Samengestelde zinnen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Jouw voorbereiding voor de volgende les:
Blok 2 afronden


Maak aantekeningen.
Je hebt de uitleg nodig om je
volgende schrijfopdracht goed
te kunnen uitvoeren.


Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je kent en herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin;

Je kent en herkent het verschil tussen een onderschikkende en een nevenschikkende samengestelde zin;

Je kunt de verschillende zinnen zelf toepassen.

Startvraag

Opdrachten


Samengestelde zinnen




Blok 3 maken

Slide 3 - Slide

Welke zin is enkelvoudig en welke zin is samengesteld? Leg je antwoord uit.

1. Ik denk dat het zo is.
2. Ondanks de aanhoudende regen tijdens mijn afgelopen voorjaarsvakantie op Tenerife heb ik enorm genoten van de prachtige steden, de mooie natuur en de rust om mij heen.

Slide 4 - Slide

Waarom moet je dit weten?
  1. Je leert kort en lange zinnen bewust af te wisselen: het ritme van je tekst;
  2. Je leert zorgvuldiger met onze taal om te gaan: een bijzin kan niet als een zelfstandige zin in de tekst staan;
  3. Je leert verschillende soorten informatie samen te voegen: minder onnodige woorden in je tekst;
  4. Je taalvaardigheid gaat naar een hoger niveau: vereist voor havo, vwo en vervolgopleidingen. 

Slide 5 - Slide

In Oorlog zonder vrienden bekijk je de oorlog door de ogen van de zoon van een NSB'er.
Enkelvoudige zin
Er wordt één boodschap verteld (met één of meer werkwoorden). Eén pv.

Onderschikkende samengestelde zin
Er zijn meer pv's, maar één van de dingen die worden gezegd, vervult een rol.

Nevenschikkende samengestelde zin
Er worden twee of meer dingen gezegd. Je kunt het los van elkaar zien.

Slide 6 - Slide

Enkelvoudige zin
Er wordt één boodschap verteld (met één of meer werkwoorden). Eén pv.

Onderschikkende samengestelde zin
Er zijn meer pv's, maar één van de dingen die worden gezegd, vervult een rol.

Nevenschikkende samengestelde zin
Er worden twee of meer dingen gezegd. Je kunt het los van elkaar zien.
Wie het kind van een NSB'er was, werd zowel tijdens als na de oorlog uitgekotst door de Nederlanders.

Opvallend aan onderschikkende samengestelde zin:
Je kunt de bijzin vervangen door 
1 woord.

Hij werd zowel tijdens als na de oorlog uitgekotst door de Nederlanders.

Slide 7 - Slide

Enkelvoudige zin
Er wordt één boodschap verteld (met één of meer werkwoorden). Eén pv.

Onderschikkende samengestelde zin
Er zijn meer pv's, maar één van de dingen die worden gezegd, vervult een rol.

Nevenschikkende samengestelde zin
Er worden twee of meer dingen gezegd. Je kunt het los van elkaar zien.
De hoofdpersoon uit Oorlog zonder vrienden had het ontzettend zwaar tijdens de oorlog, maar hij bleef proberen het goede te doen.

Slide 8 - Slide


nevenschikkend
voegwoord
en
maar
want
of*
dus

Slide 9 - Slide

  1. Boeken vergroten je woordenschat en lezen zorgt ook voor ontspanning.
  2. Boeken worden gezien als een primaire levensbehoefte, maar niet iedereen leest.
  3. Boeken zijn ontzettend belangrijk voor de vorming van jou als persoon, want lezen vergroot je wereld.
  4. Je kunt iedere dag een boek lezen of je kunt doelloos naar een schermpje staren.
  5. Boeken laten je nadenken over jezelf en de wereld, dus je leert er veel van.

nevenschikkend
voegwoord
en
maar
want
of*
dus

Slide 10 - Slide

Hoofdzin
  • PV staat na het eerste zinsdeel of vooraan in de zin
  • Er kunnen geen woorden tussen onderwerp en PV staan
  • Kun je (meestal) los opschrijven
Bijzin
  • PV staat niet na het eerste zinsdeel of vooraan in de zin, maar vaak achteraan
  • Er kunnen wél woorden tussen onderwerp en PV staan
  • Kun je niet los opschrijven
  • Is een onderdeel van de hoofdzin

Slide 11 - Slide

Nevenschikkend 

2 (of meer) hoofdzinnen

--> voegwoorden: 
en, maar, of, dan (wel), dus en want
Onderschikkend

hoofdzin + bijzin

--> voegwoorden: 
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 1
Hij weet al lang dat hij goed kan tekenen.
1e deel: Hij weet al lang (hoofdzin)
2e deel: (dat) hij goed kan tekenen (bijzin)

Deze zin is samengesteld (want 2 PV's) en onderschikkend (want onderschikkend voegwoord 'dat' + bijzin)

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2
De verdachte was aangehouden en hij moest lange tijd in de cel doorbrengen.
1e deel: De verdachte was aangehouden (hoofdzin)
2e deel: (en) hij moest lange tijd in de cel doorbrengen (hoofdzin)

Deze zin is samengesteld (want 2 PV's) en nevenschikkend (want nevenschikkend voegwoord 'en' + 2 hoofdzinnen)

Slide 14 - Slide

Nevenschikking of onderschikking?

Omdat de zomervakantie nadert, zoekt een Brits supermarktbedrijf tijdelijke werknemers.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 15 - Quiz

Nevenschikking of onderschikking?

Het bedrijf biedt zijn klanten een bijzondere service, want die mogen hun kerstverlichting van vorig jaar terugbrengen.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 16 - Quiz

Nevenschikking of onderschikking?

Stel je eens voor dat je de hele dag bundels kerstverlichting moet ontwarren!
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 17 - Quiz

Geloof jij dat hij dat gedaan heeft?
Wie het weet mag het zeggen.
Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker
Ik had graag meer willen kunnen leren over talen als Latijn en Grieks.
Julius gaat wellicht gamen of hij maakt een andere keuze.

Slide 18 - Drag question