havo 3 8.3

inhoud

  1. herhalen 8.2
  2. uitleg 8.3
  3. oefenen/quizvragen
  4. huiswerk
  5. ruimte voor vragen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

inhoud

  1. herhalen 8.2
  2. uitleg 8.3
  3. oefenen/quizvragen
  4. huiswerk
  5. ruimte voor vragen

Slide 1 - Slide

leerdoelen vorige les 8.2
Je kan aan de hand van een procentuele toename of afname de groeifactor bepalen.
Je kan rekenen met procenten en groeifactoren.

Slide 2 - Slide

Procenten en groeifactoren
  • Als een hoeveelheid x met 18% toeneemt dan krijg je ...

  • 100%+18%=118%.
  • Dat komt overeen met een groeifactor van 1,18 (118/100).
  • Dus je krijgt  
1,18x

Slide 3 - Slide

voorbeeld
Een bedrag van 150 euro staat tegen een jaarlijkse rente van 3,8% op een rekening.
a. Stel de formule op van het bedrag B in euro's dat na t jaar op de rekening staat.

Slide 4 - Slide

voorbeeld 
Een bedrag van 150 euro staat tegen een jaarlijkse rente van 3,8% op een rekening.
b. Hoeveel is het bedrag na 8 jaar?

B=1501,038t

Slide 5 - Slide

voorbeeld
Een bedrag van 150 euro staat tegen een jaarlijkse rente van 3,8% op een rekening.
c. Na hoeveel jaar staat er voor het eerst meer dan 250 euro op de rekening?

B=1501,038t

Slide 6 - Slide

voorbeeld
Een bedrag van 150 euro staat tegen een jaarlijkse rente van 3,8% op een rekening.
d. Met hoeveel euro neemt het bedrag het twaalfde jaar toe?

B=1501,038t

Slide 7 - Slide

Procenten en groeifactoren
Bij een procentuele toename van 
- 27% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 1,27 per jaar.
- 2,7% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 1,027 per jaar.

Slide 8 - Slide

Procenten en groeifactoren
Bij een procentuele afname van 
- 27% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 0,73 per jaar.
- 2,7% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 0,973 per jaar.

Slide 9 - Slide

leerdoelen 8.3
Je kan aan de hand van een tabel bepalen of er sprake is van exponentiële groei of lineaire groei.
Je kan de formule opstellen van exponentiële groei en lineaire groei aan de hand van een tabel.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Groeifactor berekenen
Als er exponentiële groei is kan je uit de tabel de groeifactor berekenen.  








jaren
kosten
20 000
15 000
11 250
8437,50
6328,13
0
1
2
3
4
groeifactor=oude.hoeveelheidnieuwe.hoeveelheid
groeifactor=2000015000=1500011250=112508437,50=8437,506328,13=0,75
let op
Als je weet dat er exponentiële groei is en je moet de groeifactor berekenen, hoef je de deling maar één keer uit te voeren,
Als je exponentiële groei moet bewijzen (laten zien) dan moeten alle delingen dezelfde uitkomst hebben. 

Slide 12 - Slide

Exponentiële groei in een tabel
formule = ...............................................

Slide 13 - Slide

Geeft deze tabel exponentiële groei weer?
A
ja, begingetal 5, groeifactor 10
B
Nee, de groeifactor is niet steeds zelfde
C
Ja, begingetal 5, groeifactor 3
D
Nee, tabel begint niet bij 0

Slide 14 - Quiz

Welke tabel hoort niet bij exponentiële groei?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Lineaire  groei

Per tijdseenheid neemt de hoeveelheid met hetzelfde getal toe of af.


Exponentiële groei

Per tijdseenheid wordt de hoeveelheid met hetzelfde getal vermenigvuldigd.


N=bgt
N=at+b

Slide 17 - Slide

huiswerk
maak opdracht 28, 29, 30, 33, 34 en 35 van 8.3 en kijk dit na
maak een foto van opdracht 30 en 35 en plaats deze bij opdrachten in teams

geen vragen? je mag de les verlaten
nog vragen of extra oefenen? blijf nog even in de les

Slide 18 - Slide