Het zijn weetwoorden, toch gelden voor sommige woorden regels uit de Engelse taal:
In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a als een /e/. Bijvoorbeeld bij laptop. Je hoort een /e/, maar schrijft een a.
Sommige Engelse leenwoorden eindigen op tch. Bijvoorbeeld bijstopwatch. Je hoort /tsj/, maar schrijft tch.
Sommige Engelse leenwoorden eindigen op sh. Bijvoorbeeld bij cash. Je hoort /sj/. maar schrijft sh.
In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a of ai als een /ee/. Bijvoorbeeld bij cake en trainer. Je hoort /ee/, maar schrijft a of ai.
In sommige Engelse leenwoorden klinkt ee of ea als een /ie/. Bijvoorbeeld bij team of weekend. Je hoort een /ie/, maar schrijft ea of ee.
In sommige Engelse leenwoorden klinkt oo als een /oe/. Bijvoorbeeld bij scooter. Je hoort een /oe/, maar schrijft oo.
In sommige Engelse leenwoorden klinkt oa als een /oo/. Bijvoorbeeld bij goal. Je hoort een /oo/, maar schrijft oa.
In sommige Engelse leenwoorden klinkt u als /joe/. Bijvoorbeeld bij computer. Je hoort /joe/, maar schrijft u.