H3 verzekeren en lenen havo 4 beco

• Bedrijfseconomie
• Basisschool
• Groep 1

Hoofdstuk 3

3.1 Schadeverzekeringen

3.2 Sommenverzekeringen

3,4 Lenen

Let op: 3.3 slaan we over

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 3.1 Schadeverzekeringen

Leerdoelen:

Je kunt:

1. een schadeverzekering omschrijven
   
2. Verschillende voorbeelden van schadeverzekeringen noemen
   
3. In geval van schade de schade-uitkering berekenen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van verwacht voordeel door een onzeker voorval.

Een verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis.

Verzekeringen kun je opdelen in:

- schadeverzekeringen (3.1)

- sommenverzekeringen (3.2)

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

De verzekeringskosten bestaan uit 3 onderdelen:

- Premie (periodieke betaling, bv per maand of jaar)

- Poliskosten (eenmalig)

- Assurantiebelasting (21%)

Let op: Assurantiebelasting betaal je over zowel de premie als de poliskosten

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Formules:

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Gezonde waarde: waarde van alle verzekerde goederen juist voordat de schade ontstaat.

Een verzekeraar keert nooit meer uit dan het schadebedrag

Oververzekerd: de verzekerde som > gezonde waarde

Je krijgt de volledige schade uitgekeerd

Maar… je betaalt te veel premie

Onderverzekerd: verzekerde som < gezonde waarde

Je krijgt maar een deel van je schade uitgekeerd

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Vorig jaar heeft Houthandel Wagendorp bv een brandverzekering aangeschaft. Het verzekerde bedrag is € 60.000. De onderneming betaalt een jaarlijkse premie van 0,7       over de verzekerde som. Bij afsluiting van de verzekering betaalde Wagendorp bv € 15 poliskosten. De assurantiebelasting bedraagt 21%.

Vraag: Bereken de verzekeringskosten over het eerste jaar en de verzekeringskosten over het tweede jaar

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Verzekerde bedrag € 60.000.

Jaarlijkse premie: 0,7 promille over verzekerd bedrag

€ 15 poliskosten.

Assurantiebelasting 21%.

Antwoord:

(60.000 x 0,7 : 1000 + 15) x 1,21 = 81,07

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

In maart breekt brand uit in de opslagloods van Wagendorp. Dit is juist in de periode dat Wagendorp veel voorraad heeft met het oog op toenemende bouwactiviteiten. Vlak voor de brand heeft de houtvoorraad een gezonde waarde van € 80.000. De schade aan de voorraad bedraagt € 24.000

Vraag: Bereken de schade-uitkering die Wagendorp ontvangt van de verzekeraar

p.s. de verzekerde som heeft Wagendorp sinds afsluiting van de verzkering niet aangepast en bedraagt € 60.000

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.1 Je kunt een schadeverzekering omschrijven

Vlak voor de brand heeft de houtvoorraad een gezonde waarde van € 80.000. De schade aan de voorraad bedraagt € 24.000. De verzekerde som bedraagt € 60.000

Vraag: Bereken de schade-uitkering die Wagendorp ontvangt van de verzekeraar

60.000 / 80.000 x 32.000 = 24.000 schade-uitkering

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 3.2 Sommenverzekeringen

Leerdoel:

Je kunt de levensverzekering en de varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

3.2 Je kunt de levensverzekering en varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

Sommenverzekering: Verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van het in leven zijn van een bepaalde persoon op een bepaald moment.

3 vormen:

- Levensverzekering

- Lijfrenteverzekering

- Compagnonsverzekering

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.2 Je kunt de levensverzekering en varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

Levensverzekering: Verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van het in leven zijn van een bepaalde persoon op een bepaald moment.

2 mogelijkheden

1) Verzekerde overleden voor bepaalde leeftijd.

 Als Jan overlijdt voor zijn 50e krijgt hij een bedrag uitgekeerd. Dat bedrag valt dan in zijn erfenis

2) Verzekerde in leven na bepaalde leeftijd

 Als Piet na zijn 65e nog leeft krijgt hij geld uitgekeerd. Er wordt niets uitgekeerd als Piet eerder overlijdt.

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.2 Je kunt de levensverzekering en varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

Levensverzekering: De uitkering vindt plaats in een keer.

Lijfrenteverzekering: De uitkering van de levensverzekering vindt plaats in periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de begunstigde of tot een bepaalde datum (dus niet in één bedrag)

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.2 Je kunt de levensverzekering en varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

Compagnonsverzekering: Eigenaren van een Vof of Maatschap sluiten een verzekering af op het overlijden van een mede-eigenaar.

In het geval van overlijden van een van de mede-eigenaren kunnen de erfgenamen van de overledene worden uitgekocht.

Hierdoor komt het voortbestaan van de onderneming niet in gevaar en kunnen de overgebleven eigenaren de zaak voortzetten.

