This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
BONJOUR
Slide 1 - Slide
Le programme:
Hieronder staat wat je tijdens de mondelingen moet doen. Volg de juiste volgorde:
Oefen met de bijvoeglijke naamwoorden (les adjectifs)
Oefen woordenschat, luisteren en lezen op Bravoure
leçon 47
Slide 2 - Slide
Adjectif (bijvoeglijk naamwoord)
Basisregel vorm
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan het zelfstandig naamwoord aan. Kijk of dit woord enkelvoud, meervoud, mannelijk of vrouwelijk is en voeg de juiste letter(s) toe aan het bijvoeglijk naamwoord. Mannelijk enkelvoud is de basisvorm.
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es
Slide 3 - Slide
La maison est ...
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 4 - Quiz
Ils sont ...
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligents
D
intelligentes
Slide 5 - Quiz
Le jardin est ...
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes
Slide 6 - Quiz
Mes soeurs sont ...
A
joli
B
jolie
C
jolis
D
jolies
Slide 7 - Quiz
Uitzondering 1
Geen verandering met "e"
Als het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm al op een -e eindigt, krijgen de vrouwelijke vormen er niet nog een -e bij.
Un vélo jaune Deux vélos jaunes
Une voiture jaune Deux voitures jaunes
Slide 8 - Slide
Elle est ...
A
drôle
B
drôlee
C
drôles
D
drôlees
Slide 9 - Quiz
Les voitures sont …
A
rouge
B
rougee
C
rouges
D
rougees
Slide 10 - Quiz
Uitzondering 2
Geen verandering met "s"
Als het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm al eindigt op een -s, dan komt er in de mannelijke meervoudsvorm geen extra -s bij!
de kat is grijs - Le chat est gris
de katten wijn grijs - Les chats sont gris
Slide 11 - Slide
Mes yeux sont ...
A
gris
B
grise
C
griss
D
grises
Slide 12 - Quiz
Uitzondering 4
Uit je hoofd leren!
Er zijn een aantal vormen die je gewoon uit je hoofd moet leren!