4-2 Snelheid berekenen

4-2 Snelheid 
       berekenen
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
10 min - toets nabespreken
8 min - hw nabespreken
2 min - terugblik
3 min Lesdoelen
10 min - Uitleg
10 min - Oefenvragen
1 min - les evaluatie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4-2 Snelheid 
       berekenen
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
10 min - toets nabespreken
8 min - hw nabespreken
2 min - terugblik
3 min Lesdoelen
10 min - Uitleg
10 min - Oefenvragen
1 min - les evaluatie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Cijfer:

Jouw totaal / 28 x 9 + 1

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

BEWEGING
1 - Snelheid
 2 - Snelheid
       berekenen
 3 - Afstand, tijd- 
       diagram
 4 - Snelheid, tijd- 
       diagram
 5 - Remmen

Slide 18 - Slide

4.2 Snelheid berekenen
Lesdoelen:
- Ik kan de gemiddelde snelheid, afstand of tijd 
     met de formule berekenen.
- Ik kan omrekenen van m/s naar km/h en van km/h naar m/s

Slide 19 - Slide

Gemiddelde snelheid

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Schrijf in je schrift de formule op om afstand uit te rekenen.

Slide 22 - Slide

Schrijf in je schrift de formule op om tijd uit te rekenen.

Slide 23 - Slide

Omrekenen
van m/s naar km/h en van km/h naar m/s

Slide 24 - Slide

Omrekenen
1. Reken 14 m/s naar km/h. 
2. Reken 120 km/h naar m/s. 
      1 decimaal.
3. Reken 180 m/s naar km/h. 
4. Reken 110 km/h naar m/s. 
     1 decimaal.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Tijdens een atletiekbijeenkomst rent John de 400 m in 
1 minuut en 15 seconden. Freddie rent het in 59 seconden. Wat is het verschil in hun snelheid?

Slide 27 - Slide

Oefenopdrachten
1. Een leeuw heeft een maximale snelheid van 22.2 km/h en een luipaard een maximale snelheid van 58 km/h. Welke van de twee is sneller?
2. De snelste vliegtuig kan een snelheid van 3 675 km/h halen. Hoeveel meter legt deze vliegtuin in 15 seconden af als het met de maximale snelheid vliegt? Geef je antwoord als een heel getal.

Slide 28 - Slide

timer
10:00
Oefenopdrachten

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat zijn de eerste drie stappen om een probleem op te lossen?

Slide 32 - Slide

Wat zijn de eerste drie stappen om een probleem op te lossen?

Slide 33 - Open question

Huiswerk
Digitaal 4.2

Slide 34 - Slide