10.4 Voortplanting met Bloemen

10.4 Voortplanting met Bloemen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10.4 Voortplanting met Bloemen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat de voortplantingsorganen en -cellen van planten zijn.
  2. Je kunt uitleggen hoe een bloem bestoven wordt.
  3. Je kunt uitleggen hoe een bloem bevrucht wordt.
  4. Je kunt uitleggen hoe zaadjes en vruchten ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen waaruit de levenscyclus van een plant bestaat.
  6. Je kunt uitleggen hoe stuifmeel en zaden worden verspreid.

Slide 2 - Slide

Waarvoor heeft een plant bloemen?
De voortplantingscellen zitten in de bloemen.

Daar kunnen ze elkaar bevruchten.

Daaruit ontstaan de nakomelingen = zaadjes (waaruit een plantje kan groeien).

Zaadcellen noemen we de stuifmeelkorrels.
Eicellen zijn bij planten ook eicellen.

Slide 3 - Slide

De bloem
Meeldraad
- helmdraad
- helmknop met stuifmeelkorrels

Stamper
- stempel
- stijl
- vruchtbegingsel met zaadbeginsels waarin eicellen zitten

Slide 4 - Slide

Insectenbloemen
Insect verzamelt nectar.

Stuifmeel plakt aan insect, en plakt aan de stempel bij dezelfde/ andere bloem.

Slide 5 - Slide

Windbloemen
De wind neemt het stuifmeel mee.
Komt op de stempels van andere bloemen.

Slide 6 - Slide

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels. Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 7 - Quiz

bestuiven en bevruchten

Bestuiven = stuifmeel komt (door insect of wind) op de stempel 

De stuifmeelkorrel vormt een buis door de stijl naar beneden, richting de vruchtbeginsels (met daarin de eicellen).

Bevruchten = kern van stuifmeelkorrel en eicel smelten samen - bevruchte eicel

Slide 8 - Slide

Hoe onstaan zaden en vruchten?
Na de bevruchting begint alles te groeien:

1. het vruchtbeginsel van de stamper groeit uit tot een vrucht

2. binnenin het vruchtbeginsel groeien alle zaadbeginsels waarbij de eicel is bevrucht uit tot een zaadje

Slide 9 - Slide

Zaden
- kiem (mini blaadje en mini worteltje)
- zaadlobben met reservevoedsel

Stop je een zaadje in de grond, dan wordt de kiem een nieuw plantje (gebruikt eerst het reservevoedsel uit de zaadlobben)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Als een plantje ontkiemt dan gebruikt het eerste het reservevoedsel uit de zaadlobben. Hoe komt het plantje aan zijn voedsel als dit reservevoedsel op is?

Slide 12 - Open question

Vruchten
De kroonbladeren verschrompelen en vallen af.
De kelkbladeren blijven soms nog zitten (onderkant appel).

Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht (soms met veel vruchtvlees) met binnenin de zaadjes.

Slide 13 - Slide

Verspreiding van de zaden (in de vruchten)
De zaadjes (in de vruchten) moeten verspreid worden zodat ze op een geschikte plek kunnen ontkiemen.

1. verspreiding door dieren
- vruchten eten en zaadjes poepen
- vruchten met weerhaakjes die in vacht kleven
2. verspreiding door plant zelf
3. verspreiding door de wind

Slide 14 - Slide

Vruchten
De kroonbladeren verschrompelen en vallen af.
De kelkbladeren blijven soms nog zitten (onderkant appel).

Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht (soms met veel vruchtvlees) met binnenin de zaadjes.

Slide 15 - Slide

Een appel valt van de boom en ligt direct onder de boom op de grond. Is dit een geschikte plek om te ontkiemen? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question


Juist of onjuist?
Een paardenbloem is een windbloeier.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo

2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus

Slide 18 - Slide

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo

2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus

Slide 19 - Slide

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo

2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus
Levenscyclus

1-jarig
2-jarig
meerjarig

Slide 20 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nog niet?
  1. Je kunt uitleggen wat de voortplantingsorganen en -cellen van planten zijn.
  2. Je kunt uitleggen hoe een bloem bestoven wordt.
  3. Je kunt uitleggen hoe een bloem bevrucht wordt.
  4. Je kunt uitleggen hoe zaadjes en vruchten ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen waaruit de levenscyclus van een plant bestaat.
  6. Je kunt uitleggen hoe stuifmeel en zaden worden verspreid.

Slide 21 - Slide

Zijn er nog vragen over 10.4?

Slide 22 - Mind map

Huiswerk
Alle opdrachten van §10.4 maken 

Slide 23 - Slide