De volgende woordsoorten kennen jullie nog uit leerjaar 1;
werkwoord (ww), lidwoord (lw), voorzetsel (vz), bijvoeglijk naamwoord (bn), zelfstandig naamwoord (zn). Dit jaar komt het voegwoord daarbij.
Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar.
Je kan twee losse zinnen na elkaar uitspreken, maar voor wat meer samenhang kun je een voegwoord gebruiken. Voegwoorden zijn:
en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, dus.