aan de opdrachten: voorlezen  > vragen beantwoorden > voorlezen enzovoort.


Slide 10 - Slide

Nederlands
Afsluiting
Lesdoel 
  • Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen (leesvaardigheid).
  • Je weet wat achtervoegsels zijn en betekenen.
  • Je herhaalt de vaardigheden taalverzorging.

Toets H4: 29-04-2021 
  • Zie Magister.

Slide 11 - Slide