Cursus 6 - Formuleren - paragraaf 3 - verwijzen naar bezit

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Nederlands week 3

• Op tafel

  -  leesboek 

  -  boek Nederlands blz. 216

  -  pen en schrift   

•  Computer

     

Lezen in je leesboek

Programma deze les

• Huiswerk vorige les nakijken
• Doel van deze les
  
• Voorkennis
  
• Instructie
  
• Aan de slag
  
• Huiswerk volgende week 

Huiswerk nakijken

Huiswerk:  (blz. 216/217) opdr. 2 t/m 6

Lesdoel

Je kunt verwijzen naar bezit.

Voorkennis

In de vorige les hebben het gehad over verwijzen naar personen en dingen.

Hier zijn jullie aan de slag geweest met woorden die mannelijk, vrouwelijk of onzijdig waren.

Welke verwijswoorden gebruik je voor het verwijzen naar de-woorden?

1. dit en dat
2. die en deze

Welke verwijswoorden gebruik je voor het verwijzen naar het-woorden?

1. dit en dat
2. die en deze

Welke verwijswoorden gebruik je voor het verwijzen naar het-woorden?

1. hun en die
2. het en dit

Welke verwijswoorden gebruik je voor het verwijzen naar woorden in het meervoud?

1. hun en die
2. het en dit

Instructie 

Vandaag gaan we het hebben over bezittelijk voornaamwoorden. Dat zijn woorden die aangeven van wie iets is. Een voorbeeld:

Vandaag is Jaap afwezig. Zijn oma is 85 jaar geworden. 

'zijn' geeft aan dat het om de oma van Jaap gaat.

Instructie 

Welk bezittelijk voornaamwoord je moet gebruiken, hangt af van de persoon die in de zin staat.

Filmpje

apps.noordhoff.nl

Karel houdt van......

1. mijn
2. jouw
3. jou

Weet je nog wat bezittelijke voornaamwoorden zijn? Zoek het bezittelijk voornaamwoord.

1. hem
2. ik
3. wij
4. mijn

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Waar staat het bezittelijk voornaamwoord in de zin?

1. Vóór het zelfstandig naamwoord
2. Achter het werkwoord.
3. Achter het zelfstandig naamwoord.
4. A, B en C zijn fout.

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. huis, liefde, boom
2. zijn, haar, onze
3. die, dat, deze
4. zich, me, je

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. duidt een persoon, dier of ding aan
2. geeft aan van wie iets is.

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?

1. me
2. mijn
3. je
4. jouw

Aan de slag

Ga aan de slag met opdracht 1 tot en 6 op bladzijde 218-219.

Ben je klaar? Kies uit:

- maak de trainer 'verwijzen naar bezit'

Huiswerk

dinsdag 21 januari:

- afmaken opdracht 1 tot en 6 op bladzijde 218 en 219

Exit
Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