4H 4.4 Evolutie in populaties

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startopdracht 
Beantwoord de volgende vraag in je schrift:


Driehoornkameleons gebruiken hun felle kleuren om signalen te geven aan hun soortgenoten. De driehoornkameleons die op Oahu leven, zijn kleurrijker dan de driehoornkameleons die in Kenia leven. Tot 1972 leefden er geen driehoornkameleons op Oahu.     
De driehoornkameleons uit Oahu en Kenia zijn geografisch gescheiden. Toch is het waarschijnlijk dat zij nog steeds samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, en daarmee tot dezelfde soort behoren. 35 --> Verklaar waarom het niet waarschijnlijk is dat de driehoornkameleons uit Oahu en Kenia geëvolueerd zijn tot twee soorten.  

Slide 2 - Slide

Startopdracht antwoord


Maximumscore 1 
Uit het antwoord moet blijken dat de tijd (vanaf 1972) dat de populaties gescheiden zijn geweest, te kort is (om dusdanig grote verschillen te laten ontstaan waardoor geen vruchtbare nakomelingen meer zouden kunnen ontstaan bij kruising van individuen uit de verschillende populaties).  

Slide 3 - Slide

Opdracht



Beantwoord de volgende vraag in je schrift:

Leg in stappen uit dat door verandering in het DNA, in een nieuwe leefomgeving een nieuwe populatie kan ontstaan waarvan de eigenschappen afwijken van die van de oorspronkelijke soort.

Slide 4 - Slide

Opdracht

Leg in stappen uit dat door verandering in het DNA, in een nieuwe leefomgeving een nieuwe populatie kan ontstaan waarvan de eigenschappen afwijken van die van de oorspronkelijke soort.


Antwoord
1. Binnen de populatie ontstaan door mutatie en recombinatie nieuwe varianten--> genetische variatie.
2. Er vindt natuurlijke selectie plaats. 
3. De (best) aangepaste individuen overleven en geven de eigenschappen door --> voortplanting

Slide 5 - Slide

Thema 4 Evolutie
Oriëntatie
4.1 Indeling van de levende natuur 
4.2 Bacteriën, virussen en schimmels les 2
4.3 De evolutietheorie les 2
4.4 Evolutie in populaties
4.5 Onderzoek naar evolutie

Slide 6 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4.4 Evolutie in populaties
  • Filmpjes seksueel selectie --> 3 - 4 minuten
  • Afsluiting 

Toets evolutie dinsdag 25 februari

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven hoe genetische eigenschappen in een populatie kunnen veranderen.

Slide 8 - Slide

Evolutie in populaties
Genenpool van een populatie is de verzameling van genen in de populatie.

Allelfrequentie geeft aan hoe vaak een bepaald allel in de populatie voorkomt.

Slide 9 - Slide

Allelfrequentie
Hoe vaak een allel voorkomt, heet de allelfrequentie of genfrequentie. 
--> Hoe hoger de allelfrequentie, hoe groter de kans dat dat allel doorgegeven wordt. Dit klopt alleen als er geen selectiedruk is.
De allelfrequentie blijft dan door de generaties constant.

Maar plaatselijk kan de selectiedruk anders zijn. 
Voorbeeld: sikkelcelanemie-allel en malaria.

Slide 10 - Slide

Veranderende allelfrequenties
De allelfrequentie in een populatie is meestal niet constant, er zijn beïnvloedende factoren zoals:
  • Mutaties
  • Natuurlijke selectie
  • Seksuele selectie

Wanneer een gemuteerd allel dominant is en 
de overlevingskansen vergroot, zal de allelfrequentie toenemen. 

Slide 11 - Slide

Evolutie in populaties
Geen selectiedruk? --> genen worden willekeurig doorgegeven aan nakomelingen. 

Als de overlevingskans geen rol speelt en de genen spelen geen rol bij de partnerkeuze, dan is er geen selectiedruk. 

Slide 12 - Slide

Seksuele selectie
= Selectie van partners op basis van kenmerken die aantrekkelijk worden gevonden.

Deze eigenschappen hebben wel 
een positief effect op de voortplantingskans maar niet 
op de overlevingskans.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Leg uit hoe het kan dat de mannetjeswenkkrab zo'n enorme klauw heeft, terwijl hij er nadeel van heeft bij het verzamelen van voedsel. (3pt)

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

Populatiegenetica
Populatie
  • alle individuen van een soort in een bepaald gebied, samen onderling voortplantend

Genenpool
  • alle allelen op alle chromosomen in een populatie

Genenpool wordt beïnvloed door:
  • gene flow (uitwisseling van genen tussen verschillende populaties)
  • natuurlijke selectie (een allel kan een selectievoordeel of -nadeel hebben)
  • seksuele selectie (vrouwtjes kunnen een bepaalde eigenschap prettiger vinden)

Slide 19 - Slide

Huiswerk

Lezen 4.4
Maken opdracht 49 t/m 62







Slide 20 - Slide