taal actief groep 8 taal les 6.7

1 / 21
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De jongen trapt de voetbal weg.
A
Lijdende vorm
B
C
Bedrijvende vorm

Slide 3 - Quiz

De voetbal wordt door de jongen weggetrapt.
A
Lijdende vorm
B
C
Bedrijvende vorm

Slide 4 - Quiz

De jongen trapt de voetbal weg. 
We beginnen bij de eerste zin:

De jongen trapt de voetbal weg.
Het onderwerp van deze zin is ‘de jongen’. De jongen is hier ook echt degene die iets doet: hij trapt de voetbal weg.
Iets doen wordt ook wel ‘in bedrijf zijn’ genoemd. Daarom kun je zeggen dat deze zin in de bedrijvende vorm staat. Want het onderwerp doet iets; hij is in bedrijf

Slide 5 - Slide

De voetbal wordt door de jongen weggetrapt. 

Bij de tweede zin ligt dat allemaal wat anders.

De voetbal wordt door de jongen weggetrapt.
Het onderwerp van deze zin is ‘de voetbal’. Maar de voetbal doet zelf niets. Er wordt iets mee gedaan.
Omdat het onderwerp in deze zin niets doet, spreek je hier van een zin die in de lijdende vorm staat. 

Slide 6 - Slide

Maak een lijdende zin:
Charley bestuurt zijn avatar.

Slide 7 - Open question

Maak een lijdende zin:
Het spel fascineert Charley

Slide 8 - Open question

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Anthony koopt een nieuwe game.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 9 - Quiz

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Dit spel wordt door zijn halve klas gespeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 10 - Quiz

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Anthony bestudeerde de gebruiksaanwijzing.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Daarbij wordt door hem een Engels woordenboek gebruikt.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 12 - Quiz

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Level 3 wordt na een week gehaald.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 13 - Quiz

Is de zin lijdend of bedrijvend?
Anthony verbeterde ook zijn Engels behoorlijk.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 14 - Quiz

Verander de zin in lijdende zin
Babet beheert een virtuele boerderij.

Slide 15 - Open question

Verander de zin in lijdende zin
Babet zaait uien en radijsjes.

Slide 16 - Open question

Verander de zin in lijdende zin
Een koper vraagt eieren.

Slide 17 - Open question

Verander de zin in lijdende zin
Babet koopt dus kippen.

Slide 18 - Open question

Verander de zin in lijdende zin
Babet verkoopt de eieren aan de wachtende klant

Slide 19 - Open question

Verander de zin in lijdende zin
Babet spaart nu punten.

Slide 20 - Open question

Geef een voorbeeld van een zin in bedrijvende of lijdende vorm.

Slide 21 - Mind map