P.s. De rechtsvormen VoF en Maatschap worden in H10 besproken

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 3.2 Sommenverzekeringen

Leerdoel:

Je kunt de levensverzekering en de varianten lijfrenteverzekering, pensioenverzekering en compagnonsverzekering omschrijven

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 3.4 Lenen

Leerdoelen:

Je kunt:

- De voor- en nadelen van lenen uitleggen

- De vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

- De voor- en nadelen van consumptief krediet noemen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Consumptief krediet is bestemd voor particulieren voor consumptieve doeleinden, bv duurzame consumptiegoederen, maar ook vakanties

Kenmerken en risico’s:

- De bank heeft geen onderpand (zoals bij een hypothecaire lening)

- Mede daarom zijn deze leenvormen relatief duur (je betaalt hoge rente)

- Als je geld leent geeft de bank je naam door aan Bureau Kredietregistratie (BKR). Die houden bij wie hoeveel heeft geleend.

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

De hoogte van de rente (kredietkosten) die je betaalt, is afhankelijk van het risico voor de geldverstrekker, vaak een bank.

- Hoe hoger het risico dat de uitlener (bv een bank) zijn geld niet terugkrijgt, hoe hoger het rentepercentage dat je betaalt.

Bij consumptief krediet heeft de geldverstrekker weinig zekerheid, dus betaal je een hoge rente

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Hoe lager het risico voor de uitlener dat hij zijn geld niet terugkrijgt, hoe lager de rente

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Bij de bank

- Persoonlijke lening

- Doorlopend krediet

Bij de winkel

- Koop op afbetaling

- Huurkoop

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Persoonlijke lening: je leent een bedrag en betaalt dat terug in een afgesproken aantal termijnen dat elke maand gelijk blijft. Je kunt niet tussentijds bijlenen.

Doorlopend krediet: je mag lenen tot een maximumbedrag (de kredietlimiet). Je mag dat in één keer lenen, maar ook in gedeeltes. Alleen over het deel dat je opneemt, betaal je rente. Je betaalt af in termijnen. Afgeloste bedragen mogen opnieuw opgenomen worden.

***De bank hoeft maar een keer kredietwaardigheidsonderzoek te doen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Als je geld leent van de bank moet je dit bedrag terugbetalen. Dat noemen we aflossen. De aflossing is precies gelijk aan het geleende bedrag

Daarnaast betaal je aan de bank een vergoeding voor het mogen lenen; dit noemen we interest of rente.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Annuïteit: Een vast periodiek bedrag bestaand uit een deel interest en een deel aflossing, waarbij de verhouding tussen deze twee gedurende de looptijd verandert

Koop op afbetaling is vaak een annuïteit

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Jason wil een nieuwe scooter kopen. De scooter kost € 2.200. Met de winkelier spreekt hij een 'koop op afbetaling'-regeling af. Twee jaar lang betaalt hij een maandelijkse annuiteit van € 100. 

Vraag: bereken de totale rente die hij betaalt

Antwoord : 100 x 24 - 2.200 = € 200 aan interest

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Koop op afbetaling: je koopt een product en betaalt het in een afgesproken aantal termijnen terug. Je bent meteen eigenaar van het product.

Huurkoop: je koopt een product, maar je wordt pas officieel eigenaar ervan nadat je alle afgesproken termijnen hebt betaald.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

1) Romaissa wil graag piano spelen. Zij gaat naar de pianowinkel en krijgt een piano mee om de komende maanden te proberen. Ze betaalt iedere maand een bedrag, maar de winkel blijft eigenaar van de piano.

2) Abdou koopt een scooter bij scooterplaza. Met eigenaar Mo spreekt hij af dat hij drie jaar lang iedere maand € 100 betaalt.

3)  Ook Mourad wil een scooter. Hij gaat naar de bank en leent € 2.000. Hij lost twee jaar lang iedere maand € 200 af.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

4) Zeinab wil ook een scooter kopen. Zij mag € 2.500 lenen bij de bank; uiterlijk over 5 jaar moet het bedrag terugbetaald zijn. Ze lost iedere maand af, maar kan ook weer bijlenen als ze bv een reparatie heeft of nieuwe kleren wil kopen. Ze hoeft hierdoor niet steeds formulieren in te vullen of afsluitkosten te betalen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3.4 Je kunt de vormen en kenmerken van consumptief krediet uitleggen

Private lease: Een maandelijks vast bedrag voor het gebruik van een goed. Private lease komt vaak voor bij auto’s. De private leaser betaalt een vast bedrag en heeft geen omkijken naar waardeverminderingen, verzekeringen en motorrijtuigenbelasting. Onderhoud en verzekeringen worden geregeld door de leasemaatschappij.

Je wordt aan het eind van de looptijd geen eigenaar van het product.

--> dit is een vorm van langdurige huur.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak:

3.7 en 3.8

en E 3.1 en E 3.2 (E staat voor examentraining, aan het eind van het hoofdstuk)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.