Taal - bijvoeglijk naamwoord

WELKOM
Fijn dat je er bent.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM
Fijn dat je er bent.

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Mind map

Het lesdoel
Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de grote auto
- een makkelijke opdracht

Slide 5 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt waarvan een zelfstandig naamwoord gemaakt is.
Voorbeeld:
- de gouden ring
- de houten tafel
- de zijden jurk 

Slide 6 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De gouden ring

A
gouden
B
ring
C
De
D
Staat er niet in

Slide 7 - Quiz

Is dit een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
De gouden ring

A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De opgegeten boterham
A
boterham
B
opgegeten
C
staat er niet bij
D
De

Slide 9 - Quiz

Is dit een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
De opgegeten boterham
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Bedenk een eigen zin met een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 11 - Open question

Bedenk een eigen zin met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 12 - Open question

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De grote auto
A
grote
B
auto
C
De
D
Staat er niet tussen

Slide 13 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Het bronzen beeld
A
beeld
B
bronzen
C
staat er niet tussen
D
Het

Slide 14 - Quiz

De opdracht
Ga aan de slag met de snappet opdrachten en laat zien dat je het begrijpt.
Lees de opdrachten goed door.
Als je klaar bent plan je je weektaak verder in en ga je aan de slag. Aan het einde van de dag hebben we 2/3 doelen af.

Slide 15 - Slide

Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Dit lesdoel heb ik gehaald.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet

Slide 16 - Poll

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Dit lesdoel heb ik gehaald.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet

Slide 17 - Poll