Voltooid deelwoord en wwgez 1m

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Planning:

- Lezen (10 min)

- Uitleg (20 min)

- Opdrachten (15 min)

- Nakijken (5 min)

- Blooket/ Kahoot

Voltooid deelwoord

• herken je aan -ge, -be, -ver of -ont voor het woord:
  (gevraagd, beantwoord, vergeten, ontslagen) 
• Er staat altijd een hulpwerkwoord van hebben, zijn of worden in de zin:
  Hij heeft dat aan zijn docent gevraagd
  Zij is gisteren ontslagen

• Het voltooid deelwoord is nooit een persoonsvorm!
• Het voltooid deelwoord eindigt op -en, -t of -d

Wat is het voltooid deelwoord van:
beloven

Wat is het voltooid deelwoord van 'protesteren'?

Schrijf het voltooid deelwoord op:
Heb jij dat in je tas ...(bewaren)?

-t of -d?

• Gebruik verleden tijd: ik trainde hard - ik heb hard getraind      ik mikte de bal - ik heb de bal gemikt 
• Zet een -e achter het woord: gemaaid - het gemaaide gras
• Gebruik 't kofschip xy/ 't sexy fokschaap

Benoem het voltooid deelwoord in deze zin, als dit aanwezig is: 'De oorlog verscheurt het land.'

voltooid deelwoord
van stofzuigen

Wat is het voltooid deelwoord van
'zijn'?

Persoonsvorm

Hoe vind je de persoonsvorm?

• Vraagzin maken ->
  het woordje dat vooraan in de zin komt te staan, is de persoonsvorm
• Zin in andere tijd zetten ->
  het woordje/de woordjes die veranderen in de andere tijd, is/zijn de persoonsvorm(en)
  
  

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. 

Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Het werkwoordelijk gezegde

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

leeronlinenederlands.nl

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

De regel dat bijvoeglijk naamwoorden zo kort mogelijk moeten worden geschreven, geldt hier ook!

De ... (antwoorden) berichten.

De ... (ontpitten) kersen.

De ... (redden) drenkelingen. 

leestrainer.nl

Aan de slag

Les 33 (ww gez): opdrachten 1, 3, 8

Les 39 (volt. dw): opdrachten 1, 3, 5 en 9 (klaar? opdr 10)

Samenwerken en zachtjes overleggen mag.

15 minuten