De Oorzaken van Niet Aangeboren Hersenletsel

De Oorzaken van Niet Aangeboren Hersenletsel
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Niet Aangeboren HersenletselMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

De Oorzaken van Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les 

  • weet je nog meer over de werking van het brein
  • kun je de oorzaken Niet Aangeboren Hersenletsel benoemen en begrijpen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Even de hersentjes laten kraken...
...hoe zat dat ook alweer?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hersenstam
Achterhoofdkwab/ occitaalkwab
Kleine hersenen/ cerebellum
Frontaalkwab
Temporaalkwab (slaapkwab)
Wandbeenkwab (pariëtaalkwab)

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

centrum voor oordelen, gedrag en persoonlijkheid
verantwoordelijk voor ontvangen en verwerken gevoelswaarnemingen
regelt het zien
Controlecentrum voor zintuiglijke waarnemingen
Functie frontaalkwab
Functie pariëtaalkwab/ wandbeenkwab
Functie temporaalkwab
Functie occiptaalkwab/ achterhoofdkwab

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Regelt het zien
B
Controleren visueel ruimtelijke functies, zoals geheugen en muziek
C
Coördineren willekeurige bewegingen
D
Controleren verbale functies zoals praten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Twee verhalen
Oefening

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

 Luister naar 2 verhalen die worden voorgelezen.
Probeer je op beide verhalen te concentreren. Vertel na wat de
anderen je hebben voorgelezen.
Nodig: Gebruik 2 artikelen uit de tijdschriften en laat twee
deelnemers tegelijkertijd een stukje lezen.
Bedoeling: ervaren hoe het is wanneer er teveel prikkels op je
afkomen en het filteren niet meer lukt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zonder woorden
vertel je buur wat je deze week op stage gedaan hebt en wat je erbij voelde
MAAR: Je gebruikt alleen gebaren en op vragen alleen ja of nee

Slide 10 - Slide

This item has no instructions



In gesprek: maak duidelijk wat je gisterenavond hebt
gedaan en hoe je je daarbij voelde.
Je mag gebaren maken en vragen beantwoorden met ja of nee.
Verder mag je niet spreken.
Bedoeling: ervaren hoe het is om afasie te hebben. Wat je vaak
ziet is dat mensen er uiteindelijk wel uitkomen, maar dat er geen
spontaan gesprek ontstaat; je bent al blij als je erachter komt wat
de ander bedoelt. Over emoties praten is nog ingewikkelder

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Definitie NAH:

een beschadiging van het hersenweefsel door een hersenaandoening die op enig moment vanaf de geboorte is ontstaan (Zorg voor Beter, 2018)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Er is altijd sprake van een breuk in de levenslijn

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat er bedoelt wordt met 'een breuk in de levenslijn?'

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de cijfers?
  • Jaarlijks krijgen in Nederland naar schatting 130.000 tot 140.000 mensen te maken met een vorm van hersenletsel, hiervan zijn er 19.000 kinderen en jongeren
  • Jaarlijks houden ongeveer 40.000 mensen blijvende beperkingen over aan NAH

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

 traumatisch en niet-traumatisch. Traumatisch hersenletsel ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam, zoals een val of een verkeersongeluk. Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam, zoals een beroerte, infectie of tumor.

Traumatisch hersenletsel ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam, zoals een val of een verkeersongeluk. 

Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam, zoals een beroerte, infectie of tumor.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Niet traumatisch hersenletsel

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Traumatisch Hersenletsel

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Beroerte
Een beroerte, ook wel Cerebrovasculair Accident (CVA) genoemd, kan leiden tot NAH door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hersenbloeding
Een hersenbloeding ontstaat wanneer een bloedvat in de hersenen scheurt, wat kan leiden tot NAH.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hersentumor
Een tumor in de hersenen kan druk uitoefenen op het hersenweefsel en NAH veroorzaken.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Infectieziekten
Sommige infectieziekten, zoals meningitis of encefalitis, kunnen leiden tot NAH.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hersenletsel bij de geboorte
Complicaties tijdens de geboorte, zoals zuurstoftekort, kunnen leiden tot NAH bij pasgeborenen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Verkeersongevallen
Verkeersongevallen kunnen leiden tot traumatisch hersenletsel en NAH.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Valpartijen
Valpartijen, vooral bij oudere mensen, vormen een risico op het ontwikkelen van NAH.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Sportblessures
Blessures tijdens het sporten, vooral contactsporten, kunnen resulteren in traumatisch hersenletsel en NAH.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hersentrauma door geweld
Gewelddadige situaties, zoals mishandeling of ongevallen, kunnen hersentrauma veroorzaken en NAH tot gevolg hebben.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Alcohol- en drugsgebruik
Overmatig alcohol- en drugsgebruik kan leiden tot NAH en hersenschade.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Andere oorzaken
Er zijn nog andere oorzaken van NAH, zoals zuurstoftekort tijdens een operatie of een elektrische schok.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zoek online naar risicofactoren voor NAH, zoals leeftijd, geslacht en bepaalde medische aandoeningen.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Preventie
Ga op zoek naar informatie over het voorkomen van NAH.

Zoek een activiteitje dat je kunt doen met de klas. Leg uit waarom deze activiteit goed is voor je brein.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 32 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.