Geniushours 2 H3

Guten Morgen! :)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Morgen! :)

Slide 1 - Slide

Was wir heute machen werden:
  • Herhaling 3e en 4e naamval
  • Werkblad
  • Vragenronde
  • Vooruitblik naar volgende les
  • Leerwerk/maakwerk Duits

Slide 2 - Slide

De naamvallen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp
1
3
4

Slide 3 - Drag question

Naamvallen Duits
1e naamval: onderwerp
3e naamval: meewerkend voorwerp
4e naamval: lijdend voorwerp

Hoe vindt je bovenstaande zinsdelen nu?



Slide 4 - Slide

Hoe vindt je het onderwerp? 
1e naamval: onderwerp --> Wie/Wat + gezegde (alle werkwoorden)

Ich gebe meine Mutter ein Geschenk. 

Wie/Wat + gebe?  = Ich = onderwerp


Slide 5 - Slide

Hoe vindt je het lijdend voorwerp?
4e naamval: lijdend voorwerp --> Wie/Wat + gezegde + onderwerp

Ich gebe meine Mutter ein Geschenk. 

Wie/Wat + gebe + ich?  = ein Geschenk = lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

Hoe vindt je het meewerkend voorwerp?
3e naamval: meewerkend voorwerp --> 1. aan/voor wie/wat + gezegde + lijdend voorwerp
2. Als je er aan/voor  weg kunt laten of voor kunt zetten, dan is het een derde naamval.
Ich gebe meine Mutter ein Geschenk. 
aan/voor wie/wat + gebe + ich + ein Geschenk? = meine Mutter



Slide 7 - Slide

Naamvallen - Schema
Naamvallen
M
V
O
MV
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
4e
den
die
das
die

Slide 8 - Slide

Naamvallen - Schema
Naamvallen
M
V
O
MV
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen
4e
einen
eine
ein
keine

Slide 9 - Slide

Geef de juiste naamval aan.

Die Feuerwehr musste DEN HILFLOSEN KATER retten.
A
1e: onderwerp
B
3e: meewerkend voorwerp
C
4e: lijdend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Geef de juiste naamval aan.

UNSER NACHBAR schiebt sein Auto aus der Garage.
A
1e naamval: onderwerp
B
3e naamval: meewerkend voorwerp
C
4e naamval: lijdend voorwerp

Slide 11 - Quiz

Geef de juiste naamval aan.

Mein Bruder schenkt MEINER MUTTER ein Buch.
A
1e naamval: onderwerp
B
3e naamval: meewerkend voorwerp
C
4e naamval: lijdend voorwerp

Slide 12 - Quiz

Wir schenken Laura einen Blumenstrauß.

Wat is in deze zin het onderwerp?
A
einen Blumenstrauß
B
Laura
C
schenken
D
Wir

Slide 13 - Quiz

Heute räumen mein Bruder und ich das Zimmer auf.

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
A
das Zimmer
B
heute
C
mein Bruder
D
ich

Slide 14 - Quiz

Die Polizisten übergaben der Frau ihre gestohlene Geldbörse.

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
A
der Frau
B
die Polizisten
C
ihre gestohlende Geldbörse

Slide 15 - Quiz

Aufgaben für diese Woche
- Werkblad over de 3e en 4e naamval 

- Leerwerk/maakwerk Duits

Slide 16 - Slide

Zu den Aufgaben..





Viel Erfolg!
Zet sterretjes bij de opdrachten die je lastig vind!
Naamval
M
V
O
MV
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
4e
den
die
das
die
Naamval
M
V
O
MV
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen
4e
einen
eine
ein
keine

Slide 17 - Slide

Gibt es noch Fragen?
Dingen die je de volgende keer zou willen zien/doen?

Slide 18 - Open question

Vooruitblik naar volgende les
Volgende week dinsdag uitval -> Scholingsdag

Volgende Geniushours dinsdag 28 november

Toetsen + leerstof Duits

M. Leerwerk/maakwerk Duits

Slide 19 - Slide