8.1 Procenten en groeifactoren (theorie B)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Allerlei verbanden

Zelfstandig:

- Nakijken les 1

Klassikaal:

- Procentuele toename en afname

Huiswerk:

- B+M: 17, 18 en 19

   U: 18, 19, 20

8.2 Procenten en groeifactoren

Een bedrag van 80 euro neemt met 10% toe. Met welk getal is er vermenigvuldigd?

Een bedrag van 200 euro neemt met 3,6% toe. Met welk getal is er vermenigvuldigd?

Een artikel van 80 euro wordt 12,5% goedkoper.
Met welk getal is vermenigvuldigd?

8.2 Procenten en groeifactoren

8.2 Procenten en groeifactoren

8.2 Procenten en groeifactoren

Opgave 16a (blz. 107)
Stel de formule op van het bedrag B in euro's dat na t jaar op de spaarrekening staat. (N=...*...^t)

Opgave 16c
Na hoeveel jaar staat er voor het eerst meer dan 1000 euro op de rekening?

Opgave 16d
Met hoeveel euro neemt het bedrag het tiende jaar toe?

Huiswerk:

B+M: Opgaven 17, 18, 19

   U: Opgaven 18, 19, 20

8.2 Procenten en groeifactoren