• Hij heeft een representatieve taak. Hij treedt op als gastheer voor buitenlandse staatshoofden. Hij opent gebouwen, laat schepen te water, bezoekt bejaardentehuizen enz. Op de derde dinsdag van September, Prinsjesdag, leest hij in de Ridderzaal in Den Haag de troonrede van de regering voor aan het parlement.
• Hij vervult een rol bij de vorming van nieuwe kabinetten. De koning benoemt, in overleg met anderen, de personen die het nieuwe kabinet bij elkaar moet gaan zoeken.
• Hij overlegt regelmatig met de premier en de overige ministers. Het is namelijk zijn recht om over allerlei staatszaken geïnformeerd te worden.
• Ook tekent de koning alle wetten.