V1 Taalverzorging 28 voltooid en onvoltooid deelwoord

Welkom V1A
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V1A

Slide 1 - Slide

Programma

  1. 10 minuten lezen
  2. Opdracht 6 nakijken
  3. Terugblik vorige les: taalverzorging 27: persoonsvorm verleden tijd
  4. Taalverzorging 28: voltooid en onvoltooid deelwoord
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Leesboek lezen

Slide 3 - Slide

Aan het werk!


  • Maken opdr 6 van H27. Je mag zachtjes overleggen met je buur
  • Ben je klaar, ga nog even lezen in je leesboek

Slide 4 - Slide

Opdracht 6 nakijken
a zat
 b durfden
 c neerplofte
 d veroorzaakte
 e monteerde
 f vernietigde
g leek
 h kreeg


 i stortte
j lag
 k lanceerde
 l neerviel
 m berokkende
 n haalde
 o dreigde
 p begaf
 q uitviel

Slide 5 - Slide

Hoe spel je de persoonsvorm verleden tijd?
A
met 't sexy fokschaap (of met 't kofschip )
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + d

Slide 6 - Quiz

Wat is een zwak werkwoord?

Slide 7 - Mind map

Noem twee voorbeelden van sterke werkwoorden.

Slide 8 - Mind map

Taalverzorging 28: voltooid en onvoltooid deelwoord

Doel: Je leert voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spellen.


Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
  • Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen  (voltooid).
  • Het voltooid deelwoord is niet de persoonsvorm. 
  • In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van hebben, worden of zijn.
  • Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.
  • Bij de spelling van voltooide d.w. van zwakke ww gebruikt je de regel van 't sexy fokschaap.

Slide 10 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Heel werkwoord
B
Persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-er-ont woorden
D
Werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quiz

Welke regel gebruik je voor de spelling van het voltooid deelwoord?
A
't sexy fokschaap (of met 't kofschip )
B
stam + t of d
C
ik-vorm of ik-vorm + t

Slide 12 - Quiz

Hij heeft afgelopen weekend flink ... (gamen).
A
gegamed
B
gamet
C
gegamet

Slide 13 - Quiz

Zij heeft het aan mij ... (beloven).
A
belooft
B
beloofd
C
beloven

Slide 14 - Quiz

Heb je die heerlijke appeltaart al ... (proeven)?
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 15 - Quiz

Dat had ik mij heel anders ... (voorstellen).
A
gevoorsteld
B
voorgestelt
C
voorgesteld

Slide 16 - Quiz

Ik ben in mijn leven wel 3 keer ... (verhuizen)!
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuizen

Slide 17 - Quiz

Ik heb vorige week gelukkig flink ... (relaxen).
A
relaxt
B
gerelaxd
C
gerelaxt

Slide 18 - Quiz

Het hout is ... (opbranden).
A
opgebrandt
B
opgebrand
C
gebrandt

Slide 19 - Quiz

De baby heeft de hele middag naar zijn oppas ... (glimlachen).
A
glimgelachd
B
geglimlacht
C
glimgelacht
D
Geglimlachdt

Slide 20 - Quiz

poetsen
luisteren
Voltooid deelwoord met t

Voltooid deelwoord met d
groeten
rennen
horen
vragen
pakken
tekenen

Slide 21 - Drag question

Onvoltooid deelwoord

Slide 22 - Slide

onvoltooid deelwoord
  • Je schrijft een onvoltooid deelwoord altijd hetzelfde:
  • hele werkwoord  + d:
  • fluitend
  • lopend
  • wachtend

Slide 23 - Slide

Wat is een onvoltooid deelwoord?

A
het hele werkwoord met-d(e)
B
de stam met-d
C
soms d en soms niet

Slide 24 - Quiz

... (huilen) verliet de juf de drukke klas.
A
huilen
B
huilde
C
gehuild
D
huilend

Slide 25 - Quiz

... (joggen) ging Thijs naar de supermarkt voor het vergeten ingrediënt.
A
joggent
B
joggend
C
gejogt
D
gejogd

Slide 26 - Quiz

... (fietsen) gaan de leerlingen altijd naar school.
A
fietsen
B
gefietst
C
fietsend

Slide 27 - Quiz

Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord of persoonsvorm? Sleep de werkwoorden naar het juiste vakje.
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
persoonsvorm
rennend
gevlogen
wordt
gebeurt
gebeurd
vallend
vergrotend
beviel
verhuisd

Slide 28 - Drag question

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten
lezend

Slide 29 - Drag question

Ik weet hoe ik het onvoltooid en voltooid deelwoord moet spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Aan het werk
  • Maken H28 opdr 1 t/m 3. Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Klaar? Ga lezen in je leesboek of alvast verder werken aan opdr 6 en 7

Slide 31 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les:
  • Huiswerk : maken opdr. 1 t/m 32 (p. 115)  + leren theorie p. 110, 112, 114 en 116
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift, pen en plenda
  • Programma: taalverzorging 29

Slide 32 - Slide