Les 1

• Thema Voorraadbeheer
• MBO
• Studiejaar 1,2

Thema Voorraadbeheer Les 1

mevrouw van Sytzama

[e-mail]

Afspraken (studentenraad)

1.Je bent op tijd in de les aanwezig (max 10 min te laat). Daarna melden begin nieuw lesuur. Als je later bent, stuur mij (niet klasgenoot) een chat in teams.

2. Je komt voorbereid naar de les en doet actief mee (licenties, leermiddelen, laptop en schrijfgerei).

3. De petten, mutsen en andere hoofddeksels zijn af in de klaslokalen en lesomgeving.

4. Je gebruikt je mobiele telefoon en je oortjes alleen met de toestemming van de docent.

5. Je eet en drinkt tijdens de pauze, een flesje water is toegestaan tijdens de les.  

 doen via teams en/of klasgenoten.

Afspraken (studentenraad)

6. Als je er helemaal niet bent, meld je dit bij de administratie en bij mij in teams.

7. Je maakt opdrachten op tijd, en levert deze op tijd in, in teams. Je maakt de opdracht alléén; als je het samen maakt, staan beide namen op de opdracht, lever je beiden de opdracht in.

8. Bij afwezigheid zorg je zelf voor aantekeningen van een ander, en je zoekt uit wat je moet doen via teams en/of klasgenoten.

9. Als je te laat bent en je mag het lokaal niet meer in, ga werken in lokaal 204

WAT GAAN WE DOEN?

(Wk 1) Bedrijfskolom en goederenstroom

(Wk 2) Voorbeeld Proces, inventariseren

(Wk 3) Voorraadbeheer en opslagkosten. methodes van voorraadbeheer

(Wk 4) Inventariseren + bestellen + nauwkeurigheid, opdracht

Voorjaarsvakantie

(Wk 5) Voorraad controleren, dubbelchecken en bestellen

(Wk 6) Proeftoets maken

(Wk 7) Proeftoets bespreken

(Wk 8) Terugkoppelen van bestelling aan opdrachtgever + betrokkenen + feedback aan elkaar

 Bufferweek: opdrachten afmaken

Lesdoel

Aan het einde van de les 

- weet je wat we deze periode gaan doen en leren

- kan je vertellen wat een (interne) goederenstroom is

Leerdoelen

Dit moet je kunnen aan het einde van deze periode: 

De student informeert en herinnert proactief collega's en betrokkenen over zaken/taken en to-do's rondom voorraadbeheer

De student overlegt tijdig en regelmatig voor afstemming bij het beheer van de voorraad;

De student prioriteert, plant en regelt de werkzaamheden op juiste wijze en stelt waar nodig bij;

De student controleert de voorraad nauwgezet en bestelt nauwkeurig en volgens de op het bedrijf geldende procedures goederen/producten;

De student vult de voorraad op de juiste wijze aan en slaat de goederen/producten op de juiste wijze op;

De student werkt vlot en accuraat en maakt efficiënt gebruik van digitale apparatuur en overige hulpmiddelen;

De student handelt consequent binnen de grenzen van de bevoegdheid;

De student rapporteert tijdig, duidelijk en nauwkeurig aan de opdrachtgever 

Bedrijfskolom

Goederen komen niet zomaar in een bedrijf terecht. Ze komen ergens vandaan en gaan meestal ook weer ergens naartoe. Dit is de volgorde van bedrijven die betrokken zijn bij het maken van een product, vanaf de grondstof tot aan de verkoop aan de consument. In een bedrijfskolom staan alle bedrijven waar een product is geweest, voordat het bij de consument belandt.

De goederenstroom 

De goederenstroom is de weg die de goederen door een bedrijfskolom afleggen. Dit is de reis die producten (goederen) afleggen vanaf de productie tot aan de consument. Het omvat het fysieke verplaatsen van de producten.

Je noemt dit stroomafwaarts. Een product kan zich ook in de andere richting bewegen, zoals seizoensartikelen die niet verkocht worden en weer teruggaan naar het magazijn. De goederenstroom beweegt zich dan stroomopwaarts.

Bedrijfskolom versus goederenstroom

Stel, je hebt een brood. Bedrijfskolom = Boerderij → Molen → Bakkerij → Supermarkt (wie doet wat?)

De goederenstroom van hetzelfde brood: Graan groeit op boerderij → Graan wordt meel in molen → Meel wordt brood in bakkerij → Brood wordt verkocht in supermarkt. (Hoe het product beweegt)

Verschil

Bedrijfskolom: Richt zich op de verschillende bedrijven en hun rollen in het productieproces (lijst bedrijven)

Goederenstroom: Richt zich op de verplaatsing van het product zelf door deze bedrijven (de weg die het product aflegt)

Vertel in je eigen woorden het verschil tussen de bedrijfskolom en de goederenstroom

Stroomafwaarts

Graan groeit op boerderij → Graan wordt meel in molen → Meel wordt brood in bakkerij → Brood wordt verkocht in supermarkt.

Je noemt dit stroomafwaarts. 

Stroomopwaarts

Een product kan zich ook in de andere richting bewegen, zoals seizoensartikelen die niet verkocht worden en weer teruggaan naar het magazijn. De goederenstroom beweegt zich dan stroomopwaarts.

Logistieke Handelingen:

Wat is het? 

Alles wat te maken heeft met het verplaatsen en opslaan van producten.

Voorbeelden van logistieke handelingen

- Ontvangst van goederen: Nieuwe producten komen binnen in een magazijn of winkel. Iemand controleert of alles klopt met de bestelling.

- Opslag: De producten worden netjes op de juiste plek gezet in het magazijn.

- Orderpicken: Als een klant iets bestelt, verzamelt iemand de juiste producten uit het magazijn.

- Verpakken: De producten worden ingepakt zodat ze veilig bij de klant aankomen.

- Verzending: De ingepakte producten worden opgestuurd naar de klant, vaak met een vrachtwagen, schip of vliegtuig.

- Retouren: Als een klant iets terugstuurt, wordt het weer aangenomen en opgeslagen.

opdracht

Maak een stroomdiagram met daarin alle logistieke handelingen die in het filmpje aan bod komen.

Interne goederenstroom

Bestellen

Ontvangst goederen

Controleren goederen

Inslag: opbergen van de goederen

Opslag: goederen gaan binnen magazijn naar andere plek

Uitslag: goederen naar expeditieruimte

Expeditie: goederen gaan naar de klant

Opdracht voorraadbeheer 1 & 2

Spelen met de voorraad

Last van de kantoorvoorraad

https://www.stichtingpraktijkleren.nl/taakmodules/k/kantoorvoorraad-1/#content

SPL

eerst inloggen

www.stichtingpraktijkleren.nl

www.stichtingpraktijkleren.nl