H 1 t/m 6 - spelling

Spelling H1 t/m 6
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Spelling H1 t/m 6

Slide 1 - Slide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les

- weet je hoe je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijft.
- heb je geoefend met alle theorie van de afgelopen lessen, dus korte/lange klanken, ou/au, i/ie, ei/ij, g/gg/ch, meervoudsvormen, bezitsvorm en getallen.

Slide 3 - Slide

Vdw als bnw
Een voltooid deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden. Maar hoe? 

Eindigt het vdw op -t of -d? --> +e en zo kort mogelijk
Het pad is verbreed. Het verbrede pad. 
Eindigt het vdw op -en? --> het woord blijft hetzelfde
De tas is gestolen. De gestolen tas. 

Slide 4 - Slide

De race is gelopen. De ... race.
A
gelope
B
gelopen
C
geloopte

Slide 5 - Quiz

Het pad is gefietst. Het ... pad
A
gefietste
B
gefietsen
C
gefietse

Slide 6 - Quiz

De foto is vergroot. De ... foto
A
vergrootte
B
vergroten
C
vergrote

Slide 7 - Quiz

De jongen is verbaasd. De ... jongen.
A
verbaasde
B
verbaasden
C
verbasde

Slide 8 - Quiz

De deur is gesloten. De ... deur.

Slide 9 - Open question

Het schot werd gelost. Het ... schot.

Slide 10 - Open question

De familie is verhuisd. De ... familie.

Slide 11 - Open question

korte klank
lange klank
bom
boom
kap
kaap
school
schol

Slide 12 - Drag question

Meervoud
Noteer het meervoud van onderstaande woorden in je schrift.

glas                          bureau                     piano                     stad

melodie                  horloge                   boom                      sok

Slide 13 - Slide

Dictee
Schrijf de woorden in je schrift die je van mij hoort. 

Slide 14 - Slide

Dictee nakijken
Heb je de volgende woorden goed geschreven? 

miauwen                                zonlicht
giechelen                              nieuwsgierig
trouwen                                  chloor
zagen                                       kanarie
vlechten                                  gluurde

Slide 15 - Slide

Ik kan de meervoudsvorm goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 16 - Quiz

Ik kan de bezitsvorm goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 17 - Quiz

Ik kan woorden met ij/ei goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 18 - Quiz

Ik kan woorden met ou/au goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 19 - Quiz

Ik kan woorden met i/ie goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 20 - Quiz

Ik kan woorden met lange en korte klanken goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 21 - Quiz

Ik kan woorden met g/gg/ch goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 22 - Quiz