Werkvorm door Amalia, Hannah, Lina, Merle en Sarah.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
16de & 17de eeuw.
Werkvorm door Amalia, Hannah, Lina, Merle en Sarah.
Slide 1 - Slide
Wat weet je al?
Slide 2 - Mind map
Wetenschap
Tijdens de Renaissance bloeide de wetenschap op. Bijvoorbeeld:
De theorie van de zwaartekracht werd opgesteld (natuurwetenschap)
Amerika werd ontdekt (uitbreiding geografische kennis)
De klassieke geschiedenis werd onderzocht (opbloei A-wetenschappen)
Slide 3 - Slide
Noem het kenmerk uit de Renaissance die het best hoort bij de opbloei van de wetenschap
A
antropocentrisme
B
empirisme
C
individualisme
Slide 4 - Quiz
Geloof
Men nam niet meer zomaar alles aan wat de kerk beweerde, ze gingen steeds meer zelf het geloof bestuderen.
Er was fundamenteel iets mis met de Kerk:
De Kerk was meer een wereldlijke dan geestelijke macht geworden
Mannen met een hoge functie (de Paus, bisschoppen, priesters) leefden een te luxe leven
Slide 5 - Slide
Noem de twee belangrijkste hervormers
Slide 6 - Open question
De Renaissance was de wedergeboorte van de belangstelling in de Klassieke Oudheid. Hoe noemen we de eerste onderzoekers van de klassieke cultuur?
A
Wetenschappers
B
Empiristen
C
Humanisten
D
Individualisten
Slide 7 - Quiz
Nieuwe visie op de mens:
Middeleeuwen: theocentrische opvatting: mens ondergeschikt God en het hiernamaals.
Humanisten kregen nieuwe visie door klassieke teksten: antropocentrische opvatting: mensen even belangrijk als het goddelijke.
Slide 8 - Slide
Nauw verbonden met het antropocentrisme is het individualisme; De mens werd niet meer als een deel van een groter geheel gezien, maar als een individu met eigen kracht. Het ideaal was dan ook om een universele mens te worden die in alles uitblonk. Zo iemand noem je een …
Slide 9 - Open question
Deze stroming die stelt dat kennis uit de ervaring (onderzoeken) voortkomt noemen we het...
Slide 10 - Open question
Leonardo da Vinci
Hét voorbeeld van een homo universalis; schilder, architect, uitvinder, ingenieur, natuurkundige, scheikundige, anatomist, beeldhouwer én schrijver.
Echte onderzoeker van de natuur, die wilde onderzoeken hoe de wereld in elkaar zat.
Slide 11 - Slide
Welke drie Latijnse stadia kan men onderscheiden in verhouding tussen de klassieke en de eigen literatuur?
Slide 12 - Open question
Wat waren eisen waaraan literaire werken in de Renaissance moesten voldoen?
Slide 13 - Open question
Er waren verschillende klassiek genres die men opnieuw ging beoefen in de Renaissance. Van welk genre is hieronder sprake?
Slide 14 - Slide
Er waren verschillende klassiek genres die men opnieuw ging beoefen in de Renaissance. Van welk genre is hieronder sprake?
A
Essay
B
Sonnet
C
Puntdicht / epigram
D
Aforisme
Slide 15 - Quiz
Puntdicht / epigram:
- een kort gedicht
- twee of vier regels
- spitse en geestige inhoud
- een verrassend slot
- gebaseerd op een woordspeling.
- Constantijns Huygens.
Slide 16 - Slide
Noem twee redenen waarom dit standbeeld typerend is voor de Renaissance?
Slide 17 - Slide
Noem twee redenen waarom dit standbeeld typerend is voor de Renaissance?
Slide 18 - Open question
Maniërisme!
Maniërisme is de kunststijl die opkwam na de renaissance
kunstenaars die werkten op Michelango's manier.
Literatuur: verfijnde, elegante kunsttaal
ingewikkelde zinnen, tegenstellingen en woordspelingen en epigrammen.
Constantijn Huygens.
Slide 19 - Slide
Wat zijn kenmerken van literatuur in de maniërisme?
Slide 20 - Open question
Barok!
Na het maniërisme kwam de stijl Barok.
Overdreven, veel emoties, details, kleur en beweging.
Stroming kwam op in katholieke kerken, gebouwen schilderijen moesten getuigen van de glorie van de roomse kerk.