What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
betoog voor klas 2TB
Schrijfvaardigheid
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schrijfvaardigheid
Slide 1 - Slide
Het betoog
Slide 2 - Slide
Wat is een betoog?
Wat is het tekstdoel?
Wat is een stelling?
Slide 3 - Slide
Een betoog heeft als tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 4 - Quiz
Wat moet je als schrijver doen als je tekstdoel overtuigen is?
A
Je legt uit en geeft vooral feiten
B
Je probeert een mening te geven met argumenten.
C
Je probeert lezers te overtuigen iets te gaan doen.
D
Je schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.
Slide 5 - Quiz
Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft aan of hij het eens of oneens is met de stelling.
Betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling. De stelling moet duidelijk worden in de inleiding. Ook je korte mening.
Een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
In een betoog geef je in het midden aan waarom je het eens of oneens bent met de stelling.
Slide 6 - Slide
Is echt of feitelijk gebeurd
A
feit
B
mening
Slide 7 - Quiz
verschilt per persoon
A
feit
B
mening
Slide 8 - Quiz
kun je meestal controleren
A
feit
B
mening
Slide 9 - Quiz
is wat iemand ergens van vindt of over denkt
A
feit
B
mening
Slide 10 - Quiz
feit en mening,
wat klopt?
A
een mening kun je niet bewijzen.
B
Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.
Slide 11 - Quiz
Een stelling:
is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
is niet te lang.
bevat geen ontkenning.
Slide 12 - Slide
Argumenten:
zijn redenen voor je mening.
je ondersteunt ze met voorbeelden.
Slide 13 - Slide
Tekstdoel van een betoog is overtuigen.
Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
Over een stelling kun je van mening verschillen.
Om je mening duidelijk te maken, gebruik je argumenten of redenen.
Bij elk argument geef je voorbeelden.
Samengevat
Slide 14 - Slide
Indeling betoog:
inleiding met stelling en korte mening.
alinea 2- eerste argument met uitleg.
alinea 3- tweede argument met uitleg.
slot- je vat je argumenten kort samen en geeft een afsluitende zin.
Slide 15 - Slide
Stelling: Het werk van een docent lijkt me leuk.
EENS
ONEENS
Slide 16 - Poll
Stelling:
Het werk van een docent lijkt me leuk.
Eens of niet?
Bedenk stellingen die jouw mening onderbouwen. Waarom ben je het (niet) eens?
Bespreek dit 2 minuutjes met je buurman/vrouw
timer
2:00
Slide 17 - Slide
Stelling: Het werk van een docent lijkt me leuk.
Vóór of Tegen?
Oefen met de inleiding
Kenmerken inleiding:
Leuke beginzin
Verhaaltje met daarin de stelling verwerkt
Korte mening over de stelling.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
betoog
November 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 1
betoog
January 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
betoog
February 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
betoog
February 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
betoog
March 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
samen een betoog
December 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
betoog
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
betoog
May 2025
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2