kwaliteitszorg les 3 woensdag

1 / 49
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kwaliteitszorg /geschiedenis

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

1960: steeds meer vrouwen werken
georganiseerde kinderopvang 
bedrijfscreches
1970: peuterspeelzalen
1980: kinderdagverblijven
overheid geeft subsidie


Slide 4 - Slide

de 21e eeuw
2003: opvoedingsondersteuning is taak jeugdgezondheidszorg
2005: Bureau Jeugdzorg/Wet kinderopvang
2007: Centrum Jeugd en Gezin: gemeentes ondersteunen ouders met  opvoedingsvragen
2015: gemeenten zijn volledig verantwoordelijk voor jeugdzorg. CJG of sociale wijkteams

Slide 5 - Slide

Professionalisering
Kinderopvang is volwassen geworden:
Eigen opleidingen
Eigen wetten en regels
Subsidies en toeslagen
kwaliteitseisen en protocollen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

toeslagenaffaire?

Slide 8 - Mind map

Harmonisatie kinderopvang
gelijkschaling van regels:
4 ogen principe
scholing van medewerkers
en peuterspeelzaal

beroepskracht-kind ratio
salaris

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

kwaliteit

Slide 13 - Mind map

Kwaliteit
Kwaliteit is de mate waarin een dienst, artikel of organisatie voldoet aan iemands verwachtingen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Kwaliteitszorg
“De kwaliteit van iets is de mate waarin datgene goed is of aan bepaalde normen voldoet.”
“Kwaliteitszorg kan omschreven worden als “het aansturen van een continu verbeterproces om zodoende aan de kwaliteitseisen te voldoen”. Het gaat daarbij steeds om de relatie tussen de eigen doelen en ambities, de borging daarvan in beleid, management en processen en de vraag hoe de resultaten zich verhouden tot de gestelde doelen.”

Slide 19 - Slide

Materiële kwaliteit in de kinderopvang

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

wat kun jij doen rondom materiële kwaliteitseisen?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Immateriële kwaliteitseisen

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Opdracht
Welke vier pijlers noemt de Wet IKK voor kwaliteit in de kinderopvang?
Beschrijf kort per pijler wat hiermee wordt bedoeld.
Hoe wordt getoetst of kindercentra voldoen aan de kwaliteitseisen?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Geschiedenis kinderopvang
500-1600: Kinderen waren zaak van het gezin, familie, vrienden, liefdadigheid kerken en kloosters
1600: rijke burgers deden aan liefdadigheid
kindermeisjes en gouvernantes  

nu: Nanny

Slide 30 - Slide

Vanaf 1800:
Volksopvoeding
Industriële revolutie: armoede  /kinderarbeid, om dat tegen te gaan: kinderopvang
1900: kinderbewaarplaatsen
1920: kleuterschool

Slide 31 - Slide

         Ouderondersteuning / Opvoedondersteuning

Rond 1900 eerste ouderondersteuning bij de opvoeding
Maria Sandberg: Oprichting moederscholen
1922: Huis voor ouders
1928: Consultatiebureau
1970: Opvoedwinkels en 
pedagogische bureaus

Slide 32 - Slide

De methodische manier om kwaliteitszorg op te zetten noem je een kwaliteitszorgsysteem. Wat is de basis van het systeem?
A
Toezicht en handhaving
B
kwaliteitseisen, kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole, instrumenten
C
Controle en inspectie
D
Maatwerk, instrumenten, keurmerk, audit

Slide 33 - Quiz

PDCA is ook alweer
A
plan, denk, check, act
B
plan, do, check, act
C
plant, do, crack, act
D
plan, doos, cheque, act

Slide 34 - Quiz

voordeel van werken met protocollen:
A
iedereen werkt hetzelfde
B
nieuwe mensen zijn sneller ingewerkt
C
protocol geeft duidelijkheid
D
alle 3

Slide 35 - Quiz

een beroepsdeskundige is:
A
iemand die andere dingen weet dan jij
B
iemand met gespecialiseerde kennis
C
een collega met veel ervaring
D
iemand die een boek heeft geschreven

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Groepen van 2 à 3
Jullie krijgen +/- 20 minuten de tijd om uit te zoeken wat de jullie gegeven wet betekent.
-  Door te lezen wat de wet exact inhoudt
-  Een voorbeeld op te zoeken in het boek of op het WWW
-  Het uit te leggen aan je groepsgenoten
-  Te luisteren naar je groepsgenoten
(wet kinderopvang, arbo wet, warenwet,  AVG,)


Voeg aan het einde van de les jullie uitgewerkte informatie samen en maar er 1 document van. 

Slide 38 - Slide

kwaliteit op meso niveau gaat over:
A
de groep
B
de hele bedrijfstak
C
de organisatie
D
alle 3

Slide 39 - Quiz

géén voordeel van werken met protocollen is:
A
nieuwe mensen zijn sneller ingewerkt
B
continuïteit hulpverlening verbetert
C
doel van hulpverlening is helder
D
houden geen rekening met bijzondere omstandigheden

Slide 40 - Quiz

als een cliënt een klacht heeft...
A
luister ik goed
B
ga ik geen welles-nietes discussie aan
C
ga ik niet meteen in de verdediging
D
alle 3

Slide 41 - Quiz

een standaardprocedure is
A
een richtlijn volgen
B
precies doen wat in het protocol staat
C
een protocol
D
variabel

Slide 42 - Quiz

tijdgeest heeft invloed op de beleving van kwaliteit voorbeeld:
A
salaris
B
mobiel abonnement
C
verwarming van je huis
D
alle 3

Slide 43 - Quiz

géén voorwaarde voor kwaliteit is:
A
genoeg vakantie
B
voldoende afwisseling
C
goed contact met collega's
D
eerlijke taakverdeling

Slide 44 - Quiz

Door welke elementen wordt jouw beroepsdeskundigheid gevormd?
Je hebt respect voor de cliënt en zijn of haar persoon als individu.
Er wordt van jou verwacht dat je een eigen standpunt hebt over zaken die met je beroep te maken hebben.
Voor je beroep ben je van nogal wat zaken op de hoogte, bijvoorbeeld ontwikkelingspsychologie.
Als pedagogisch medewerker moet je thuis zijn op tal van terreinen, zoals op creatief, sociale-agogisch en verzorgend gebied
Vaardigheden
Houding
Visie
Theoretische kennis en inzicht

Slide 45 - Drag question

Wat kies je wanneer je integer handelt?
A
Gemak boven moed en norm boven leuk
B
Makkelijk boven waarden en norm boven leuk
C
Juist boven snel en norm boven leuk
D
Gemak boven moed en makkelijk boven waarden

Slide 46 - Quiz

Sleep de juiste maatschappelijke ontwikkelingen naar de voorbeelden
De mogelijkheden om contact te maken en te houden zijn de afgelopen 20 jaar enorm veranderd.
De samenstelling van de bevolking is gewijzigd.
Families wonen vaak niet meer dicht bij elkaar en mensen zijn mondiger geworden.
Mensen worden steeds ouder.
Vergrijzing
Technologische vernieuwingen
Ik-tijdperk
Multiculturele samenleving

Slide 47 - Drag question

Voortgangsgesprekken

Slide 48 - Slide

Intervisie

Slide 49 - Slide