Alfa 3

Welkom terug op school allemaal!


donderdag
13 januari
2022
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom terug op school allemaal!


donderdag
13 januari
2022

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • We beginnen met Thema 6. Dit thema gaat over kleding
  • We gaan het hebben over de lidwoorden de en het.
  • We leven in een spannende tijd, rond Corona. Sommige mensen zijn bang, of verdrietig of hebben andere gevoelens of emoties. Daar gaan we over spreken.

Slide 2 - Slide

Video kijken

Slide 3 - Slide

Praat je mee: kleding 5.1*
Wat wil Daan kopen?
Koopt hij de trui?
En de broek?
Waarom niet?
Koopt hij een jas?

Slide 4 - Slide

6.2 De en het
10. Bekijk de video. Wat betekenen de blauwe woorden?      lidwoorden
                           meervoud
                           verkleinwoorden
                           woordenboek

Slide 5 - Slide

11. Wat hoor je?
12. Quiz: gebruik je de of het?

Slide 6 - Slide

Nu komen foto's van de blauwe woorden van 6.1, 6.2, en 6.3.

- Ken je ze?
- Noem ook het lidwoord erbij (de /het)
- Kun je er ook een zin mee maken?

Slide 7 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • het hemd    
  • de hemden

Slide 8 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de broek     
  • de broeken

Slide 9 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de sok        
  • de sokken

Slide 10 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de onderbroek      
  • de onderbroeken

Slide 11 - Slide

Wat is dit? 


  • het T-shirt 
  • de T-shirts

Slide 12 - Slide

Wat is dit?


  • de trui      
  • de truien

Slide 13 - Slide

Wat is dit? 


  • de schoen      
  • de schoenen

Slide 14 - Slide

Wat is dit?


  • de rok        
  • de rokken

Slide 15 - Slide

Wat is dit?


  • de tas        
  • de tassen

Slide 16 - Slide

Wat is dit?


  • het vest    
  • de vesten

Slide 17 - Slide

Wat is dit?


  • het overhemd    
  • de overhemden

Slide 18 - Slide

Wat is dit?


  • de jas        
  • de jassen

Slide 19 - Slide

Welk gevoel geeft Corona jou?

Slide 20 - Slide

Welke emotie zie je?

  • Verdriet
  • Waar zie je dat aan?
  • Wanneer voel jij je verdrietig? 

Slide 21 - Slide

Welke emotie zie je?

  • Hij kijkt boos
  • Waar zie je dat aan?
  • Wanneer word jij boos?

Slide 22 - Slide

Welke emotie zie je?

  • Zij is bang
  • Hoe weet je dat?
  • Ben jij wel eens bang?

Slide 23 - Slide

Welke emotie zie je?


  • Zij is blij
  • Hoe zie je dat?
  • Waar word jij blij van?

Slide 24 - Slide

Welke emotie zie je?


  • Zij is moe.
  • Hoe zie je dat?
  • Wanneer voel jij je zo?

Slide 25 - Slide

Welke emotie zie je?

  • Zij is zenuwachtig
  • Ken je een daar een ander                                                              woord voor?
  • Wanneer ben jij zenuwachtig?

Slide 26 - Slide

Welke emotie zie je?


  • Zij ziet er ziek uit.
  • Voel jij je wel eens ziek?
  • Wat doe je dan?

Slide 27 - Slide

Als er nog tijd over is, kunnen jullie verder werken in je boek.

Stel vragen als je iets niet begrijpt!

Spreekopdrachten kunnen we samen doen.

Slide 28 - Slide

Jullie hebben hard gewerkt, dankjewel!

Blijf gezond!

Tot volgende week!

Slide 29 - Slide