5.2 POLITIEK ONLINE

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Welkom in deze online les

-5.2 uitleg

- inloggen lessonup opgaven maken

- samen nakijken/bespreken

Online les

- Aanwezigheidscheck

Daarna; 

- Iedereen doet microfoon uit en camera aan! 

- Heb je een vraag? Dan steek je in Teams je digitale hand op. 

- De les duurt 50 minuten net als een ‘normale’ les

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je: 

- vertellen wie er deel uitmaken van de REGERING

- de 3 taken van ministers benoemen

- de 4 functies van de Koning benoemen

Dagelijks bestuur..

= in handen van Ministers en hun staatssecretarissen (KABINET)

Elke minister heeft een eigen Beleidsterrein.

Minister van Onderwijs - Minister van Financiën - Minister van Cultuur.......

Ministeries

zo is er dus het Ministerie van Onderwijs.. Ministerie van Financiën....

- Bij de ministeries werken wel 1000 ambtenaren.

Ambtenaren staan ministers bij... ze bereiden wetsvoorstellen voor en geven advies aan de ministers!

Staatssecretaris

Naast al die ambtenaren die de Minister helpen, heeft elke minister een Staatssecretaris naast zich.

= een soort hulpminister die verantwoordelijk is voor een deel van het beleidsterrein van de minister.

Taken van de ministers (samen met hun staatssecretarissen).....

1: maken van wetsvoorstellen

2: uitvoeren van nieuwe wetten

3: opstellen van de rijksbegroting

Prinsjesdag

- Derde dinsdag van september

- Koning leest troonrede voor. Daarin staan de plannen opgeschreven van de ministers voor het aankomende jaar.

- Minister van Financiën leest uit 'het koffertje' de miljoenennota voor. = overzicht van de belangrijkste uitgaven en inkomsten die de regering voor dat jaar verwacht.

Regering = dus ministers + het staatshoofd

De Koning is staatshoofd en staat dus aan het hoofd van de regering.

Toch heeft hij in de praktijk niet zoveel macht. 

hoe komt dat ???

Constitutionele Monarchie

= een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd zijn beperkt door de grondwet.

Wie zijn er dan wel verantwoordelijk voor het beleid als het niet de Koning is?

Ministeriële verantwoordelijkheid

= dat het kabinet verantwoordelijk is voor het bestuur van ons land én voor alles wat de koning in het openbaar zegt en doet.

Taken van de koning

1: Symbolische functie = handtekening zetten

2: Ceremoniële functie = Troonrede voorlezen

3: Overleggen met de minister president

4: Representatieve functie = naar het buitenland gaan voor NL

Wat doe je nu?

-ga naar Magister en open de lessonup link die staat bij deze les.

- je gaat inloggen in Lessonup

- als je bent ingelogd klik je op de les met de naam; 5.2 POLITIEK ONLINE

- klik door naar dia 16,  daar beginnen de opgaven (gele dia's)

- maak de opgaven en als je klaar bent steek je je digitale hand op! 

Jullie hebben tot 10:50 de tijd hiervoor. 

Om 10:50 gaan we bespreken wat de juiste antwoorden zijn.

Je logt dus niet uit, en je blijft in de les. 

Ministers hebben ___ taken.
Een daarvan is dat zij; _____________________________________

Naast het maken van wetten, doen ze nog iets anders met wetten.
Wat is taak 2 van een minister?

Taak 3; is dat ministers ____________________________________ opstellen

De Koning heeft ___ taken.
Dat hij zijn handtekening zet onder een nieuwe wet noemen we: ______________________________________

Op de derde dinsdag van september leest de koning ____________________ voor. Deze dag noemen we ook wel: __________________________________

Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag heeft als naam: ____________________________________________________

Dat de Koning voor ons naar het buitenland gaat namens Nederland noemen we ; _______________________________________________

Welke taak van de Koning mist nog? Vul in.

In het Parlement zitten:

1. ministers en de koning
2. ministers en staatssecretarissen
3. eerste en Tweede Kamerleden
4. Tweede Kamerleden

In het Kabinet zitten:

1. ministers en de koning
2. ministers en staatssecretarissen
3. eerste en Tweede Kamerleden
4. Tweede Kamerleden

In de regering zitten:

1. ministers en de koning
2. ministers en staatssecretarissen
3. eerste en Tweede Kamerleden
4. Tweede Kamerleden

Leg uit waarom een minister géén lid mag zijn van het Parlement.

Lees onderstaande tekst om de volgende vraag te beantwoorden:

artikel 42 van de grondwet bepaalt dat de koning onschendbaar is en dat de ..................... verantwoordelijk zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de ........................ politiek verantwoordelijk zijn voor alles wat het staatshoofd in het openbaar zegt en doet.

Welke 2 woorden moeten op de puntjes worden ingevuld?

Welk woord in de zin is fout?
' De Troonrede omvat alle inkomsten en uitgaven die de regering voor dat jaar verwacht'

Huiswerk morgen:

van 5.2 in je boek: Opgaven 5 t/m 8, opgave 13, opgaven 17 t/m 19 + de begrippenlijst helemaal ingevuld pagina 62. 

Nu maken: een eigen samenvatting van hoofdstuk 5

Hoe ben je aan het werk?

Rustig en zacht overleggen

Oortjes mag

Alleen overleggen met buurvrouw/man

Hulp nodig? Steek je vinger op

Deze heb je af om 14:10 of bijna af :)