3.3 Hoe werkt de markt?

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je boek en je schrift
  • Pak je Rekenmachine
  • Pak Lesson-Up er bij.
timer
3:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je boek en je schrift
  • Pak je Rekenmachine
  • Pak Lesson-Up er bij.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 3.3 Hoe werkt de markt?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Laatste herhaling paragraaf 3.2
  • Klassikaal twee opgaves maken
  • Bespreken Lesdoelen
  • Uitleg paragraaf 3.3
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 1
Aan het einde van de les kun je: 
  • de evenwichtsprijs berekenen
  • de evenwichtshoeveelheid berekenen
  • de prijselasticiteit berekenen
  • uitleggen wat elasticiteit betekent

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 2
Aan het einde van de les kun je: 
  • de verschillende marktvormen benoemen.
  • uitleggen wat het verschil is tussen oligopolie en monopolie
  • het verschil aangeven tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
  • beschrijven hoe  bedrijven concurreren op een oligopolistische markt

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aanvulling paragraaf 3.2

23


a Let op, de correcte vraagvergelijking is qv=-1p + 10.
  qv = qa; –1p + 10 = 4p – 20;
  –5p = –30; p = 30 ÷ 5 = 6

 b p invullen in qv:
  qv = –1 × 6 + 10 = 4
  p invullen in qa:
  qa = 4 × 6 – 20 = 4

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Formule Prijselasticiteit
Procentuele Verandering van de vraag in procenten
____________________________________________________
Procentuele Verandering van de prijs in procenten
ONOX100

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Prijselasticiteit van de Vraag
De reactie van de vraag op een prijsverandering
  • Elastisch => gevraagde hoeveelheid verandert sterk op prijsverandering! (< -1)
  • Inelastisch => gevraagde hoeveelheid verandert zwak op prijsverandering! (tussen 0 en -1)
  • Volkomen Inelastisch bij waarde 0

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opgave prijselasticiteit






26
   % verandering van de prijs = (150 – 200) ÷ 200 × 100% = –25%
       % verandering van de vraag = (55 – 35) ÷ 35 × 100% = 57%
       De prijselasticiteit van de vraag = +57% ÷ –25% = –2,3


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions



Homogene producten
(suiker, houtskool)


Heterogene producten
(cola)

 
 Producten zijn exact gelijk
 Prijs en service zijn bepalend.

  
Producten met kleine verschillen ten opzichte van de concurrent.
Status, merk, specifieke kenmerken zijn bepalend.
Welk type producten kennen we

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aantal aanbieders 
        

              Veel                         of                       Weinig                              

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Marktvormen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Volkomen concurrentie

- Homogeen product (voorbeeld Witte suiker, houtskool, ....)
- Veel aanbieders en veel vragers
- Transparante markt (iedereen heeft volledige informatie
   over aangeboden hoeveelheden bij verschillende prijzen)
- Toetredingsdrempel is laag




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Monopolistische concurrentie
- Heterogeen product (voorbeeld Cola, schoenen)
- Veel vragers en veel aanbieders
- Aanbieder kan de prijs 
  gedeeltelijk zelf bepalen
- Toetredingsdrempel is laag


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Monopolie
- Eén aanbieder en veel vragers.
- Als enige een bepaald
  product mag verkopen
- Overheidsmonopolie
- homogeen product
  (voorbeeld: Electriciteitsnetwerk
    Tennet)



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oligopolie
- Weinig aanbieders, veel vraag.
- Zowel homogeen product (gas, electra, ...)
  als heterogeen product (smartphone, ....)
Kans op:
- Kartel => verboden afspraken over prijs, verdelen markt
- Prijzenoorlog => concurreren met door de prijs



Slide 17 - Slide

Kartel ongunstig voor de concurrentie
Daarmee voor de consument en dus de economische groei
Grand Café De Walrus in Leeuwarden is een vorm van:
A
Oligopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Monopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 18 - Quiz

- Aantal aanbieders is groote
- Producten zijn niet exact hetzelfde
- aanbieders kunnen dus eigen prijs bepalen

Prorail (beheerder van het spoornet) heeft een marktvorm van:
A
Oligopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Monopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken: opgaven 29 
tot en met 38 
(blz. 78 -81)

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Sanne: Vraag over de Aanbodlijn

Wie meer?
Leerdoel 2
Aan het einde van de les kun je: 
  • de verschillende marktvormen benoemen.
  • uitleggen wat het verschil is tussen oligopolie en monopolie
  • het verschil aangeven tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
  • beschrijven hoe  bedrijven concurreren op een oligopolistische markt

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Eindvraag?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag.
Maken 3.3 / blz 78 tm 81
  • 15 minutuen in stilte werken
  • nakijken blz 78/79
Daarna zelfstandig verder werken.

Niet af?
Huiswerk!
timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

- Alle verschillende marktvormen.
- Het verschil vertellen tussen oligopolie en monopolie
- Het verschil vertellen tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions